Beroepsethiek en onafhankelijkheid Flashcards

1
Q

Welke 6 kwaliteiten worden van de revisor verwacht?

A

Integriteit
* De bedrijfsrevisor oefent zijn beroep oprecht en eerlijk uit
* De bedrijfsrevisor vermijdt iedere handeling of houding in strijd met de waardigheid, de integriteit, de voorzichtigheid of de discretie

Objectiviteit
* De bedrijfsrevisor vermijdt geplaatst te worden in een positie van belangenconflict of in een situatie waarin zijn professionele oordeels-vorming zou kunnen worden beïnvloed

Professionele deskundigheid
* De bedrijfsrevisor aanvaardt enkel opdrachten waarvoor hij beschikt over de nodige tijd, medewerking en kennis
* De bedrijfsrevisor zet zijn beroepsopleiding voort

Vertrouwelijkheid
* Toepassing van de beginselen van het beroepsgeheim (zie verder)
* Verplichting tot discretie

Professioneel gedrag
* Naleving van de beroepsverplichtingen
* Geen enkele handeling die het beroep in diskrediet zou brengen

Onafhankelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onafhankelijkheid

A

De onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor dient vanuit twee onlosmakelijk verbonden gezichtspunten te worden beoordeeld:

  • De onafhankelijkheid qua geesteshouding, namelijk een morele houding waarbij alleen de overwegingen die voor de toevertrouwde taak van belang zijn, in aanmerking worden genomen bij de te nemen beslissingen in het kader van de uitvoering van een revisorale opdracht, en
  • De onafhankelijkheid in schijn, namelijk de noodzaak om situaties en feiten te vermijden die in die mate van belang zijn dat zij een redelijk denkende en geïnformeerde derde ertoe kunnen brengen de bekwaamheid van de bedrijfsrevisor om objectief te handelen, in vraag te stellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Financiële belangen

A
  • Verbod om een financieel belang te hebben in de entiteit waar de bedrijfsrevisor een revisorale opdracht uitvoert
  • Uitzondering: Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, met inbegrip van pensioenfondsen of levensverzekeringen
  • Verbod op het aanvaarden van geld, geschenken en gunsten van de entiteit of een verbonden entiteit, met uitzondering van de geringe voordelen die als verwaarloosbaar of onbeduidend worden beschouwd

Uitbreiding van het toepassingsgebied rationae personae tot:
* het bedrijfsrevisorenkantoor, de vennoten, de aandeelhouders, de leden van het bestuursorgaan en de werknemers van dat bedrijfsrevisorenkantoor voor zover het de werknemers betreft die ten aanzien van de entiteiten waarvoor de revisorale opdracht wordt uitgevoerd, hieraan rechtstreeks deelnemen;
* alle andere personen waarop de bedrijfsrevisor een beroep doet en die direct betrokken zijn bij de controlewerkzaamheden bij de betrokken onderneming;
* de personen die nauw verbonden zijn met de bedrijfsrevisor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cooling in bedrijfsrevisor

A

De bedrijfsrevisor ziet erop toe en documenteert dat:
- hijzelf
- zijn kantoor (vennoten, aandeelhouders en leden van het bestuursorgaan)
- de werknemers van het kantoor (voor zover het de werknemers betreft die ten aanzien van de entiteiten waarvoor de revisorale opdracht wort uitgevoerd, hieraan rechtstreeks deelnemen)
- personen die nauw met hem verbonden zijn

geen dienstverband bij deze entiteit hebben gehad of daarmee een zakelijke of andere relatie hebben gehad, gedurende de laatste twee jaar voorafgaand aan de revisorale opdracht, die een belangenconflict kan veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onverenigbaarheden voor commissaris

A

Algemeen verbod om werkzaamheden uit te oefenen die onverenigbaar zijn met de waardigheid en de onafhankelijkheid van zijn functie.

Verbod om de functie van minister of staatssecretaris te bekleden.

Specifieke verbodsbepalingen:
* werknemer (behalve bij een andere bedrijfsrevisor en in het onderwijs)
* handelsactiviteit (behalve mandaat van bestuurder in burgerlijke vennootschappen met handelsvorm) behoudens afwijking toegestaan door het College

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Honoraria

A

De honoraria worden vastgesteld door de algemene vergadering. Het betreft een vast bedrag voor de duur van het mandaat.

Zijn verboden:
* De resultaatgebonden honoraria met betrekking tot de opdrachten inzake de wettelijke controle van de jaarrekening
* De resultaatgebonden honoraria in elke vennootschap (inclusief de moedervennootschap en dochtervennootschappen) waarin een lid van het netwerk een wettelijke controleopdracht uitvoert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Specifieke bepalingen mbt onafhankelijkheid commissaris

A

De commissarissen mogen in de vennootschap die aan hun wettelijke controle is onderworpen, noch in een daarmee verbonden vennootschap of persoon, een andere taak, mandaat of opdracht aanvaarden, die zal worden vervuld tijdens de duur van hun mandaat of erna, en die de onafhankelijke uitoefening van hun taak als commissaris in het gedrang zou kunnen brengen.

Deze bepaling is ook van toepassing op:
* De personen met wie de bedrijfsrevisor een arbeidsovereenkomst heeft afgesloten
* De personen met wie hij in samenwerkingsverband staat
* De leden van het netwerk (art. 3:56 WVV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cooling off

A

Gedurende een periode van 2 jaar na het einde van het commissarismandaat mag de commissaris geen mandaat van bestuurder/zaakvoerder of andere functie aanvaarden in de gecontroleerde vennootschap of in een daarmee verbonden vennootschap

De bedrijfsrevisor die als vennoot, medewerker of werknemer van de commissaris direct betrokken was bij de wettelijke controle, kan de mandaten of functies bedoeld in het eerste lid pas aanvaarden nadat een periode van ten minste één jaar is verstreken sinds zijn directe betrokkenheid bij de wettelijke controle.

“Functie”:
om het even welke functie en dus niet enkel de functies die een impact kunnen hebben op het opstellen van de financiële overzichten beperkter dan opdracht (mogelijkheid om tijdens de cooling off periode op onafhankelijke wijze een opdracht uit te voeren binnen de vennootschap, bijvoorbeeld adviesopdracht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cooling in commissaris

A

“Cooling in” periode van 2 jaar voorafgaand aan de benoeming tot commissaris artikel 3:62 van het WVV voor de bedrijfsrevisor die commissaris wil worden in de betrokken vennootschap, in de moeder-vennootschap of in de belangrijke dochtervennootschappen, behalve in uitzonderlijke naar behoren gemotiveerde gevallen:

Betreft de bedrijfsrevisor en de leden van zijn netwerk alsmede de volgende diensten:
1° regelmatig bijstand verlenen of deelnemen aan het voeren van de boekhouding of aan de opstelling van de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening van de betrokken vennootschap, van een Belgische vennootschap die haar controleert of één van haar belangrijke Belgische of buitenlandse dochtervennootschappen
2° tussenkomen in de werving van personen die deel uitmaken van een orgaan of van het leidinggevend personeel van de betrokken vennootschap, van een Belgische vennootschap die haar controleert of van één van haar belangrijke Belgische of buitenlandse dochtervennootschappen

Cooling in periode van 1 jaar Boekjaar voorafgaand aan de gecontroleerde periode Artikel 3:63 van het WVV met betrekking tot de gecontroleerde vennootschap, haar moedervennootschap en haar dochtervennootschappen binnen de EU

Betreft de commissaris en de leden van zijn netwerk alsmede het verstrekken van de volgende verboden niet-controlediensten:
* de ontwikkeling en de tenuitvoerlegging van procedures voor interne controle en risicobeheer die verband houden met de opstelling en/of controle van financiële informatie of de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van financiële informatietechnologie-systemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Externe rotatie

A

Voor de niet-OOB-mandaten
* Geen verplichte externe rotatie

Voor de OOB-mandaten (uitsluitend)
* maximum 3 opeenvolgende mandaten (maximum 9 jaar)
* Verlenging mogelijk van 9 jaar tot 18 jaar indien openbare aanbesteding na het 3de mandaat
* Verlenging mogelijk van 9 jaar tot 24 jaar in geval van college van commissarissen
* Wachtperiode (cooling off): 4 jaar => de facto 2 mandaten (= 6 jaar)
* Uitzonderlijke verlenging met maximum 2 jaar in geval van akkoord van het College

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Interne rotatie

A
  • Interne rotatietermijn van 6 jaar van de vaste vertegenwoordiger(s) van het bedrijfsrevisorenkantoor in België blijft behouden.
  • Wordt een mandaat uitgeoefend door een natuurlijk persoon of door een kantoor met slechts één vertegenwoordiger, dan staat deze interne rotatie gelijk met een externe rotatie (na 6 jaar).
  • Wachtperiode (cooling off) van 3 jaar voor de ondertekenende vennoot
  • Systeem van geleidelijke rotatie voor de hoogstgeplaatste personeelsleden binnen de hiërarchie (ten minste de bedrijfsrevisoren die bij de controleopdracht betrokken zijn). Het rotatiesysteem dient te worden aangepast aan de omvang en de complexiteit van de activiteiten van de commissaris. Dit gebeurt gefaseerd, op basis van individuele personen (het is niet nodig het volledige opdrachtteam te vervangen).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verboden diensten - toepassingsgebied

A

Het verbod is van toepassing op
 De commissaris
 En alle leden van zijn netwerk (wereldwijd)

Wat de geleverde diensten betreft
 Op de gecontroleerde vennootschap
 op de Europese moedervennootschap van de gecontroleerde vennootschap;
 op de dochtervennootschappen gevestigd in een EU-land van de gecontroleerde vennootschap

Bijkomende regels voor OOB’s
Indien een lid van een netwerk één van de verboden diensten aan een dochtervennootschap buiten de EU levert van de gecontroleerde entiteit:
* De commissaris dient te beoordelen of zijn onafhankelijkheid hierdoor gecompromitteerd is door deze geleverde dienst door een lid van zijn network (wereldwijd)
* De commissaris neemt de nodige veiligheidsmaatregelen om risico’s te beheersen / verzachten
* In elk geval : absolute onverenigbaarheid indien
* Betrokken zijn bij het beslissingsproces of het beheer / nemen van beslissingen
* Het voeren van de boekhouding en voorbereiding van jaarrekeningen
* Het opstellen en in stand houden van procedures van interne controle of het beheer van risico’s met betrekking tot de voorbereiding / controle van financiële informatie of het opstellen en in werking houden van technische systemin met betrekking tot financiële informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verboden diensten - alle vennootschappen

A

1° diensten die de vervulling van een rol bij het bestuur of de besluitvorming van de vennootschap, onderworpen aan de wettelijke controle, inhouden;
boekhouding en de opstelling van boekhoudkundige documenten en financiële overzichten;
3° de ontwikkeling en de tenuitvoerlegging van procedures voor interne controle en risicobeheer die verband houden met de opstelling en/of controle van financiële informatie of de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van financiële informatietechnologie-systemen;
4° waarderingsdiensten, met inbegrip van waarderingen in verband met actuariële diensten of ondersteuningsdiensten bij rechtsgeschillen;
5° diensten in verband met de interne auditfunctie van de vennootschap, onderworpen aan de wettelijke controle;
6° diensten met betrekking tot:
a) onderhandelingen namens de vennootschap, onderworpen aan de wettelijke controle;
b) het optreden als belangenbehartiger bij de oplossing van geschillen;
c) vertegenwoordiging van de vennootschap, onderworpen aan de wettelijke controle, bij de afwikkeling van fiscale of andere geschillen;
personeelsdiensten met betrekking tot:
a) leidinggevenden die zich in een positie bevinden waarin zij wezenlijke invloed kunnen uitoefenen op de opstelling van boekhoudkundige documenten of financiële overzichten waarop de wettelijke controle betrekking heeft, indien dergelijke diensten het volgende behelzen:
i) de zoektocht naar of de benadering van kandidaten voor een dergelijke functie; of
ii) de controle van de referenties van kandidaten voor dergelijke functies;
b) de structurering van de opzet van de organisatie; en
c) kostenbeheersing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verboden diensten - OOB

A
  1. Belastingdiensten met betrekking tot
    a. Loonbelasting,
    b. Douanerechten,
  2. Juridische diensten met betrekking tot het geven van algemeen advies
  3. Loonadministratie
  4. De promotie van, handel in of inschrijving op aandelen in de vennootschap, onderworpen aan wettelijke controle
  5. Diensten die verband houden met de financiering, de kapitaalstructuur en -toewijzing, en de investeringsstrategie van de vennootschap, onderworpen aan de wettelijke controle met uitzondering van de verstrekking van assurancediensten in verband met financiële overzichten, waaronder de verschaffing van comfort letters met betrekking tot door een aan wettelijke controle onderworpen vennootschap uitgegeven prospectussen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verboden diensten - uitzonderingen

A

Waarderingsdiensten
Deze diensten worden toegelaten bij OOB, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan:
* de diensten mogen afzonderlijk dan wel samengevoegd geen effect of een effect dat niet van materieel belang is, hebben op de gecontroleerde jaarrekening;
* de schatting van het effect op de gecontroleerde jaarrekening wordt gedocumenteerd en uitvoerig toegelicht in de aanvullende verklaring aan het auditcomité;
* de algemene onafhankelijkheidsbeginselen worden nageleefd door de commissaris;
* voorafgaande goedkeuring door het auditcomité op grond van bovenstaande analyse.

Onderhandelen, belangenbehartiger bij het oplossen van geschillen, vertegenwoordiging
* Verbod om een actieve rol te spelen bij de behartiging van de belangen of de positie van de cliënt ten opzichte van een derde partij (belangenbehartiger vs. adviezen en raadgeving!). Het verbod sluit iedere belangenbehartiging bij de beslechting van fiscale of andere geschillen uit.
* Vertegenwoordiging van de vennootschap (bijv. het verkrijgen van een ruling voor de cliënt) vs. bijstand in het kader van een belastingcontrole (noodzaak om een onpartijdig standpunt aan te nemen en een zekere afstand in acht te nemen ten aanzien van de argumenten van de cliënt)
* Fiscaal geschil bij de rechtbanken: stoppen van de tussenkomst

Personeelsdiensten
Zijn toegelaten: specifiek en punctueel advies (expats of stock-options).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

OOB overzicht diensten

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

One-to-one

A

Wanneer een niet-controledienst niet verboden is, mag deze dienst in principe worden verleend door de commissaris, voor zover de voorwaarden betreffende de onafhankelijkheid van de commissaris in acht worden genomen en de volgende kwantitatieve grenzen niet worden overschreden:

Commissaris van niet-OOB
* “one-to-one” (= 100%) Honoraria voor niet-controlediensten mogen niet hoger zijn dan de honoraria voor controlediensten
* enkel toepasselijk op vennootschappen (niet-OOB’s) die deel uitmaken van een groep die geconsolideerde jaarrekening opstelt en publiceert.

Commissaris van OOB
* Honoraria voor niet-controlediensten mogen niet hoger zijn dan 70% van de honoraria voor controlediensten.
* Van toepassing op de OOB’s.

Berekening over 3 boekjaren, i.e. de wettelijke duur van het mandaat van de commissaris.
Vergelijking van de honoraria voor controlediensten en de honoraria voor niet-controlediensten die de commissaris factureert:
- aan de gecontroleerde vennootschap;
- aan de moedervennootschap (wereldwijd); en
- aan de dochtervennootschappen (wereldwijd) van de gecontroleerde entiteit,

Er wordt enkel rekening gehouden met de door de commissaris geleverde diensten (Belgisch auditkantoor). Wordt berekend over de duur van de drie boekjaren van het mandaat.
Er wordt geen rekening gehouden met de niet-controlediensten die eventueel worden geleverd door het netwerk
van de commissaris (BE - EU of buiten EU).

Indien de totale honoraria die in elk van de drie opeenvolgende boekjaren van een OOB worden ontvangen, meer dan 15 % bedragen van de totale honoraria van de commissaris
* Verplichting om het auditcomité in kennis te stellen
* Analyse van de bedreigingen voor de onafhankelijkheid met het auditcomité
* Nemen van veiligheidsmaatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Mogelijke afwijkingen one-to-one

A

Commissaris van niet-OOB
Mogelijke afwijkingen:
1. Indien gunstig advies van het auditcomité van de gecontroleerde vennootschap of haar moedervennootschap (BE/EU of EER)
2. Indien college van commissarissen (dit geval geldt enkel indien de vennootschap niet verplicht is een auditcomité op te richten)
3. Afwijking mogelijk door het College bij wijze van uitzondering voor een maximale periode van 2 boekjaren.

Vermelding van een van de bovenvermelde afwijkingen en motivering daarvan in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening of, bij gebrek daaraan, in de controleverklaring van de commissaris.

Due diligence”-werkzaamheden: Voor de niet-OOB’s wordt bepaald dat er voor de berekening van de “one-to-one” geen rekening wordt gehouden met “de prestaties geleverd om de economische en financiële gegevens van een
derde onderneming die de vennootschap of een van haar dochtervennootschappen wenst te verwerven of verworven heeft, te controleren”

Commissaris van OOB
* Afwijking enkel mogelijk door het College bij wijze van uitzondering voor een maximale periode van 2 boekjaren.

Vermelding van de afwijking en motivering daarvan in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening of, bij gebrek daaraan, in de controleverklaring van de commissaris

Due diligence”-werkzaamheden: Geen uitzondering voorzien voor de OOB’s.

De beperking is ook niet van toepassing op de opdrachten voorgeschreven door Europese of nationale wetgeving (=wettelijke opdrachten) zoals bijvoorbeeld inbreng in natura, fusie, omzetting, enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Onafhankelijkheid en auditcomité

A

De commissaris dient:
1. jaarlijks aan het auditcomité schriftelijk zijn onafhankelijkheid van de vennootschap te bevestigen;
2. jaarlijks aan het auditcomité alle voor de vennootschap verrichte bijkomende diensten te melden;
3. met het auditcomité overleg te voeren over de bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid en de veiligheidsmaatregelen die zijn genomen om deze bedreigingen in te perken, zoals door hem onderbouwd.

20
Q

Rol auditcomités mbt commissaris

A

Algemene uitbreiding van de rol van het auditcomité voor de onafhankelijkheidsaspecten
*Voorafgaande goedkeuring van de verenigbare niet-controlediensten, door middel van bijvoorbeeld:
- Het opstellen van richtlijnen en het ten uitvoer leggen van procedures
- Het vaststellen van “white lists” ter aanvulling op de “black lists”-aanpak die uitgaat van de lidstaten

Verplichtingen voor de auditor
Zich ervan vergewissen “dat die dienstverlening voor de onafhankelijkheid (…) geen bedreiging vormt die door de toepassing van veiligheidsmaatregelen niet kan worden teruggebracht op een aanvaardbaar niveau”
* Jaarlijks aan het auditcomité zijn onafhankelijkheid bevestigen aan de hand van een jaarlijks verslag
* Het auditcomité in kennis stellen indien “de totale honoraria die van een organisatie van openbaar belang in elk van de laatste drie opeenvolgende boekjaren worden ontvangen, meer dan 15 procent bedragen van de totale honoraria van de auditor” en bespreken van de bedreigingen en de veiligheidsmaatregelen; eventueel de opdracht onderwerpen aan een kwaliteitsbeoordeling door een derde auditor.

21
Q

Toezicht op het beroep

A

Hoge Raad voor de Economische Beroepen (normgevende aspecten)

IBR Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren
* Organiseert de toegang tot het beroep (stage -toekenning en intrekking van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor)
* Houdt het openbaar register bij
* Is belast met de permanente vorming van de bedrijfsrevisoren
* Geniet een initiatiefrecht inzake normen (onder de verantwoordelijkheid van de HREB)

College: CTR = College van toezicht op de bedrijfsrevisoren
* Is de bevoegde autoriteit (in de zin van de Europese wetgeving) voor het toezicht op de bedrijfsrevisoren
* Is volkomen onafhankelijk van het beroep
* Is rechtstreeks belast met de kwaliteitscontrole en het toezicht op alle bedrijfsrevisoren van OOB’s en niet-OOB’s
* Verzekert het toezicht op de opdrachten die de wet toevertrouwt aan het IBR

Sanctie-commissie (FSMA)

Raadgevende vergadering voor het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor
* CTR
* HREB
* IBR
* FOD Economie

