Begrippen 2.4 Flashcards
1
Q
Eigen risico
A
Het deel van de schade dat je zelf moet betalen.
2
Q
Polis
A
Een bewijs dat je een verzekering hebt afgesloten.
3
Q
Premie
A
Een bedrag dat je als verzekerde betaalt voor een verzekering
4
Q
Risico
A
De kans dat je schade hebt.
5
Q
Polisvoorwaarden
A
Omschrijving van alles waar je wel of geen recht hebt op een verzekering
6
Q
Verzekeraar
A
Verzekeringsmaatschappij; Bedrijf waar je een verkezering kunt afsluiten.
7
Q
Verzekerde
A
Degene die een verzekering afsluit.
8
Q
Verzekering
A
Bij een verzekering betaalt de verzekeraar de financiele gevolgen van schade.