Biochemie 4 Flashcards

1
Q

Cooperative binding

A

the binding of the ligand to the first subunit affects the second subunit in a way that increases the binding affinity for the ligand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

non cooperative binding

A

we see a logarithmic curve since the binding of one ligand doesn’t have an effect on the binding of another ligand for any subunits that might be present

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Snelheid reactie formule

A

v = kkat * Etotaal * ( X / ( Km + X)
= Vmax * ( X / ( Km + X)

kkat= katalytisch effectiviteti
Etot = Gen expressie
X = substraat concentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Km

A

waar Vmax/2 (wordt afgelezen op x-as = [X])
Verteld je hoe goed het enzym zijn substraat bindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Competatieve remmer

A

Enzym bindt een andere stof dan substraat aan active site

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Snelheid reactie met competatieve remmer

A

v = kkat * Etotaal * ( [X] / [X] + Km * (1 + 1/Ki) )

kkat= katalytisch effectiviteti
Etot = Gen expressie
X = substraat concentratie
Ki = de concentratie van inhibitor waarbij het enzym half maximaal werkt (Vmax/2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lage Ki betekent

A

bindt heel specifiek aan enzym > sterke affiniteit > lage concentratie nodig om te inhiberen > goed want dan heb je minder kans dat het aspecifiek bindt op andere dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Niet competatieve remmer

A

Remmer die ergens anders aan het enzym bindt dan de active site (allosterische zijde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Activated carriers

A

De dragers van energie die vrij komt na de oxidatie van voedsel en bewaart wordt in high chemical bons in deze carriers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vrije radicaal

A

Een molecuul dat niet geladen kan zijn, maar dat een of meer ongepaarde electronen heeft > wilt ze dus graag kwijt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oxidatieve fosforylering complexen

A

Complex I: NADH dehydrogenase
Complex II: cytochrome c complex
Complex IV: cytochrome oxidase complex
Pompt H naar intermembrane space vanuit de matrix -> spanningsverschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly