Begrippen 7 Flashcards
Abolitionisme
Beweging waarvan de aanhangers streden voor afschaffing van de slavernij
Ancien régime
Letterlijk; De oude orde. Benaming voor de tijd voor de Franse Revolutie toen er nog sprake was van een standenmaatschappij en absolutisme
Constitutionele monarchie
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd een koning is die gebonden is aan de grondwet (constitutie)
Democratische revolutie
Een verandering in het bestuur van een land die in een grondwet wordt vastgelegd en waarbij het volk meer macht krijgt ten koste van de macht van de vorst en/of regenten
Grondrechten
Vrijheidsrechten die burgers bescherming bieden tegen een oneerlijke behandeling door de overheid of door burgers
Grondwet
Een wet (constitutie) waarin de grondbeginselen van een staat en de rechten en plichten can de burgers en de overheid staan
Natuurlijke rechten
Rechten die een mens vanaf zijn geboorte bezit en losstaan van de wetten die de overheid heeft ingesteld. Ze gelden voor ieder mens overal
Plantagekolonie
Een overzees gebiedsdeel met grote landbouwgebieden waar slaven handelsgewassen voor de Europeese markt verbouwden
Ratio
Het verstand, de rede
Rationeel optimisme
Het vertouwen dat de samenleving beter en eerlijker kan worden door het gebruik van ratio
Restauratie
Terugbrengen naar hoe het vroeger was
Revolutionair
Iemand die vernieuwende ideeën snel en zonder aarzelen wil doorvoeren in de samenleving
Slavernij
Systeem waarbij iemand eigendom is van een ander
Sociaal contract
Denkbeeldig verdrag tussen de mensen onderling om een politieke samenleving of staat te vormen
Trias politica
Scheiding van de macht; wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht