Begrippen week 6 Flashcards
1
Q
Kracht van gewijsde
A
Wanneer er geen gewoon rechtsmiddel meer open staat
2
Q
Gezag van gewijsde
A
Vonnis/arrest heeft bindende kracht
3
Q
Conservatoir beslag
A
Bezwarende maatregel
4
Q
Bezwarende maatregelen (4)
A
- conservatoir beslag
- bewaarneming
- bewind
- boedelbeschrijving
5
Q
Rechtsgevolgen beslag (3)
A
- onttrekking aan beslag = strafbaar
- onttrekking aan beslag = o.d.
- Blokkerende werking
6
Q
Blokkerende werking
A
Vervreemding of bezwaring regardeert beslaglegger niet (behoudens derdenbescherming)
7
Q
Executie
A
Tenuitvoerlegging van veroordelende vonnissen & andere executoriale titels
8
Q
Grosse
A
Uitspraak gegoten in executoriale titel
9
Q
Verschillende soorten executie (5)
A
- Verhaalsexecutie
- Reële executie
- Directe executie
- Indirecte executie
- Parate executie
10
Q
Indirecte executie
A
Geld via omweg > prikkels creëeren > dwangsom of lijfsdwang
11
Q
Directe executiemiddelen
A
Executoriaal beslag + verkoop
12
Q
Dwangsom verbeuren
A
Dwangsom betalen