Biochemie 1 Flashcards
4 essentiele aspecten van het leven?
- Eiwitten > processen
- Membranen > bijeen houden
- Nucleine zuren > geheugen
- Polysacchariden > energie opslah
Aminozuur bindingen in restgroepen
Zwavelbrug + h brug
Restgroep van aminozuur bepaald
- structuur
- vorm
- hydrophilicity
- solubility
- pH
- surface charge
Zuur aminozuur
Aspartic acid
Glutamic acid
Basisch aminozuur
Arginine
Lysine
Histidine
Ongeladen polair
Asparagine
Glutamine
Serine
Threonine
Tyrosine
Polair
electrostatische aantrekking binnen het molecuulr met als gevolg een makkelijke interactie tussen geladen moleculen
nonpolaire aminozuren
Alanine
Glysine
Valine
Leucine
Isoleucine
Proline
Phenylalanine
Methionine
Tryptophan
Cysteine (bevat zwavel)
Amfipatisch
Molecuul is zowel hydrofiel als hydrofoob
Bekende lipiden
Fatty acid
Tricylglycerol
Phospholipids
Glycolpipide
Steriods
Pyrimide (DNA base)
1 ring structuur
Uracil
Thymine
Cytosine
Purine
2 ringen in structuur
Adenine
Guanine
Nucleoside
Base + suiker
Nucleotide
Phosphate + base + suiker
COndensatie
reactie waarbij water vrijkomt
Hydrolyse
reactie waarbij water nodig is
Sterke interacties
Covalente binding = waarbij twee atoomkernen een electron delen
> enzym is nodig voor maken + breken
Zwakker interacties
Electrostatisch
Water bruggen
Van der Waals
Hydrofobe interactie
(meerdere zwakke = sterk)
Van der Waals
de afstand waar er een interactie ontstaat tussen twee atoomkernen (zonder fusie)
7 stoffen nodig voor leven
- H
- N
- O (O2- in water)
- P (DNA)
- S (Cysteine en methionine in eiwitten)
- Microelementen