Basiswoorden Flashcards
مرحبا
Marhaba
Hallo
صباح الخير
Sabah al-khayr
Goedemorgen
مساء الخير
Masa al-khayr
Goedenavond
صباح النور
Sabah al-nur
Goedemorgen (als reactie)
Lett: Ochtend van het licht
مساء النور
Masa al-nur
Goedenavond (als reactie)
Lett: Avond van het licht
كيفك؟
Kayfak?
Hoe gaat het?
أنا بخير
Ana bi khayr
Met mij gaat het goed
وكيف أنت؟ / وكيفك؟
Wa kayfa anta? / Wa kayfak?
En hoe gaat het met jou?
ما اسمك؟
Ma ismoeka? (man)
Wat is je naam (aan een man)?
ما اسمك؟
Ma ismoeki? (vrouw)
Wat is je naam (aan een vrouw)?
اسمي شاهر
Ismi Shahir
Ik heet Shahir
وما اسمك؟
Wa ma ismoeka/i?
En wat is jouw naam?
تشرفت
Tasharraft
Aangenaam kennis te maken
أنا أيضاً
Ana aydan
Ik ook!
ماذا تدرس؟
Madha tadrous?
Wat studeer je?
أدرس الطب
Adrous a tib
Ik studeer geneeskunde
الاثنين
Al-ithnayn
Maandag
الثلاثاء
Al-thulathaa
Dinsdag
الأربعاء
Al-arba’aa
Woensdag
الخميس
Al-khamees
Donderdag
الجمعة
Al-jum’a
Vrijdag
السبت
Al-sabt
Zaterdag
الأحد
Al-ahad
Zondag
أنا
Ana
Ik
أنتَ
Anta (m)
Jij (man)
أنتِ
Anti
Jij (vrouw)
هو
Huwa
Hij
هي
Hiya
Zij (enkelvoud)