22
Q

Het College van Toezicht

A
  • Autonome instelling met rechtspersoonlijkheid.
  • Volkomen onafhankelijk van het beroep van bedrijfsrevisor
  • Opdracht = toezien op de naleving van de bepalingen van de wet van 2016
  • Organiseert het toezicht op de bedrijfsrevisoren en voert zijn opdrachten uitsluitend uit in het algemeen belang
  • Financiering van het publiek toezicht door de bedrijfsrevisoren (ontvangst van de bijdragen door het IBR waarvan een deel bestemd is voor de werkzaamheden van het College)
  • Onderwerpt alle bedrijfsrevisoren (van OOB’s en niet-OOB’s) aan
    1. een systeem van kwaliteitscontrole (dus niet langer tussenkomst van het IBR)
    1. een systeem van toezicht (dus niet langer tussenkomst van het IBR)
  • Kan in omzendbrieven, na raadpleging van de HREB, alle maatregelen vaststellen voor de toepassing van de bepalingen van de wet en de koninklijke uitvoeringsbesluiten. Deze omzendbrieven worden gepubliceerd op internet.
  • Beslist de sanctiecommissie te adiëren
  • Draagt de eindverantwoordelijkheid voor de opdrachten die de wet delegeert aan het IBR:
    1. De toekenning en de intrekking van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor
    1. Bijhouden van het register
    1. De permanente vorming
  • Publiceert jaarlijks zijn werkprogramma en een activiteitenverslag over zijn opdrachten
23
Q

Het College van Toezicht - Kwaliteitscontrole

A

Het College:
* Organiseert een systeem van kwaliteitscontrole voor alle bedrijfsrevisoren (ongeacht het feit of zij al dan niet OOB’s controleren)
* Het College
1. Organiseert de controles en het verloop ervan op basis van een risicoanalyse en dit ten minste om de 6 jaar (3 jaar voor OOB-dossiers)
1. Definieert de te volgen methodologie die in evenredige verhouding moet staan tot de omvang en de complexiteit van de te controleren activiteiten
1. Maakt jaarlijks de algemene geaggregeerde resultaten van de kwaliteitscontrole openbaar.

OOB-dossiers:
het College moet noodzakelijkerwijs een beroep doen op inspecteurs extern aan het beroep. Een externe inspecteur is “niet-beroepsbeoefenaar”, i.e. een persoon die eventueel bedrijfsrevisor kan zijn geweest, maar die in dit geval het beroep al ten minste 3 jaar heeft verlaten, of ook personeelsleden van de FSMA.
Niet-OOB-dossiers:
het College kan een beroep doen op actieve bedrijfsrevisoren (momenteel zijn 38 bedrijfsrevisoren effectief belast met deze opdracht ).

24
Q

Het College van Toezicht - Toezicht

A

Het College onderwerpt alle bedrijfsrevisoren (ongeacht het feit of zij al dan niet OOB’s controleren) aan een systeem van toezicht
* Het onderzoekt de klachten en organiseert het toezicht volgens een methodologie die het College bepaalt.

De Sanctiecommissie mag de volgende sancties treffen:
* Waarschuwing;
* Berisping;
* Openbare verklaring op de website van de FSMA, waarin de naam van de voor de inbreuk verantwoordelijke persoon en de aard van de inbreuk worden vermeld;
* Voorlopig verbod van maximaal drie jaar voor de bedrijfsrevisor of het auditkantoor;
* Openbare verklaring dat de controleverklaring niet voldoet aan de eisen;
* Voorlopig verbod van maximaal drie jaar voor een lid van een bedrijfs-revisorenkantoor of een lid van een leidinggevend of bestuursorgaan van een organisatie van openbaar belang om functies in bedrijfsrevisorenkantoren of organisaties van openbaar belang te bekleden;
* Intrekking van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor;
* Administratieve geldboete die niet meer mag bedragen dan 2.500.000 euro voor hetzelfde feit of geheel van feiten.

25
Q

Hoge Raad voor de Economische Beroepen

A
  • Behoud normgevende bevoegdheid
  • Scheiding tussen de normgevende pool en de individuele pool
  • Verwijzing naar de ISA’s
  • Het IBR behoudt zijn initiatiefrecht
  • De normen blijven bindend, alsook de aanbevelingen, tenzij kan worden aangetoond dat de niet-toepassing van deze laatste geen afbreuk doet aan de onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor

Openbare consultatie en dubbele goedkeuring vereist (HREB + Minister met bekendmaking in het BS en op de website van het IBR)

  • De HREB mag het College raadplegen
26
Q

IBR

A

De volgende opdrachten worden door de wet gedelegeerd aan het IBR, onder het toezicht van het College:
* De toekenning en de intrekking van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor (natuurlijk persoon en kantoor)
* Met inbegrip van de organisatie van de stage
* De inschrijving, de registratie, het houden en het bijwerken van het openbaar register
* De organisatie van de permanente vorming

27
Q

Toegang tot het beroep

A
  • Stagecommissie bestaande uit 10 leden die de organisatie en het verloop van de stage beheert
  • Zij brengt jaarlijks verslag uit aan de Raad van het IBR
  • Zij kan vrijstellingen voor de stage-examens verlenen.
  • Jaarlijkse evaluatie van het verloop van de stage door de Stagecommissie

Toegang tot het beroep
* Nationaliteit van een EU-lidstaat of verblijfplaats in België/EU
* Betrouwbaar zijn
* Masterdiploma
* Geslaagd zijn voor de examens (aantonen van de bekwaamheid met betrekking tot 23 vakgebieden waaronder de ISA’s en IFRS)
* Ten hoogste 60 jaar oud zijn op het ogenblik van de aanvang van de stage en ten hoogste 65 jaar bij de eedaflegging
* Verbonden zijn met een bedrijfsrevisorenkantoor of een geregistreerd auditkantoor (stageovereenkomst als werknemer of zelfstandige)
* Stage van 3 jaar – minstens 1.000 uren revisorale opdrachten per jaar
* De stage kan worden ingekort indien minimum 15 jaar relevante ervaring met de uitoefening van het beroep kan worden aangetoond
* De stage kan worden verlengd met maximum 3 jaar
* De stage kan worden opgeschort voor gecumuleerde periodes van maximum 5 jaar
* Stagedagboek wordt jaarlijks door de Stagecommissie beoordeeld
* Theoretische en praktische stage-examens
* Theoretische examens kunnen worden afgelegd al dan niet in de hoedanigheid van stagiair
* Praktische examens kunnen worden afgelegd in de hoedanigheid van stagiair

Bekwaamheidsexamens voor jury van 5 leden (mondelinge + schriftelijke proef)

