Basisstof 2: De bloedsomloop Flashcards

Thema 3

1
Q

Hoe noem je de weg die het bloed door je lichaam aflegt?

A

De bloedsomloop. Het hart pompt het bloed door de bloedvaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 3 type bloedvaten?

A

De slagaders, haarvatten en aders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doen de slagaders?

A

Zij stromen met een kracht weg van het hart en stromen naar organen toe. Ze vertakken zich in steeds fijnere bloedvaten en de wand wordt daarbij steeds dunner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de haarvatten?

A

De haarvatten zijn de kleinste bloedvaatjes. De wand van de haarvatten zijn maar 1 cellaagje dik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de aders en hun functie?

A

De aders zijn haarvatten die weer samen komen in grotere bloedvaten. Door de aders stroomt het bloed terug naar het hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ziet zuurstofrijk en zuurstofarm bloed eruit?

A

Zuurstofrijk: helderrood
Zuurstofarm: donkerrood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe heten de meeste (slag)aders?

A

Ze hebben de naam van het orgaan waar ze bloed naartoe of vanaf voeren, bijvoorbeeld de beenslagaders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de uitzonderingen van de namen van (slag)aders?

A

Twee aders en een slagader van het hart: onderste en bovenste holle ader en de aorta.
De poortader is er nog 1. Deze vervoert bloed uit de wand van het darmkanaal naar de lever en is zuurstofarm, zuurstof wordt daar namelijk verbruikt voor verbranding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor kan het bloed in de poortader sterk wisselen?

A

Doordat er in de dunne darm voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed, na een maaltijd bevat het bloed bij de poortader daarom ook veel voedingsstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent de kleine bloedsomloop?

A

De rechterhelft van het hart pompt het bloed door naar beide longen, de beide longen zorgen ervoor dat het bloed weer terugstroomt naar het hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er in de grote bloedsomloop?

A

Daar wordt zuurstof en voedingsstoffen afgegeven aan de cellen en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opgenomen in het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom heet de bloedsomloop bij de mens de dubbele bloedsomloop?

A

Dat komt doordat het bloed 2 keer door het hart stroomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom zijn de wanden van de slagaders dik, elastisch en gespierd?

A

Omdat het hart het bloed pompt in de slagaders en daardoor is de bloeddruk van de slagaders hoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er als het hart bloed in de slagaders perst?

A

Dan zetten de slagaders uit en veren ze weer terug. Je kan dat bijvoorbeeld voelen aan je pols.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er door de haarvaten?

A

Daar kan vocht met zuurstof en voedingsstoffen de haarvaten verlaten en naar de cellen toe gaan. Ook witte bloedcellen kunnen de haarvaten verlaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er allemaal bij verbranding en wat heeft dat te maken met de haarvaten?

A

De cellen verbruiken zuurstof en voedingsstoffen bij verbranding. Daarbij komen koolstofdioxide en andere afvalstoffen vrij. Die kunnen de haarvaten dan weer opnemen door de dunne wand heen.

17
Q

Waarom zijn de wanden van de anders minder dik en elastisch dan die van de slagaders?

A

Omdat de bloeddruk van aders laag is.

18
Q

Is de hartslag in de aders voelbaar en hoe diep liggen ze in je lichaam?

A

Die is niet meer voelbaar en ze liggen meestal minder diep in je lichaam, denk aan de aders in je handen?

19
Q

Wat doen de aderkleppen?

A

De aderkleppen laten het bloed slechts in 1 richting stromen. De kleppen helpen dan mee het bloed terug te voeren naar het hart. Ze voorkomen dat het bloed door de zwaartekracht terugstroomt naar de organen.

20
Q

Hoe ziet de opbouw van een slagader en ader eruit?

A

Ze hebben een laag dekweefsel met daaromheen een dikke laag spierweefsel en daaromheen bindweefsel. Bij anders is die laag spierweefsel dunner.

21
Q

Wat is de spierpomp?

A

Het aanspannen en ontspannen van spieren.

22
Q

Waar zorgt de spierpomp voor?

A

Daardoor ontstaat er afwisselend veel en weinig druk op de aders. Bijvoorbeeld in de kuit. (ontspannen: weinig druk, beide kleppen open) (aanspannen: veel druk, alleen bovenste klep open).