Beta toets lj1 periode 1 Flashcards
4 redenen noem waarom natuur is belangrijk is voor mensen
Voedsel, zuurstof, water, grondstoffen.
je kunt verschillende maatregelen benoemen gericht op de 4 V´s om vogels in een natuurgebied te krijgen
-verschillende plekken om te broeden. hollen, nestkastjes, oude bomen, etc.
- struikgewas, open stukken grasland.
Je kunt maatregelen benoemen om ijsvogels in een natuurgebied te krijgen
Steile, hoge oevers met holletjes.
schone sloten, beekjes en rivieren.
Je kunt verschillende maatregelen benoemen gericht op de 4V’s om vissen in een natuurgebied te krijgen.
Verschillende dieptes van water
Water plantjes
verschillende dingen op de bodem van de water
Overhangende/steile oevers en ook langzaam aflopende oevers
Troebel en doorzichtig water.
Je kunt de kenmerken van de levenswijze van een paling benoemen.
het leeft voor ongeveer 5 jaar in zoet water en dan verplaatst ze zich naar zout water om zich voor te planten.
het leeft vaak op de bodem van het water.
Je kunt uitleggen hoe de levenscyclus verloopt van een vlinder.
de vlinder legt eitjes op een plant
rupsen komen dan uit het ei en eet het plant.
de rupsen maken een kalkoen.
de rupsen komen uit het kalkoen als een vlinder.
de vlinder droogt zich uit en begint met vliegen
de vlinder legt eitjes op een plant.
Je kunt uitleggen wat een waardplant is en hier een aantal voorbeelden van kan benoemen.
een waardplant is een plant die een organisme nodig heeft voor zijn groei.
vuilboom, brandnetel, groot koolwitje.
Je kunt verschillende maatregelen benoemen gericht op de 4V’s om vlinders in een natuurgebied te krijgen.
waardplanten
bloemen
verschillende soorten bomen.
Je kunt de kenmerken van de levenswijze van een bever benoemen.
bevers leven in stilstaand water en stromend water.
bevers eten basten van bomen, jonge twijgen en wortels.
ze bouwen grote dammen van stammetjes, takken, en modder. ze knagen de stammetjes aan en slepen ze het water in.
Je kunt verschillende maatregelen benoemen gericht op de 4V’s om bevers in een natuurgebied te krijgen.
wateren die goed verbonden zijn.
kleinere bomen.
sterke bomen langs het water.
Je kunt verschillende maatregelen benoemen gericht op de 4V’s om eekhoorns in een natuurgebied te krijgen.
genoeg bomen.
groot genoeg gebied.
oude bomen laten staan.
Je kunt verschillende voorbeelden noemen om natuurgebieden met elkaar te verbinden.
Als een rivier tussen twee meren bijvoorbeeld.
Je kunt uitleggen hoe echolocatie werkt.
een vleermuis zendt een geluid uit dat weerkaatst op voorwerpen in de omgeving.
a bat emits a sound that bounces off objects in the area.
Je kunt verschillende maatregelen benoemen gericht op de 4V’s om vleermuizen in een natuurgebied te krijgen.
holletjes,
veel insecten,
schoon water,
Je kunt uitleggen hoe je er in natuurgebied voor kan zorgen dat het voor een dier aan alle eisen voldoet
je moet voldoen aan vier basisbehoeften; voedsel, veiligheid, voorplanting, een voldoende leefruimte door verbindingen.
you must meet four basic needs; food safety, reproduction, an adequate living space through connections.
Je kunt maatregelen noemen om een rijke plantengroei in een natuurgebied te krijgen.
zoveel mogelijk verschillende milieus
natte stukken en droge stukken
afwisseling van open stukken, bos en lossen bomen of struiken.
slingerende rivier.
Je kunt verschillende planten benoemen die in een duingebied kunnen leven.
helmgras, blauwe zeedistel.
Je kunt uitleggen waarom helmgras goed kan groeien in een duingebied
het kan tegen de zout.
het heeft lange wortels die het zand goed vast kunnen houden.
Je kunt benoemen waarom het belangrijk is als beheerder om een natuurgebied ook als geheel te bekijken.
door het geheel goed te regelen, gaat het vaak ook goed voor afzonderlijke planten en dieren.
by arranging the whole properly, it often goes well for individual plants and animals.
Je kunt het begrip landschap uitleggen.
alles wat er in een bepaald gebied is; planten, dieren, rotsen, stenen, grond, zand, water enzovoort.
Je kunt verschillende voorbeelden noemen van landschappen.
bossen,
duinen,
weiland,
moeras.
Je kunt verschillende factoren benoemen die een rol spelen op het ontstaan van een landschap.
planten, dieren, rotsen, sten, grond, zand, water
zandvlaktes, meertjes, struikgewas, stukjes bos.
Je kunt het begrip cultuurlandschap uitleggen.
een landschap die mensen hebben gemaakt.
Je kunt benoemen uit welke 4 lagen een bos is opgebouwd en uitleggen hoe deze lagen van elkaar verschillen.
boomlaag, - bomen
struiklaag, -struiken, varens. planten van 1 tot 8 meter
kruidlaag, planten tot anderhalf meter hoog
moslaag. - mos en gras, bladeren en naalden.