28
Q

Intrekking hoedanigheid bedrijfsrevisor

A
  • Art. 9, § 3 van de wet van 7 december 2016 bepaalt dat de hoedanigheid van bedrijfsrevisor door
    het IBR kan worden ingetrokken wanneer aan de voorwaarden voor de toekenning van deze hoedanigheid niet meer is voldaan
  • Met uitzondering van de voorwaarden bepaald in art. 5, § 1, 6° en art. 7, § 1, 7° = ouder dan 65 jaar
  • In bijna alle gevallen gebeurt de intrekking op vraag van de bedrijfsrevisor (ontslag)
  • Maar ook, indien niet langer wordt voldaan aan de betrouwbaarheids-voorwaarde, kan het IBR de hoedanigheid van bedrijfsrevisor intrekken
    Betrouwbaarheidsvoorwaarde =
    1. Niet beroofd zijn geweest van de burgerlijke en politieke rechten
    1. Niet in staat van faillissement verklaard zijn geweest zonder eerherstel te hebben gekregen
    1. Geen gevangenisstraf, zelfs voorwaardelijk, van 3 maanden of meer hebben gekregen voor één van de strafbare feiten van “economische” aard
  • Het College kan zich tegen de beslissing van het IBR verzetten (binnen 7 dagen)
  • De beslissing van intrekking van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor wordt geacht te zijn genomen door het College
  • De betrokken bedrijfsrevisor kan een beroepsprocedure instellen bij de Raad van State
29
Q

Revisorenvennooschap

A
  • Diverse mogelijke rechtsvormen
  • Effecten op naam
  • Het maatschappelijk doel is niet langer beperkt tot de revisorale activiteiten
  • Aandeelhouderschap
    1. Aandeelhouders: verwijzing naar effectenhouderschap: bedrijfs-revisoren, wettelijke auditors of andere
    1. Vennoten: verwijzing naar de activiteit: controle door de bedrijfs-revisoren of wettelijke auditors (EU)
  • Bestuursorgaan
    1. Meerderheid: bedrijfsrevisoren, wettelijke auditors, revisorenvennootschappen
    1. Minderheid: niet-bedrijfsrevisoren of daarmee gelijkgestelden
  • De vertegenwoordigers moeten het zelfstandigenstatuut hebben
  • Geen goedkeuring door de Raad van het IBR vereist voor de vennootschappen en de middelenvennootschappen
30
Q

Netwerk

A

Definitie (art. 3:56 WVV)
“Onder “netwerk” wordt verstaan de grotere structuur:
1° die op samenwerking is gericht en waartoe een bedrijfsrevisor of een geregistreerd auditkantoor behoort, en
2° die duidelijk is gericht op winst- of kostendeling, of het delen van gemeenschappelijke eigendom, zeggenschap of bestuur, een gemeenschappelijk beleid en procedures inzake kwaliteitsbeheersing, een gemeenschappelijke bedrijfsstrategie, het gebruik van een gemeenschappelijke merknaam of een aanzienlijk deel van de bedrijfsmiddelen.”

Vermelding in het openbaar register

31
Q

Transparantieverslag

A
  • Toepassing: op wettelijke auditors of auditkantoren die organisaties van openbaar belang controleren
  • Publicatie op de website uiterlijk 4 maanden na afsluiting van hun boekjaar
  • Elektronische handtekening

Het jaarlijkse transparantieverslag bevat ten minste de volgende informatie:
* een beschrijving van de juridische en eigendomsstructuur van het auditkantoor
* indien de wettelijke auditor of het auditkantoor tot een netwerk behoort
1. een beschrijving van het netwerk en van de juridische en structurele regelingen binnen het netwerk
1. de naam van alle wettelijke auditors die alleen werken en auditkantoren die tot het netwerk behoren
1. de landen waarin elke wettelijke auditor die alleen werkt en elk audit-kantoor dat tot het netwerk behoort, bevoegd is als wettelijke auditor of zijn statutaire zetel, centraal bestuur of hoofdvestiging heeft
1. de totale omzet die de wettelijke auditors die alleen werken en audit-kantoren die tot het netwerk behoren, behalen met de wettelijke controle van jaarlijkse financiële overzichten en geconsolideerde financiële overzichten een beschrijving van de bestuursstructuur van het auditkantoor
* een beschrijving van het interne kwaliteitscontrolesysteem van de wettelijke auditor of van het auditkantoor en een verklaring van het leidinggevende of bestuursorgaan betreffende de doeltreffendheid van de werking van dit systeem
* de datum waarop de laatste kwaliteitsbeoordeling zoals bedoeld in artikel 26 heeft plaatsgevonden
* een lijst van de organisaties van openbaar belang waarbij de wettelijke auditor of het wettelijke auditkantoor het afgelopen jaar wettelijke controles van financiële overzichten heeft uitgevoerd
* een verklaring betreffende de praktijken van de wettelijke auditor of het auditkantoor op het gebied van de onafhankelijkheid, waarin tevens wordt bevestigd dat een interne beoordeling van de naleving van de onafhankelijkheidsvereisten heeft plaatsgevonden
* een verklaring inzake het door de wettelijke auditor of het auditkantoor gevolgde beleid betreffende de permanente scholing van wettelijke auditors
* informatie over de grondslagen voor de beloning van vennoten in auditkantoren
* een beschrijving van het beleid van de wettelijke auditor of het audit-kantoor betreffende het rouleren van voornaamste vennoten en personeel
* informatie over de totale omzet van de wettelijke auditor of het audit-kantoor, ingeval deze informatie niet openbaar is gemaakt in de financiële overzichten, uitgesplitst in
1. inkomsten ontvangen voor de wettelijke controle van jaarlijkse financiële overzichten en geconsolideerde financiële overzichten van organisaties van openbaar belang en entiteiten die behoren tot een groep van ondernemingen waarvan de moederonderneming een organisatie van openbaar belang is
1. inkomsten ontvangen voor de wettelijke controle van jaarlijkse financiële overzichten en geconsolideerde financiële overzichten van andere entiteiten
1. inkomsten ontvangen voor toegestane niet-controlediensten geleverd aan entiteiten die worden gecontroleerd door de wettelijke auditor of het auditkantoor; en
1. inkomsten ontvangen voor niet-controlediensten geleverd aan andere entiteiten

32
Q

ISQC 1

A

Deze norm zal vervangen worden door ISQM 1 en ISQM 2 uiterlijk op 15/12/2023
ISQC 1 zal vervangen worden door
* ISQM 1 : kantoor organisatie
* ISQM 2 : engagement quality review

ISQC 1 betreft de kantoororganisatie met als doel het waarborgen van de kwaliteit binnen het kantoor en heeft meer bepaald betrekking op:
* De verantwoordelijkheid van het management voor het implementeren van kwaliteit binnen het kantoor
1. Procedures en richtlijnen om een interne cultuur te bevorderen, gebaseerd op het feit dat kwaliteit essentieel is bij de uitvoering van opdrachten
* Het toewijzen van verschillende personen met voldoende autoriteit aan verschillende interne functies (bijv.: Head of Audit)
* De beginselen inzake cliëntaanvaarding en voortzetting van de cliëntrelatie
1. Aanvaardingsprocedures en betrokken personen
1. Contact met de voorgaande confrater
1. Documentatie
1. Communicatie

