begrippen TW7 Flashcards

1
Q

Afhankelijkheidstheorie

A

rijke landen zijn rijk doordat arme landen worden uitgebuit en enkelzijdig afhankelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anarchistische wereldorde

A

er zijn wel regels, maar geen heerser die controleert of die regels worden nageleefd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Besluit

A

beslissing van een vergadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cultuurrelativisme

A

iedere cultuur is uniek en we mogen andere culturen niet beoordelen vanuit onze eigen cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Empirisch onderzoek

A

iets wordt onderzocht door middel van interviews, enquêtes en/of observaties, ofwel door middel van waarneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Europese Unie

A

samenwerkingsverband van 27 Europese Staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fragiele Staat

A

land dat niet de middelen heeft om de bevolking veiligheid te bieden, zij heeft haar monopoliepositie verloren aan rebellen of andere organisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geopolitiek

A

landen/staten zijn afhankelijk van elkaar, maar ze willen ook zoveel mogelijk macht (over elkaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gezag

A

macht die als legitiem beschouwd wordt en vrijwillig wordt aanvaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Globalisering

A

het proces dat zaken over de hele wereld verspreidt worden: economie, maar ook politieke en militaire invloed, en cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Institutionalisering

A

bestaande normen en waarden worden vastgelegd in organisaties (er worden organisaties opgericht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Intergouvernementele organisatie

A

samenwerking tussen staten, waarin staten zich gebonden hebben aan een verdrag, maar volledig soeverein blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Internationaal recht

A

Recht dat geldt tussen staten onderling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Nationalisme

A

ideologie die het eigen land als uitgangspunt neemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Multinational

A

bedrijf met vestigingen in meerdere landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

NAVO

A

Noord-Atlantische verdragsorganisatie, militair samenwerkingsverband

17
Q

niet-gouvernementele organisaties (NGO’s)

A

organisaties die niet afhankelijk zijn van de overheid en zich richten op een maatschappelijk belang (bijv. Greenpeace)

18
Q

Sociaal constructivistische theorie

A

hoe mensen naar dingen kijken heeft invloed op wat er gaat gebeuren

19
Q

Sociale ongelijkheid

A

hoe mensen hun omgeving zien door hun relaties met anderen en de samenleving

20
Q

Soeverein/soevereiniteit

A

hoogste machthebber of hoogste macht

21
Q

Staatssoevereiniteit

A

hoogste macht ligt bij de staat, bij de overheid

22
Q

Verhouding

A

onderlinge betrekking tussen personen, getallen, etc.

23
Q

Verenigde Naties

A

samenwerkingsverband tussen 198 landen in de wereld