Basale psychiatrie

Question 1

Wat zijn de 3 hoofdgroepen psychische functies?

Answer 1

1. Cognitieve functies
2. Affectieve functies
3. Conatieve functies

Question 2

Onderzoek van welke van de 3 psychische functies beslaat het grootste gedeelte van het psychiatrisch onderzoek?

Answer 2

Cognitieve functies

Question 3

Welke 9 onderdelen vormen het onderzoek van cognitieve functies?

Answer 3

1. Bewustzijn
2. Aandacht
3. Concentratie
4. Oriëntatie
5. Geheugen
6. Intellectuele functies
7. Waarnemingen
8. Vorm van denken
9. Inhoud van denken

Question 4

Voor welke psychische toestand is verhoogde afleidbaarheid een belangrijke aanwijzing?

Answer 4

Manie

Question 5

In welke dimensies wordt oriëntatie onderzocht?

Answer 5

1. Tijd
2. Plaats
3. Persoon

Question 6

Welke vormen van geheugen worden getest bij onderzoek van cognitieve vaardigheden? (3)

Answer 6

1. Semantisch geheugen: algemene feiten of interessegebieden van de patiënt
2. Episodisch geheugen: gebeurtenissen uit de levensgeschiedenis van de patiënt
3. Procedureel geheugen: herinneren en kunnen uitvoeren van impliciet aangeleerde vaardigheden

Question 7

Welke onderwerpen worden onderzocht bij het onderzoek van de intellectuele functies? (5)

Answer 7

1. Abstractievermogen
2. Executieve functies
3. Intelligentie
4. Oordeelsvermogen
5. Ziekte-inzicht

Question 8

Wat is een hallucinatie?

Answer 8

Een waarneming zonder dat een externe stimulus aanwezig is

Question 9

Wat is een derealisatie?

Answer 9

Onaangename, subjectieve ervaring van vervreemding t.o.v. omgeving

Question 10

Wat is een depersonalisatie?

Answer 10

Onaangename, subjectieve ervaring van vervreemding t.o.v. zichzelf/eigen lichaam

Question 11

Wat is een illusionaire vervalsing?

Answer 11

Kortdurende foutieve zintuigelijke waarneming van een werkelijke externe prikkel

Question 12

Wat wordt verstaan onder de ‘vorm van het denken’?

Answer 12

Mn. snelheid van het denken

Question 13

Wat wordt verstaan onder ‘inhoud van het denken’?

Answer 13

Logica van de samenhang van gedachten

Question 14

Wat is wijdlopig denken?

Answer 14

Moeite hebben met hoofd- en bijzaken te onderscheiden

Question 15

Wat is een gedachtevlucht?

Answer 15

Snelle gedachten, waarbij snel van het ene naar het andere overwerp wordt overgegaan

Question 16

Welke screeningstool wordt gebruikt om te screenen op cognitieve stoornissen, en de ernst hiervan vast te stellen?

Answer 16

Mini-mental state examination (MMSE)

Question 17

Wat is volgens de MMSE de afkapwaarde voor cognitieve stoornissen?

Answer 17

> 24

Question 18

Welke typen hallucinaties zijn er te onderscheiden? (5)

Answer 18

1. Akoestische hallucinatie: geluiden of stemmen horen
2. Visuele hallucinatie: zien van schimmen, mensen of voorwerpen
3. Olfactorische hallucinatie: ruiken van geuren
4. Gustatoire hallucinatie: iets proeven of smaak hebben in de mond
5. Haptische hallucinatie: iets onder de huid of in het lichaam voelen

Question 19

Wat is synesthesie?

Answer 19

Koppelen van een gewaarwording in het ene zintuig met een waarneming in het andere zintuig (bijv. geluiden met een kleur)

Question 20

Wat is de definitie van denken?

Answer 20

1. Vermogen doelgerichte, logische volgorde van voorstellingen, ideeën, symbolen en associaties te genereren,
2. die ontspringen aan een taak of probleem
3. en die leiden tot een op de werkelijkheid gerichte conclusie

(cijfers geven onderdelen van definitie aan)

Question 21

Wat zijn betrekkingsideeën?

Answer 21

Patiënt kent aan gebeurtenissen een speciale betekenis toe, maar is te corrigeren

Onderdeel van de denkstoornissen

Question 22

Wat zijn betrekkingswanen?

Answer 22

De inhoud van de waan is een onjuiste overtuiging van de relatie tussen patiënt en buitenwereld

Onderdeel van de denkstoornissen

Question 23

Wat zijn wanen?

Answer 23

Een oncorrigeerbaar denkbeeld bij de patiënt, dat in strijd is met de werkelijkheid

Onderdeel van de denkstoornissen

Question 24

Wat is een beïnvloedingswaan?

