Beademing Flashcards
Indicaties beademing
- Hypoxemie
- Hypercapnie
- Cardiaal falen (diepe cardiogene shock) waarbij circulatie max ondersteund dient te worden
- Aandoeningen waarbij de luchtwegen onvoldoende vrij zijn (geen beademingsindicatie, wel intubatie)
Wat zijn de zones van West?
Een indeling van de longen op basis van V/P verhouding (bovenste is altijd 1, onderste altijd 3: dit wisselt dus bij buikligging)
1: V>P
2: V=P
3: V<p></p>
Doelen beademing
- V/P-verhouding in balans brengen
- Normaliseren alveolaire ventilatie
- Overname/reductie ademarbeid
- Balans klinisch beeld, ABG (adequate oxygenatie & pH-doel) en getallen
Wat is ventilatie, distributie, diffusie en perfusie?
Ventilatie: lucht in en uit de longen
Distributie: verdeling lucht over alveoli
Diffusie: concentratieverschillen tussen alveoli en bloedbaan heffen op
Perfusie: doorbloeding van het longvaatbed (mogelijkheid om CO2 en O2 af en aan te voeren)
Welke medicatie wordt gebruikt bij intubatie
- Pijnstilling
- Sedatie
- Spierverslapping
Waaruit bestaat de ademcyclus?
- Actieve inspiratie
- Passieve inspiratie (plateautijd)
- Expiratie
Wat is compliantie en elasticiteit?
Compliantie: uitrekbaarheid van de longen, hoeveel druk nodig is om inademing tot stand te brengen
Elasticiteit: terugvormbaarheid van de longen na uitrekking (is bij uitademing passief), is afhankelijk van hoeveelheid weefsel en oppervlaktespanning
Wat betekent het om een hoge of lage compliantie te hebben?
Lage compliantie = stugge longen (veel druk nodig voor een bepaald volume erin)
Hoge compliantie = slappe longen (weinig druk nodig)
Wat is resistance?
Luchtwegweerstand van luchtwegen, tube, swivel en slangen. Hoge beginweerstand door smalle diameter tube, wordt minder als het stroomgebied wijder wordt
Wat stel je in en wat bewaak je bij volumegestuurde beademing?
Instellen: Frequentie, PEEP en Vt -> Vast AMV
Bewaken: Ppiek en Pplat (variabel)
Wat stel je in en wat bewaak je bij drukgestuurde beademing?
Instellen: Frequentie, PEEP en PS/PC boven PEEP –> nooit te hoge druk
Bewaken: Vt, AMV
Effect beademing op circulatie
Door PEEP:
- Verminderde verneuze return door positieve druk (ipv aanzuigende negatieve druk) -> lage RR
- Lagere hartpompfunctie
- Dichtdrukken longvaten (minder perfusie)
- Hoge ICP (belemmering terugstroom v. Cava)
Wat is PEEP?
Positive end-expiratory pressure. Druk die aan het einde van de uitademing overblijft in de longen. Voorkomt het collaberen van de alveoli.
Definitie + doel balloneren
Manuele inflatie van de longen met teugen 50% groter dan geleverde volume van de beademing met hogere inspiratoire druk.
Doel: verbeteren oxygenatie, overnemen beademing, rekruteren en sputum mobiliseren
Positieve effecten balloneren
- Betere oxygenatie
- Minder atelectase
- Groter diffusieoppervlak
- Verkleinen risico op VAP’s
Negatieve effecten balloneren
- Barotrauma
- Volutrauma
- Sputumprop niet los of dieper
- Pneumothorax
- Verhoging intrathoracale druk -> lage CO
- Hoge ICP
- N.Vagusprikkeling (bradycardie, lage RR)
Relatieve contraindicaties balloneren
- Tracheachirurgie
- Instabiele thorax
- Ongedraineerde pneumothorax
- Hoge ICP
- Hypotensie
- Bradycardie/tachycardie
- Ritmestoornissen
- Stollingsstoornissen
- Trombopenie
- Broncospasme
- Shock
Wat is het AMV?
Ademminuutvolume = Vt x Freq
Waarbij heb je een afwijkend capnogram?
- Hypoventilatie: oplopende EtCO2-curve
- Hyperventilatie: aflopende EtCO2-curve
- Bronchospasme: steiler oplopende toppen en hogere waarden
- Cardiac arrest/ruiterembolie: direct verdwijnen EtCO2
- Oesofagale intubatie: heel weinig EtCO2, verdwijnend
- Rebreathing bij COPD/astma: omhoogklimmende curve met airtrapping
Hoe regel je de oxygenatie en wanneer heb je te maken met welke soort problemen?
- Eerst FiO2 ophogen –> effect: longprobleem
- > Geen effect: PEEP verhogen bij shunt
Wat is trigger en welke drie soorten zijn er?
Signaal waarop een ademteug gestart wordt (patiënt regelt dit)
- Druktrigger: Druk wordt even iets negatiever als poging tot inademing
- Flowtrigger: Deel van de biasflow in het systeem wordt door patiënt ‘weggezogen”
- NAVA: op basis van elektrische activiteit van het middenrif
Waaraan herken je een druk- en volumegestuurde curve?
Druk: decelerend flowpatroon (afnemende flow), geen no-flowfase, blokvormige drukcurve (constante druk)
Volume: blokvormig flowpatroon (constante flow), drukcurve met plateaufase (no-flow)