bestanddelen van beton: hulpstoffen Flashcards
1
Q
plastificeerders (waterreduceerder) en superplastificeerders (5)
A
- meest gebruikte hulpstof
- plastificeerder is minder geconcentreerd dan superplastificeerder
- binding vertragend effect bij hoge dosering
- zelf verdichten beton (SCC)
- gebruik na gaan of cement compatibel is met (super)plastificeerder
2
Q
werking plastificeerders (3)
A
A: W/c factor constant, zorgt voor betere verwerkbaarheid
B: constante verwerkbaarheid zorgt voor lagere W/c factor
C: combinatie van de twee
3
Q
versnellers toevoegen (5)
A
- spuitbeton
- koud weer
- snelle ontkisting
- beton in contact met stromend water
- herstelwerken
4
Q
vertragers toevoegen (5)
A
- warm weer
- vervoer over lange afstand
- spreiding vrijgekomen hydratatiewarmte
- betonneren van grote volumes
- vermijden stortnaden bij stortonderbrekingen
5
Q
luchtbelvormers
A
- verbetering weerstand vorst en dooizouten
- verlies aan druksterkte