Beeldvorming en Ioniserende Straling Flashcards

1
Q

ALARA-principe

A

As Low As Reasonable Achievable: dit betekent dat er in principe zo weinig mogelijk ioniserende straling gebruikt wordt, alleen als het echt nodig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke soorten afbeeldingen heb je?

A

Functioneel, anatomisch, projectie en reconstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aan welke eisen voldoet een functionele afbeelding

A
  • Groot contrast tussen ziek en gezond;
  • Aandacht wordt naar het probleem getrokken;
  • Overzicht: hele lichaam;
  • Biologische verandering is vaak al eerder dan de anatomische verandering (meer bloed toestroom bijvoorbeeld);
  • Gevoeligheid is hoog, kan een kleine hoeveelheid tracer detecteren;
  • Met gebruik van goede tracer is het geschikt voor een specifieke vraagstelling;
  • Anatomische informatie is beperkt;
  • Resolutie is beperkt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Deterministische effecten

A

Effecten die zeker optreden, vanaf een straling van 250 mSv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stochastische effecten

A

Effecten die kunnen optreden, maar de kans hierop wordt groter als de dosis groter wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ioniserende straling

A

Straling die beschikt over voldoende energie om elektronen vrij te maken. De lading van het atoom wordt hierdoor positief. Ionen kunnen schade veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Straling van binnen

A

Straling van binnen is emissie en dit heeft een langdurig effect. Er wordt een radioactief gelabelde stof in het lichaam geïnjecteerd. Vervolgens gaat de stof op een interessante plek zitten en het röntgenapparaat kan de hoeveelheid uitgezonden radioactiviteit op verschillende plekken in het lichaam meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Straling van buiten

A

Je ziet absorptie en er is sprake van een tijdelijk effect. Je ziet de verzwakkingscoëfficiënt voor röntgenstraling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Transmissie

A

Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een uitwendige stralingsbron. de verzwakking van straling door de weefsels wordt gemeten in de uittredende bundel. Voorbeelden hiervan zijn röntgenfoto’s en CT-scans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Emissie

A

Het meten van straling die door het lichaam zelf uitgezonden is. De uittredende straling geeft een indruk van de interne structuur. Een voorbeeld is een MRI-scaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Reflectie

A

Het waarnemen van teruggekaatste straling na instraling van buitenaf. Een voorbeeld is echograftie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvan is de keuze voor een bepaalde techniek afhankelijk

A

Van bijvoorbeeld de kosten, wat er weergegeven moet worden en de mate van de stralingsbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke verschillende soorten technieken ken je

A

Röntgenfoto’s, planigrafie, gammacamera (scintigrafie), contrasttechnieken, PET, PET-CT, SPECT en CT-scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kenmerken van een röntgenfoto

A

2D-projectie, van buitenaf, anatomisch, röntgenstraling en totale verzwakking langs lijn boven pixel is de eigenschap die wordt afgebeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de kenmerken van een CT-scan

A

3D-reconstructie, van buiten, anatomisch, röntgenstraling en verzwakkingscoëfficiënt is de eigenschap die wordt afgebeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de kenmerken van een Scintigrafie

A

2D-Projectie, van binnen, fucntioneel, gammastraling en de totale activiteit lang lijn boven pixel is de eigenschap die wordt afgebeeld

17
Q

Wat zijn de kenmerken van een PET

A

3D-reconstructie, van binnen, functioneel, trager produceert bèta-straling, gedetecteerd wordt gammastraling en de concentratie van activiteit is de eigenschap die wordt afgebeeld