Answer 24

De patiënt is ervan overtuigd de autonomie over het eigen denken te hebben verloren

Question 25

Wat zijn affectieve functies?

Answer 25

Betreffen affect, stemming en bijbehorende lichamelijke sensaties/verschijnselen

Question 26

Wat is anhedonie?

Answer 26

Niet meer kunnen ervaren van vreugde

Question 27

Wat zijn conatieve functies?

Answer 27

Betreffen willen, streven en handelen -> gedrag & handelen

Question 28

Welke 3 onderdelen worden geobserveerd bij een beoordeling van de psychomotoriek?

Answer 28

1. Gestiek 2. Mimiek 3. Spraak

Question 29

Wat is en belangrijk verschil tussen een dwanghandeling en een dranghandeling?

Answer 29

Dwanghandeling = egodystoon -> gaat gepaard met angstgevoelens, angst wordt verminderd door dwanghandelingen Dranghandeling = egosyntoon -> komt voor uit een innerlijk verlangen van de patiënt en vervullen van de handeling geeft een gevoel van opluchting/lust/voldoening

Question 30

Wat is een psychiatrische ziekte?

Answer 30

1. Ziekte met psychische symptomen en/of door psychische oorzaken 2. Leidend tot subjectief lijden en/of problemen in functioneren

Question 31

Wat is de hiërarchische volgorde van de psychische functies?

Answer 31

1. Cognitieve functies 2. Affectieve functies 3. Conatieve functies

Question 32

Wat is het verschil tussen een classificatie en diagnose?

Answer 32

Classificatie = beschrijving van het ziektebeeld volgens DSM-5 criteria Diagnose = classificatie + etiopathologie, invloed op dagelijks leven van de patiënt

Question 33

Uit welke onderdelen bestaat een beschrijvende psychiatrische diagnose? (4)

Answer 33

1. Etiologie 2. Etiopathogenese 3. Psychiatrische ziekte/stoornis 4. Symptomen

Question 34

Wat is de hiërarchie van syndromen? Wat zegt deze hiërarchie?

Answer 34

1. Cognitief -> cognitieve functies 2. Psychotisch -> cognitieve functies 3. Stemming -> affectieve functies 4. Angst & dwang -> affectieve functies 5. Stress/aanpassing -> affectieve functies 6. Lichamelijke klachten -> somatische symptomen 7. Verslaving, drang -> conatieve functies Hoe hoger in de lijst, hoe sneller er iets aan moet worden gedaan (over het algemeen)

Question 35

Wat is de definitie van etiologie?

Answer 35

Oorzaak/oorzaken die tot een aandoening leiden

Question 36

Wat is de definitie van pathogenese?

Answer 36

Wijze waarop etiologische factoren tot een stoornis leiden

Question 37

Welke 3 groepen etiopathogenetische factoren, en welke 2 origines, worden gebruikt om een beeld te krijgen van de etiopathologie van een psychiatrisch ziektebeeld?

Answer 37

Groepen factoren: 1. Predisponerend -> draagkracht/kwetsbaarheid 2. Luxerend -> draaglast/omstandigheden 3. Onderhoudend Origines: 1. Neurobiologisch 2. Psychisch

Question 38

Op welke vraag geven de predisponerende etiopathogenetische factoren antwoord?

Answer 38

'Waarom deze patiënt' (-> wat maakt deze patiënt vatbaar?)

Question 39

Op welke vraag geven de luxerende etiopathogenetische factoren antwoord?

Answer 39

'Waarom nu?'

Question 40

Op welke vraag geven de onderhoudende etiopathogenetische factoren antwoord?

Answer 40

'Waarom nog?'

Question 41

Welke vierdeling wordt gemaakt in de classificatie van psychiatrische ziektebeelden?

Answer 41

1. Cognitieve en andere stoornissen met lichamelijke oorzaak 2. Psychotische stoornissen 3. Stemmingsstoornissen 4. Ontwikkelingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen

Question 42

Wat zijn belangrijke kenmerken van psychotische stoornissen? (6)

Answer 42

1. Onvermogen werkelijkheid van fantasie te onderscheiden 2. Geen ziektebesef 3. Hallucinaties en wanen 4. Onsamenhangende spraak 5. Chaotisch gedrag 6. Weinig gevoelens, apathie

Question 43

Wat is een belangrijk kenmerk van stemmingsstoornissen?

Answer 43

Normale kwaliteit van symptomen, maar verstoorde kwantiteit

Question 44

Wat is het doel van een psychiatrische diagnose?

Answer 44

Verklaren en begrijpen van de toestand van de patiënt