Biochemie 4 Flashcards
Cooperative binding
the binding of the ligand to the first subunit affects the second subunit in a way that increases the binding affinity for the ligand
non cooperative binding
we see a logarithmic curve since the binding of one ligand doesn’t have an effect on the binding of another ligand for any subunits that might be present
Snelheid reactie formule
v = kkat * Etotaal * ( X / ( Km + X)
= Vmax * ( X / ( Km + X)
kkat= katalytisch effectiviteti
Etot = Gen expressie
X = substraat concentratie
Km
waar Vmax/2 (wordt afgelezen op x-as = [X])
Verteld je hoe goed het enzym zijn substraat bindt
Competatieve remmer
Enzym bindt een andere stof dan substraat aan active site
Snelheid reactie met competatieve remmer
v = kkat * Etotaal * ( [X] / [X] + Km * (1 + 1/Ki) )
kkat= katalytisch effectiviteti
Etot = Gen expressie
X = substraat concentratie
Ki = de concentratie van inhibitor waarbij het enzym half maximaal werkt (Vmax/2)
Lage Ki betekent
bindt heel specifiek aan enzym > sterke affiniteit > lage concentratie nodig om te inhiberen > goed want dan heb je minder kans dat het aspecifiek bindt op andere dingen
Niet competatieve remmer
Remmer die ergens anders aan het enzym bindt dan de active site (allosterische zijde)
Activated carriers
De dragers van energie die vrij komt na de oxidatie van voedsel en bewaart wordt in high chemical bons in deze carriers
Vrije radicaal
Een molecuul dat niet geladen kan zijn, maar dat een of meer ongepaarde electronen heeft > wilt ze dus graag kwijt
Oxidatieve fosforylering complexen
Complex I: NADH dehydrogenase
Complex II: cytochrome c complex
Complex IV: cytochrome oxidase complex
Pompt H naar intermembrane space vanuit de matrix -> spanningsverschil