Begrippen 2.2 Flashcards
1
Q
Geldfuncties
A
- Ruilmiddel
- Spaarmiddel
- Rekenmiddel
2
Q
Rente (Bij sparen)
A
Een vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaargeld (Rente wordt berekend in % per jaar)
3
Q
Sparen
A
Nu een deel van je geld niet uitgeven maar
bewaren voor later.