Bijvoeglijk naamwoord Flashcards
Bijvoeglijk naamwoord
Adjectives
Wit
white
fantastisch
fantastic
oud
old
slecht
bad
hard
hard
enig
any
best
best
hoog
high
ander
other
beter
better
laag
low
mogelijk
possible
groot
big
belangrijk
important
intern
internal
zwart
black
internationaal
international
echt
for real/truly
zeker
certainly
wijd
wide
recent
recent
helder
bright
laat
late
rechts
right
verschillend
different
klein
small
links
left
vroeg
Early
plaatselijk
local
extern
external
kort
short
makkelijk
easy
speciaal
special
goedkoop
cheap
slim
smart
sterk
strong
duur
expensive
indrukwekkend
impressive
zwak
weak
vrij
free
somber
sad
waar
true
vol
full
nationaal
national
heel
very
nieuw
new
jong
young
jong
young
lekker
tasty
vies
dirty, disgusting
schoon
clean
mooi
beautiful
lelijk
ugly
interessant
interesting
saai
boring
arm
poor
rijk
rich
zwaar
heavy
zacht
soft, slow
lief
lovely, sweet
stout
naughty