Begrippen H3 & H4 Flashcards

1
Q

Enkelvoudige rente

A

Elk jaar wordt (bij een vaststaand rentepercentage) hetzelfde bedrag aan rente uitgekeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Premie

A

Het te betalen bedrag per jaar aan een verzekeringsmaatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Samengestelde rente

A

Over de rente van het voorgaande jaar wordt in het nieuwe jaar ook rente uitgekeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aandeel

A

Eigendomsbewijs van een (klein stukje van een ) bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Besloten vennootschap

A

Ondernemingsvorm waarbij de waarde van het bedrijf is verdeeld in aandelen. De aandelen worden niet openbaar verkocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eenmanszaak

A

Een ondernemingsvorm waarin een persoon de eigenaar, de leiding heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Freelancer

A

Ander woord voor zzp’er

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kamer van koophandel

A

De kamer van koophandel helpt bedrijven en voert wetten uit zoals handelsregeringswet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Naamloze vennootschap

A

Ondernemingsvorm waarbij de waarde van het bedrijf is verdeeld is in aandelen de aandelen worden openbaar verkochjt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ondernemer

A

Combineert productiefactoren natuur arbeid en kapitaal om een product of dienst te maken waarmee geld (winst) wordt verdient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ondernemingsplan

A

Een plan waarin de startende ondernemer uitlegt hoe het bedrijf gaat werken en wat er nodig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rechtspersoon

A

Een organisatie die zelf bezittingen en schulden kan hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vennootschap onder firma

A

Ondernemingsvorm waarbij twee of meer personen eigenaar zijn van de onderneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zzp’er

A

Zelfstandige zonder personeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Afschrijvingskosten

A

De kosten van de waardevermindering van kapitaalgoederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bedrijfskosten

A

De kosten van het bedrijf behalve de inkoopwaarde van de omzet

17
Q

Brutowinst

A

De omzet-inkoopwaarde van de omzet

18
Q

Btw

A

Kostprijsverhogende belasting op bijna alle goederen en diensten

19
Q

Eigen vermogen

A

Totaal vermogen- vreemd vermogen

20
Q

Financieringsplan

A

Het plan dat uitlegt hoe de onderneming aan het geld komt om te kunnen starten

21
Q

Inkoopwaarde van de omzet

A

Het bedrag waarvoor de ondernemer de goederen zelf heeft ingekocht

22
Q

Investeringsbegroting

A

Een overzicht van de verwachte uitgaven om een bedrijf te starten

23
Q

Nettowinst

A

Brutowinst- bedrijfskosten

24
Q

Resultatenbegroting

A

Een overzicht van alle verwachte kosten en obrengsten

25
Q

Totaal vermogen

A

De totale waarde van alle bezittingen van het bedrijf of eigen vermogen + vreemd vermogen

26
Q

Voorraad goederen

A

De hoeveelheid goederen die in het bedrijf aanwezig is

27
Q

Vreemd vermogen

A

De schulden van het bedrijf

28
Q

Resultatenrekening (winst-en-verliesrekening)

A

Overzicht van de opbrengsten, kosten en winst in een jaar