Begrippen week 5 Flashcards
Vonnis (sluitstuk van de procedure)
- Rechterlijk oordeel
- Grosse (kan ten uitvoer gelegd worden) 430 Rv
Dictum
Uiteindelijke antwoord.
- Moet duidelijk worden gemotiveerd
Deelvonnis
Gedeeltelijk eindvonnis
Gewone rechtsmiddelen (3)
Schorsende werking?
Verzet, Hoger beroep, cassatie.
- WEL schorsende werking
Bijzondere rechtsmiddelen (2)
Schorsende werking
Derdenverzet, herroeping
- GEEN schorsende werking
Schorsende werking
Schorst de tenuitvoerlegging + na kracht van gewijsde niet meer in te stellen.
Basismodel appelprocedure
1) Dagvaarding (geen motivering nodig)
2) Memorie van grieven (motivering)
3) Memorie van antwoord
Tweeconclusieregel/in beginsel strakke regel
In beginsel geen mondelinge behandeling, maar in bepaalde situaties kan dat wel.
Devolutieve werking
De appelrechter moet de zaak in beginsel zelf afdoen en mag dus niet terugverwijzen.
Negatieve zijde devolutieve werking
Hof is gebonden aan grieven (= klachten) die appellant formuleert. Dus moet je zorgvuldig je grieven formuleren, anders mag je er niks meer over zeggen.
Grievenstelsel
Hof is gebonden aan grieven (= klachten) die appellant formuleert.
Incidenteel appel
Appel dat wordt ingesteld door de geïntimeerde.
Geïntimeerde
Degene die in Hoger Beroep opgeroepen wordt.
Reformatio in peius
In hoger beroep mag de uitspraak voor de appellant niet nadeliger zijn dan de bestreden uitspraak.
2 soorten oordelen hoger beroep
1) Gehele/gedeeltelijke bekrachtiging
2) Vernietiging bestreden uitspraak > rechter moet nieuwe beslissing nemen of zaak terugverwijzen.