Beco SE3

Question 1

Afzet

Answer 1

Aantal verkochte stuks.

Question 2

Formule: omzet

Answer 2

P x Q

Question 3

Constante kosten

Answer 3

Kosten die niet veranderen bij een hogere afzet.

Question 4

Variabele kosten

Answer 4

Kosten die veranderen bij een hogere afzet.

Question 5

Af te dragen btw

Answer 5

Het verschil tussen de te betalen btw en de te vorderen btw.

Question 6

Formule: inkoopwaarde van de omzet

Answer 6

Afzet x inkoopwaarde

Question 7

Afschrijvingen

Answer 7

Het minder waard worden van duurzame productiemiddelen.

Question 8

Formule: afschrijvingskosten

Answer 8

(Aanschaf - restwaarde) : levensduur

Question 9

Formule : afschrijvingspercentage

Answer 9

Afschrijving : aanschaf x 100%

Question 10

Formule: boekwaarde

Answer 10

Aanschafprijs - afschrijvingen tot dat moment

Question 11

Formule: bedrijfsresultaat

Answer 11

TO - TK

Question 12

Formule: loonkosten

Answer 12

uurloon x uren

Question 13

Formule: financieringsresultaat

Answer 13

interestopbrengst - interestkosten

Question 14

Break-evenpunt

Answer 14

Punt bij TO=TK, waarbij de opbrengsten gelijk zijn aan de kosten.

Question 15

Formule: break-evenomzet

Answer 15

Break-even afzet x prijs

Question 16

Formule: beak-evenafzet

Answer 16

TCK : (p-gvk)

Question 17

Veiligheidsmarge (met formule)

Answer 17

Hoeveel kan de omzet dalen voordat het resultaat 0 wordt.
(Omzet - BEO) : omzet x 100%

Question 18

Formule: gewenste afzet

Answer 18

(TCK + privé opname) : (P - GVK)

Question 19

Dekkingsbijdrage (met formule)

Answer 19

Verschil tussen de opbrengst en de variabele kosten.
TO - TVK
P - GVK

Question 20

Formule: premie (risico)

Answer 20

Kans x schade

Question 21

Doorlopend krediet

Answer 21

Een maximale afgesproken grens wat je mag lenen.

Question 22

Huurkoop

Answer 22

In termijnen betalen waarbij het na laatste termijn jouw bezit is.

Question 23

Koop op afbetaling

Answer 23

In termijnen betalen waarbij het meteen jouw bezit is.

Question 24

Formule: enkelvoudige interest

Answer 24

Beginbedrag x rente x perioden

Question 25

Lineaire hypotheek

Answer 25

De aflossing is altijd gelijk en de rente wordt steeds minder.

Question 26

Annuïteitenhypotheek

Answer 26

Je betaald altijd hetzelfde bedrag aan lasten waarin het deel van de aflossing steeds sneller groter wordt.

Question 27

Formule: nettolasten

Answer 27

Brutolasten - belastingvoordeel

Question 28

Formule: samengestelde interest

Answer 28

Eindwaarde = beginwaarde x 1+rente ^ n
Beginwaarde = eindwaarde : 1+rente ^ n

Question 29

Formule: liquiditeit: current ratio

Answer 29

VLA : KVV

Question 30

Formule: liquiditeit: quick ratio

Answer 30

(VLA - voorraden) : KVV

Question 31

Formule: solvabiliteitratio

Answer 31

TV : VV

Question 32

Formule: rentabiliteit EV

Answer 32

Winst : gem. EV x 100%

Question 33

Formule: rentabiliteit IVV

Answer 33

Interestkosten : gem VV x 100%

Question 34

Formule: rentabiliteit TV

Answer 34

(Winst + interestkosten) : gem. TV x 100%

Question 35

Cashflow

Answer 35

nettowinst na belasting + afschrijvingen