  • Naleving van de ethische voorschriften
    1. Procedures en instructies met betrekking tot onafhankelijkheid
    1. Cooling off-periode, one to one-regel, belangenconflict, niet-betaling van de honoraria, enz.
    1. Onafhankelijkheidsverklaring
    1. Veiligheidsmaatregelen
  • Human resources
    1. Procedures gericht op het waarborgen dat er voldoende personeel is dat over de nuttige competenties beschikt
    1. Vorming
    1. Beoordeling
    1. Toewijzen van opdrachtteams
  • Het beheer van de opdrachten
    1. Planning van de opdrachten en naleving van de normen
    1. Opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling
    1. Verschillen van mening
    1. Second opinion, consultatie
    1. Documentatie met inbegrip van vergrendeling (lock down), enz.
    * De organisatie van de kwaliteitsbeheersing en de interne monitoring van het kantoor
    1. Het kantoor dient beleidslijnen en procedures vast te stellen waarin de aard, timing en omvang van een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling worden beschreven. In het kader van dergelijke beleidslijnen en procedures dient te worden bepaald dat de rapportage betreffende de opdracht pas wordt gedateerd als de opdrachtgerichte kwaliteits-beoordeling voltooid is
  • Regels met betrekking tot kwaliteitsbeheersingsopdrachten
    1. Verplicht voor de genoteerde vennootschappen (zelfs tweede markt) en voor de andere opdrachten die voldoen aan de door de vestiging vastgestelde criteria
    1. Vast te stellen beginselen en procedures over de timing en de organisatie van een kwaliteitsbeoordeling
    1. Documentatie van de kwaliteitsbeoordeling die dient plaats te vinden vóór de uitgifte van het verslag
    1. Uitgevoerd door een bedrijfsrevisor
    1. Vaststelling van de inhoud van de kwaliteitsbeoordeling (bespreking met de vennoot, beoordeling van de financiële overzichten en andere documenten met het oog op het valideren van de conclusie en het verslag
    1. Objectiviteit vereist van de auditor / onafhankelijkheid
    1. Onopgeloste aangelegenheden
  • Monitoring
    1. Proces voor het controleren van de toepassing van de normen en procedures (met inbegrip van deze betreffende de kwaliteit)
    1. Inspectie van ten minste één voltooide opdracht per opdracht-partner. Het kantoor dient criteria vast te stellen voor de selectie van te controleren opdrachten en een werkprogramma op te stellen voor de inspectie van deze opdrachten.
    1. Evaluatie van vastgestelde tekortkomingen
    1. Voorstel van corrigerende maatregelen en aanbevelingen
    1. Mededeling van de conclusies aan het personeel
    1. Behandeling van klachten en aantijgingen
    1. Implementatie van de nieuwe wetgevende bepalingen
33
Q

Archivering en bewaring

A

Verplichting om voor elke revisorale opdracht een controledossier aan te leggen dat uiterlijk 60 dagen na de datum van ondertekening van het controleverslag moet worden gesloten.
* Dit controledossier omvat ten minste de gegevens die zijn vastgelegd in toepassing van artikel 13, i.e. of hij voldoet aan de onafhankelijkheidsvereisten en of er sprake is van bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid en welke veiligheidsmaatregelen werden genomen om deze bedreigingen te beperken.
* Bewaring van het controledossier gedurende 5 jaar vanaf de datum van het controleverslag

Ter gelegenheid van de seminaries heeft het College aangegeven dat, zelfs al bewaren bedrijfsrevisorenkantoren steeds vaker hun dossiers elektronisch, het nog steeds mogelijk is om een dossier op papier te bewaren voor zover:
* er een gedetailleerde structuur en afzonderlijke inventaris is
* de inhoud gedateerd en ondertekend is
* er een verklaring op erewoord van de betrokken partner is met bevestiging van de archiveringsdatum

34
Q

Permanente vorming

A

1) Norm van 2021 (in werking getreden op 01/01/2022) met betrekking tot de permanente vorming
2) Permanente vorming: minimum 120 uren over 3 jaar
3) Minimum 8 uren per jaar vorming IBR
4) Voornaamste vakgebieden:
a. Controle
b. Plichtenleer + beroepsdoctrine
c. Boekhouding/consolidatie
d. Recht/fiscaliteit
e. Informatica + gegevensbescherming
f. Management/het communiceren
g. Bedrijfseconomie
h. Sociale vaardigheden
5) 6 categorieën
a. Categorie 1 : organisatie door IBR (seminaries, workshops, …)
b. Categorie 2 : organisatie door bedrijfsrevisorenkantoor (seminaries, workshops, …)
c. Categorie 3 : organisatie door vormingsoperatoren (seminaries, workshops, …)
d. Categorie 4 : deelname technische commissies IBR, ITAA, CBN, …
e. Categorie 5 : Voorbereiding van lessen, voordrachten, technische publicaties
f. Categorie 6 : Individuele vorming door lectuur en persoonlijke studie

35
Q

Handrekeningsbevoegheden

A
  • Aanstelling van een bedrijfsrevisor-natuurlijk persoon als vaste vertegenwoordiger die als enige de handtekeningsbevoegdheid heeft voor rekening van het bedrijfsrevisorenkantoor.
  • Opzegging van de vaste vertegenwoordiger enkel indien zijn opvolger tegelijkertijd wordt aangesteld.
  • Bedrijfsrevisor met een arbeidsovereenkomst: geen handtekeningsbevoegdheid.
  • Verplichting voor het bedrijfsrevisorenkantoor om aan de bedrijfsrevisor die het vertegenwoordigt, voldoende middelen te verstrekken en personeelsleden die over de nodige bekwaamheden beschikken.
  • Elk verslag, elke verklaring of certificering wordt ondertekend door een bedrijfsrevisor-natuurlijk persoon in eigen naam of als vaste vertegenwoordiger.
  • Opdracht in eigen naam: verbod om te tekenen in de hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger van het bedrijfsrevisorenkantoor.
  • Overmacht: mogelijkheid tot delegatie van handtekening.
36
Q

Beroepsgeheim - uitzonderingen

A

Artikel 86 van de wet van 7 december 2016 maakt artikel 485 van toepassing op de bedrijfsrevisoren, hun stagiairs en de personen voor wie zij instaan.

