Basiswoordenlijst- [15,17] Flashcards
In
+acc
- Tot in
- Tot op
+abl
- In
- Op
Inde
- Daarvandaan
2. Daarna
Inquit
Zegt hij, zei hij
Inter
+acc
Tussen, te midden van
Interea
Intussen
Ipse
Ipsa, ipsum
Zelf
Is
Ea, id
Die/dat
Iste
Ista, istud
Die/dat (daar)
Ita
- Zo
2. Ja
Itaque
Dus, dan ook
Labor
Laboris, m
Moeite, zware arbeid
Laetus
Laeta, laetum
Vrolijk, blij
Latus
Laat, latum
Breed, wijd
Lâtus (subst.)
Lateris, onz
Zijkant
Levis
Levis, leve
Licht
Lex
Legis, vr
Wet
Libertas
Libertatis, vr
Vrijheid
Licuit
Licere, liceo
Onpersoonlijk.
Het mag
Licet +dat
Het is toegestaan
Locus
Loci, m
Plaats
Longus
longa, longum
Lang
Locutus (ww)
Loqui, loquor, tegere
Spreken
Lux
Lucis, vr
Licht
Longe
- Ver
2. Veruit
Magnus
Magna, Magnum
Groot
Maior
Maior, maius
Groter
Malui (ww)
Malle, malo
Liever willen
Malus
Mala, malum
Slecht
Mansi
Manere, maneo
- Blijven
- Te wachten staan
Manus
Manūs, vr
- Hand
- Troep
Mare
Maris, onz, corpus
Zee
Mater
Matris, vr
Moeder
Maximus
Maxima, maximum
- Zeer groot
- Grootst
Medius
Media, medium
Middelste
Melior
Melior, melius
Beter, flinker
Mens
Mentis, vr
- Geest
- Gedachte
Metus
Metūs, m
Vrees
Meus
Mea, meum
Mijn
Miles
Militis, m
Soldaat
Milia
Milium, onz, mv
Duizendtallen
Minimus
Minima, minimum
Zeer klein, kleinst
Miser
Misera, miserum
Ongelukkig
Misi (ww)
Mitere, mito
Zenden, sturen
Modus
Modi, m
- Maat
- Manier
Mons
Montis, M, dux
Berg
Mortuus (ww)
Mori, morior
Sterven
Mors
Mortis, vr
De dood
Mos
Moris, M
- Gewoonte
- Wijze
Movi
Movere, moveo
- Bewegen
- Beïnvloeden
Mulier
Mulieris, vr
Vrouw
Multi
Multae, multa
Vele(n)
Munus
Muneris, onz
- Ambt
- Geschenk
Murus
Muri, m
Muur
Mutare
Muto
Veranderen
Magis
Meer
Maxime
- Zeer
2. Het meest
Mille
Duizend
Minime
Helemaal niet
Minus
Minder
Modo
- Slechts
2. Zo even
Natus (ww)
Nasci, nascor, tegere
Geboren worden
Natura
Naturae, vr
Natuur
Navis
Navis, vr, dux
Schip
Nolui
Nolle, nolo, velle
Niet willen
Nomen
Nominis, onz
Naam
Novi
Noscere, nosco
- Leren kennen
- (Perf) kennen
Noster
Nostra, nostrum
Ons
Novus
Nova, novum
Nieuw
Nox
Noctis, vr
Nacht
Nullus
Nulla, nullum
Geen
Numerus
Numeri, m
- Getal, aantal
- groep
Nuntius
Nuntii, m
- Bode
- Bericht
Nam (que)
Want
Ne
+Conj
- Opdat niet
- Dat … Niet
- Dat (na vrezen, verhinderen)
-ne?
(Leidt een vraag in)
Nec…nec…
Noch…noch…
Nec/neque
- En niet
2. Ook niet
Necesse et
Het is noodzakelijk
Nemo
Niemand
Neque…neque…
Noch…noch…
Neque
- Ook niet
2. En niet
Nihil
Niets
Nisi
- Al niet
2. Tenzij
Non
Niet
Non iam
Niet meer
Non modo…, sed etiam…
Niet alleen…, maar ook….