Biochemie 2 Flashcards

1
Q

Anabolisme

A

Opbouw processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Katabolisme

A

Afbouw processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eerste wet thermodynamica

A

In any proces, the total energy of the universe remains constant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tweede wet van thermodynamica

A

System will change spontaneously from states of lower probability to states of higher probability. (van hoge naar lage energie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Energie

A

Het vermogen om Arbeid te verrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Arbeid

A

Kracht die nodig is om een massa te verplaatsen over een afstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De cel is ons systeem waarbij er geen …. plaats vindt, dus geen arbeid, maar wel …

A

Geen volume verandering + drukverandering
-> geen arbeid -> wel warmteoverdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Interne energie

A

U
Opgeslagen in covalente bindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

∆H =

A

Som U (interne energie) reactanten - Som U producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Enthalpie

A

H
Veranderingen in chemische bindingsenergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij biochemische reactie: ∆H =

A

∆U in Joule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een lager energie in een systeem betekent:

A

dat het systeem stabieler is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Entropie

A

S
Wanorde
Aantal manieren waarop een toestand verwezenlijkt kan worden
Geeft ons een methode om de spreiding van energie te meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Spontaan proces

A

Verloopt zonder input van energie (favorable)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Niet-spontaan proces

A

Energie nodig van buitenaf (unfavorable)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Als de wanorde/chaos toeneemt,

A

neemt de entropie toe

17
Q

∆G = (gibbs energie) met enthalpie

A

H - T (temperatuur) * ∆S (energie die verloren gaat > warmte)

18
Q

Schroding pardox

A

Entropie moet toenemen van de natuurkunde, maar neemt altijd af in Biologie (entropie wordt geexporteerd)
> warmte moet dus afgevoegd worden

19
Q

∆G (met concentraties) =

A

∆G0 + R * T * ln( [product] / [substraat] )

20
Q

Oxidatie

A

e- wordt verwijderd

21
Q

Reductie

A

e- wordt opgenomen

22
Q

Ion e exchage

A

Geheel e- is verplaatst van molecuul

23
Q

Polar e exchange

A

partial transfer of e- between atoms