Buiten de uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht waarin artikel 458 voorziet (buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie, getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken), geldt deze plicht evenmin voor:
* De mededeling van een attest of van een bevestiging verricht met de schriftelijke toestemming van de onderneming waar zij hun taak uitoefenen;
* De mededeling van een attest of van een bevestiging gericht tot een commissaris of een persoon die in een onderneming naar buitenlands recht een gelijkaardige taak als die van commissaris uitoefent, binnen het kader van de hun toevertrouwde controle over de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening van een onderneming;
* De raadpleging door een bedrijfsrevisor in het kader van een opvolging in een revisorale opdracht, van de werkdocumenten van een bedrijfsrevisor die voorafgaandelijk dezelfde revisorale opdracht uitoefende;
* Het contact van een bedrijfsrevisor met een andere bedrijfsrevisor wanneer de eerste ertoe wordt gebracht om het werk of de attestering van de tweede in het gedrang te brengen, behalve in geval van verzet van de persoon die de opdracht aan de eerste bedrijfsrevisor heeft toevertrouwd;
* Het contact tussen een bedrijfsrevisor en het Instituut, zijn organen en het College;
* De overdracht van informatie, waaronder vertrouwelijke, gevraagd door een bevoegde autoriteit in het kader van zijn opdrachten en van de nationale en internationale samenwerking overeenkomstig de in hoofdstuk IV, afdeling III, bepaalde voorwaarden en de ter uitvoering ervan genomen maatregelen;
* De uitwisseling van informatie tussen de commissarissen of de bedrijfsrevisoren van vennootschappen die betrokken zouden zijn bij verrichtingen van fusies, splitsingen, gelijkgestelde verrichtingen, inbrengen van een algemeenheid of van een bedrijfstak;
* De mededeling van vertrouwelijke informatie aan iedere persoon die een taak uitoefent die door of krachtens de wet is vastgelegd en die deelneemt of bijdraagt aan de taken die verband houden met het toezicht op instellingen uit de bank- en financiële sector, die respectievelijk worden uitgevoerd door de Bank, de FSMA en, in voorkomend geval, de Europese Centrale Bank.

  • Acquisitieaudit: Ter herinnering: de informatieverstrekking en de raadpleging van werkdocumenten vallen niet onder de uitzonderingen op het beroepsgeheim
  • Groepsaudit: geen beroepsgeheim tussen de commissarissen van de consoliderende en de geconsolideerde entiteiten (idem EU en derde land)
  • Opvolging in een dossier: Ter herinnering: exclusieve finaliteit van het onderzoek van het dossier en het vertrouwelijk karakter ervan. Voorbeeldbrief voor het verlenen van toegang tot de werkdocumenten van de voorganger beschikbaar op de website van het ICCI.
37
Q

Beroepsgeheim - spreekplicht

A
  • In het kader van de verslaggeving aan de AV:
    1. de commissaris moet de inbreuken op de boekhoudwetgeving, het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de statuten melden
    1. Deze vermelding kan worden weggelaten wanneer de openbaarmaking van de overtreding aan de vennootschap onverantwoorde schade kan berokkenen, onder meer omdat het bestuursorgaan gepaste maatregelen heeft genomen om de aldus ontstane onwettige toestand te verhelpen.
  • Vraag om informatie tijdens de AV: de commissaris geeft antwoord op de vragen die door de aandeelhouders worden gesteld met betrekking tot zijn verslag. De commissaris moet geen antwoord geven op vragen die van aard zijn dat zij ernstig nadeel zouden berokkenen aan de vennootschap.
  • In het kader van de verslagen met betrekking tot wettelijke opdrachten (inbrengen in natura, quasi-inbrengen, omzetting, enz.): in functie van de informatie die krachtens de wet in het verslag moet worden opgenomen
  • Informatie aan de ondernemingsraad: de commissaris dient het bestuursorgaan op de hoogte te brengen van leemten in de aan de OR verstrekte inlichtingen. Bij gebrek aan reactie binnen een maand, dient hij de OR daarvan in kennis te stellen
  • Mededeling aan de voorzitter van de ondernemingsrechtbank: in het kader van artikel 3:69 WVV, wanneer de continuïteit bedreigd wordt en de RvB niet op afdoende wijze geantwoord heeft op de brief van de commissaris
  • Bank / Verzekeringen: melding aan de NBB van elementen die de situatie van de entiteit sterk kunnen beïnvloeden
  • Antiwitwaswet: melding aan de CFI bij vermoeden van witwassen van geld
38
Q

Beroepsgeheim - uitzonderingen gerechtelijke procedure

A
  • Getuigenis in rechte: de bedrijfsrevisor schendt het beroepsgeheim niet indien hij als getuige op burgerlijk/strafrechtelijk gebied voor het gerecht wordt gedaagd, maar hij heeft de keuze om al dan niet te spreken
  • Rechten van verdediging: wanneer de bedrijfsrevisor als beklaagde wordt gehoord. Hij heeft de keuze om te spreken of te zwijgen
  • Huiszoekingen: bewijselementen die vallen onder het beroepsgeheim: de nota’s van de bedrijfsrevisor/cliënt en de briefwisseling met zijn cliënt vallen onder het beroepsgeheim
  • Opgelet: geen toegang tot het dossier/geen communicatie naar
    1. de curatoren
    1. de gerechtsdeskundigen (zelfs niet met toestemming van de cliënt)
    1. De beroepsbeoefenaars in het kader van een acquisitieaudit
39
Q

Beroepsgeheim - opsporingsonderzoek

A
  • Opsporingsonderzoek = geheel van handelingen van de procureur des Konings die ertoe strekken de misdrijven, hun daders en de bewijzen ervan op te sporen en de gegevens te verzamelen die dienstig zijn voor de uitoefening van de strafvordering
  • Verhoor: de bedrijfsrevisor moet zwijgen
  • Opvraging van stukken: de bedrijfsrevisor moet zwijgen
  • Plaatsbezoek: Wanneer een bepaald misdrijf op het kantoor van een bedrijfsrevisor is gepleegd, is de bedrijfsrevisor verplicht een plaatsbezoek te ondergaan en kan hij zich daartegen niet verzetten, ook niet op grond van zijn beroepsgeheim. Er is wel een huiszoekingsbevel van de onderzoeksrechter vereist. In geval van een betrapping op heterdaad heeft de Procureur des Konings echter alle bevoegdheden van de onderzoeksrechter.
  • Huiszoeking: door de onderzoeksrechter. Indien er een bevel van de onderzoeksrechter is, kan de bedrijfsrevisor zich niet tegen een huiszoeking verzetten, ook niet op grond van zijn beroepsgeheim.
  • Inbeslagneming: zelfde beginsel als voor de huiszoeking
40
Q

