Biochemie 1 Flashcards

1
Q

4 essentiele aspecten van het leven?

A
  • Eiwitten > processen
  • Membranen > bijeen houden
  • Nucleine zuren > geheugen
  • Polysacchariden > energie opslah
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aminozuur bindingen in restgroepen

A

Zwavelbrug + h brug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Restgroep van aminozuur bepaald

A
  • structuur
  • vorm
  • hydrophilicity
  • solubility
  • pH
  • surface charge
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zuur aminozuur

A

Aspartic acid
Glutamic acid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Basisch aminozuur

A

Arginine
Lysine
Histidine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ongeladen polair

A

Asparagine
Glutamine
Serine
Threonine
Tyrosine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Polair

A

electrostatische aantrekking binnen het molecuulr met als gevolg een makkelijke interactie tussen geladen moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

nonpolaire aminozuren

A

Alanine
Glysine
Valine
Leucine
Isoleucine
Proline
Phenylalanine
Methionine
Tryptophan
Cysteine (bevat zwavel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Amfipatisch

A

Molecuul is zowel hydrofiel als hydrofoob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bekende lipiden

A

Fatty acid
Tricylglycerol
Phospholipids
Glycolpipide
Steriods

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pyrimide (DNA base)

A

1 ring structuur
Uracil
Thymine
Cytosine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Purine

A

2 ringen in structuur
Adenine
Guanine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nucleoside

A

Base + suiker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Nucleotide

A

Phosphate + base + suiker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

COndensatie

A

reactie waarbij water vrijkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hydrolyse

A

reactie waarbij water nodig is

17
Q

Sterke interacties

A

Covalente binding = waarbij twee atoomkernen een electron delen
> enzym is nodig voor maken + breken

18
Q

Zwakker interacties

A

Electrostatisch
Water bruggen
Van der Waals
Hydrofobe interactie
(meerdere zwakke = sterk)

19
Q

Van der Waals

A

de afstand waar er een interactie ontstaat tussen twee atoomkernen (zonder fusie)

20
Q

7 stoffen nodig voor leven

A
  1. H
  2. N
  3. O (O2- in water)
  4. P (DNA)
  5. S (Cysteine en methionine in eiwitten)
  6. Microelementen