Begrippen

Question 1

Eeuwige sneeuw

Answer 1

Sneeuw in het hooggebergte die het hele jaar blijft liggen

Question 2

U-dal

Answer 2

Dal dat in een vorm van een U is en ontstaan door de schurende werking van een gletsjer

Question 3

V dal

Answer 3

Dal dat de vorm van een V heeft een en dat is ontstaan door de schurende werking van een rivier

Question 4

Sedimentatie

Answer 4

Het neerleggen van materiaal door water, ijs en wind

Question 5

Benedenloop

Answer 5

Laatste stuk van een rivier bij de zee waar weinig reliëf is en waar de rivier langzaam stroomt

Question 6

Bovenloop

Answer 6

Het eerste stuk van een rivier vanaf de bron war veel reliëf is en waar de rivier snel stroomt

Question 7

Middeloop

Answer 7

Het deel van de rivier tussen de bovenloop en benedenloop waar nog wel wat reliëf is maar waar de rivier minder snel stroomt dan in de bovenloop

Question 8

Waterkringloop

Answer 8

De voortdurende verplaatsing van water waarbij het water steeds overgaat van de toestand in de andere vast, vloeibaar en gasvorming

Question 9

Sediment

Answer 9

Het materiaal zoals stenen, steentjes, grind, zand en klei wat ijs, water en wind meenemen en ergens anders neerleggen

Question 10

Condenseren

Answer 10

Het veranderen van waterdamp in vloeibaar water

Question 11

Erosie

Answer 11

De schurende werking van water, ijs en wind

Question 12

Gletsjers

Answer 12

Hooggelegen ijsmassa die heel langzaam naar beneden stroomt

Question 13

Morene

Answer 13

Het sediment dat door ijs word meegenomen en ergens anders wordt neergelegd