Beroepsgeheim - gerechtelijk onderzoek

A
  • Verhoor:
  • De verdachte en de getuige zijn verplicht gevolg te geven aan een oproeping van de onderzoeksrechter om voor hem te verschijnen.
  • De verdachte heeft evenwel steeds het recht te zwijgen. Een getuige is verplicht de vragen die hem door de onderzoeksrechter worden gesteld te beantwoorden.
  • Er bestaan twee uitzonderingen op de algemene spreekplicht van de getuige:
    1. de getuige die gehouden is door het geheim op basis van artikel 458 van het Strafwetboek. Deze getuige heeft het recht te zwijgen, maar is daartoe niet verplicht
    1. de getuige die meent dat hij zich door zijn verklaringen zou blootstellen aan een strafvervolging. Deze getuige kan zwijgen, maar indien zou blijken dat er geen enkele reden is om voor de strafvervolging te vrezen, kan die getuige tot een geldboete worden veroordeeld wegens het feit dat hij weigert te spreken.
  • Opvraging van stukken: idem verhoor
  • Plaatsbezoek: hetzelfde principe als bij de verrichting van een huiszoeking in het opsporingsonderzoek
  • Huiszoeking:
    1. De bedrijfsrevisor kan zich niet verzetten tegen de uitvaardiging van de onderzoeksrechter van een huiszoekingsbevel
    1. De bedrijfsrevisor moet erover waken dat hetgeen onderzocht wordt betrekking heeft op het voorwerp van het onderzoek: de bedrijfsrevisor is gerechtigd om naar het precieze voorwerp van het onderzoek te vragen en hij dient zijn verzet te laten acteren tegen de weigering van de onderzoeksrechter om het precieze voorwerp van het onderzoek mee te delen of tegen het onderzoek van gegevens of stukken die geen betrekking hebben op het onderzoek
  • Inbeslagneming: corollarium van de huiszoeking
    1. Tenzij hij zelf verdachte is, zal de bedrijfsrevisor zich op grond van zijn beroepsgeheim kunnen verzetten tegen inbeslagneming van de stukken die gedekt zijn door het beroepsgeheim.
    1. Aanbeveling IBR: natrekken, in geval van afwezigheid van de onderzoeksrechter, of wel rechtsgeldig een huiszoekingsbevel werd afgegeven aan de officier van politie en in het proces-verbaal van inbeslagneming zijn voorbehoud laten opnemen in verband met het beroepsgeheim, waartoe hij met toepassing van artikel 458 van het Strafwetboek is gehouden.
    1. Informaticagegevens: de gerechtelijke instanties kunnen noch gegevens extern aan het onderzoek meenemen, noch er toegang toe hebben.
41
Q

Bezolding commissaris

A
  • Kan niet worden gekoppeld aan de resultaten van de dienstverlening door de bedrijfsrevisor
  • Geen commissie/voordeel verbonden met de aanvaarding van de opdracht
  • De honoraria zijn gebaseerd op de complexiteit van de opdracht, de aard/omvang van de vereiste prestaties
  • Opdrachtbrief
  • Voorschotten op honoraria zijn gebruikelijk
  • De activiteit van de bedrijfsrevisoren mag niet afhangen van een beperkt aantal cliënten
  • Bezoldiging van de commissaris: vast bedrag vastgesteld bij de aanvang van de opdracht en niet afhankelijk van andere opdrachten

De beroepsbeoefenaars wordt aanbevolen om algemene verkoopvoorwaarden op te stellen (opgenomen in de opdrachtbrief of in de bijlage)

42
Q

Opzegging en ontslag commissaris

A
  • In de artikelen 3:66 en 3:67 WVV wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen twee gevallen:
    1. De opzegging: het initiatief tot onderbreking gaat uit van de gecontroleerde vennootschap (om wettige redenen en door de AV) – verschil van mening/conflict over de honoraria of niet-overschrijding van de drempels zijn onaanvaardbaar
    1. Het ontslag: het initiatief tot onderbreking gaat uit van de commissaris (aan de AV –schriftelijk verslag over de beweegredenen)
  • Art. 3:66 §2 verwijst naar de beëindiging van het mandaat in onderling overleg. Dit neemt wellicht niet weg dat steeds één van beide procedures moet gerespecteerd worden.
  • Bovendien moet het College steeds in kennis worden gesteld van de onderbreking tijdens de uitvoering van het mandaat door de bedrijfsrevisor en de vennootschap waarbij de reden voor onderbreking van het mandaat moet worden vermeld.
  • Voor de OOB’s kan een verzoek voor de opzegging van een commissaris ook worden ingediend bij de ondernemingsrechtbank door elke aandeelhouder die minstens 5% van de stemrechten of van het kapitaal vertegenwoordigt, of door het College
43
Q

Contact confrator

A

1) Contact met de confrater-voorganger
* Verplichting alvorens een opdracht te aanvaarden
* Raadpleging van werkdocumenten: de uittredende bedrijfsrevisor heeft de verplichting om zijn confrater-opvolger zijn werkdocumenten te laten inkijken
* Betaling van de honoraria van de voorganger: het is confraterneel wenselijk dat de klant wordt verzocht om een oplossing te zoeken voor eventueel betwiste honoraria
2) Contact met de aangestelde confrater
* Een bedrijfsrevisor die een opdracht moet uitvoeren bij een cliënt waar een confrater als commissaris is aangesteld, moet deze laatste hiervan op de hoogte brengen.
3) In opspraak brengen van het werk van een confrater
* “Wanneer een bedrijfsrevisor het werk of de verklaring van een andere bedrijfsrevisor zou kunnen in opspraak brengen, brengt hij, voor zover het beroepsgeheim zich daar niet tegen verzet, hem onmiddellijk op de hoogte van de punten waarover er een meningsverschil bestaat
* Uitzondering op het beroepsgeheim (art. 86 wet van 7/12/2016): “het contact van een bedrijfsrevisor met een andere bedrijfsrevisor wanneer de eerste ertoe wordt gebracht om het werk of de attestering van de tweede in het gedrang te brengen, behalve in geval van verzet van de persoon die de opdracht aan de eerste bedrijfsrevisor heeft toevertrouwd

44
Q

Centralised acceptance procedures at BDO

A

BDO Belgium has implemented a centralised system for documentation of account/project acceptance procedures. Projects will only be available for time registration and invoicing after acceptance procedures have been completed successfully. The results of these procedures are archived at the moment of approval and can be accessed at any time in the accounts app.

There is no mandatory requirement to copy the full documentation of the acceptance procedures in your APT workspace.

There are however two other mandatory (existing) requirements:
1. Engagement teams are to hold off on APT creation until the acceptance procedures have been approved and the project is live in ION;
2. The engagement partner needs to review the results and risk classification of the client and project acceptances and assess the impact on our risk assessment and audit procedures.
a. In the RER questionnaire, engagement teams document if any issues have been identified.
b. If issues have been identified, these are included in our normal risk assessment procedures (e.g. separate risks are raised and evaluated)

45
Q

Engagement team actions – COI checks at BDO

A

The conflict of interest (COI) check is done at the start of every new project acceptance. It is mandatory that a new project acceptance is initiated for every new assignment for new and existing clients (e.g. BOMS for existing audit clients, …). For project renewals (existing audit mandates), no automatic COI checks are initiated. Teams need to evaluate if an updated COI check is required. Indications to update the COI check include (but are not limited to) the following situations:
- New shareholders
- Group changes
o Acquisitions
o Change of control

The evaluation to launch a COI check needs to be made at least yearly or earlier if there are indications that it is required. Voluntary COI checks are always possible on the request of the Engagement Partner.
It is the responsibility of the engagement partner to initiate the new COI check and provide the updated group structure to independence.