Ba1C1 Flashcards
Waardoor wordt ontlasting bruin?
door het bilirubine (afbraakstoffen van rode bloedcellen) dat in gal zit
Wat zijn de twee doelen van het maag-darmkanaal?
- opnemen van voeding
- voortduwen van voeding
In welke twee groepen zijn de afwijkingen in het maag-darmkanaal te verdelen?
- slijmvliesafwijkingen
- motiliteitsafwijkingen
Welke vier MDL aandoeningen kwamen het meest voor in de eerste helft van de 20e eeuw?
- infectieuze diarree
- virale hepatitis (A, B en C)
- tuberculose tr. digestivus
- peptisch ulcus, maagbloeding en maagperforatie, maagkanker (komt nog steeds veel voor)
Noem vier infectieuze diarreeën.
Salmonella
Shigella
Yersinia
Campylobacter
Waarom vormt een bloeding uit een ulcus in maag/duodenum een groot risico?
Bloeding/perforatie –> arteriële bloeding –> kan fataal zijn
Door welke bacterie worden ulcera en kanker in maag/duodenum veroorzaakt?
Helicobacter pylori
Welke twee vormen van endoscopie waren er tot 2000?
Gastroscopie: slokdarm, maag, begin twaalfvingerige darm
Coloscopie: dikke darm en laatste stuk dunne darm
Welke vorm van endoscopie kwam er rond 2000 bij?
Double Balloon Endoscopy (DBE), push and pull endoscopie, met een ballon en een controller daarvoor.
De dunne darm wordt soortvan ‘opgestroop’ over de ballonnetjes.
Wat heeft Gavriel Iddan uitgevonden?
Een camerapil die het maagdarmkanaal vastlegt
Wat was de grootste beperking van de eerste camerapil en wat was de oplossing daarvoor?
In de dikke darm ging die tuimelen, waardoor er geen 360 graden beeld werd opgenomen. Een nieuwe pil werd ontwikkeld met camera’s aan beide zijden.
Wat is het belang van stentplaatsing in de slokdarm?
verbetering van de kwaliteit van leven van de patiënt
Wat is een fistel?
een niet-natuurlijke verbinding tussen twee holle organen of tussen een hol orgaan en de buitenwereld
Waarvoor kan een stent in de slokdarm gebruikt worden?
bijvoorbeeld voor het aan de kant duwen van een tumor of voor het blokkeren van een fistel.
Wat is het syndroom van Boerhaave?
spontane ruptuur van de oesophagus
Wat is het verschil in training voor endoscopie tussen vroeger en nu?
Vroeger direct op de patiënt oefenen, tegenwoordig via spelletjes technieken aanleren
Welke twee gedeeltes van het gehemelte zijn er?
Pallatum durum (vooraan) Pallatum molle (achteraan)
Welke twee arci zijn er in de mondholte?
Arcus palatoglossus
Arcus palatopharyngeus
Wat zijn de drie functies van kauwen?
Voedsel verdelen in kleinere brokken
Oppervlakte voedsel vergroten
Voedsel mengen met speeksel en enzymen
Welke kauwspieren zijn er voor depressie (en protractie)?
twee tongbeenspieren
m. pterygoideus lateralis
(ook rol zwaartekracht)
Welke kauwspieren zijn er voor elevatie?
m. masseter
m. temporalis (+m. pterygoideus medialis)
Welke kauwspieren zijn er voor protractie en retractie?
m. pterygoideus lateralis
m. pterygoideus medialis
Door welke zenuw worden de kauwspieren geïnnerveerd?
n. mandibularis (V3 van n. trigeminus)
Door welke zenuw wordt de m. buccinator (geen kauwspier) geïnnerveerd?
n. facialis (VII)
Welke drie speekselklieren zijn er?
Glandula parotides
Glandula submandibularis
Glandula sublingualis
Door welke zenuw wordt de glandula parotidea geïnnerveerd?
n. glossopharyngeus
Welke ductus hoort bij de glandula parotides en waar loopt die?
(papilla) ductus parotideus, komt van boven, bij je kies
Hoe kun je zien of je te maken hebt met de gl. submandibularis of de gl. sublingualis?
gl. sublingualis ligt meer lateraal.
Welke ductus hoort bij de glandula sublingualis?
geen zichtbare ductus –> ducti sublingualis minores
Welke ductus hoort bij de glandula submandibularis?
Ductus submandibularis
Hoe heet het einde van de ductus submandibularis?
Caruncula sublingualis
Door welke zenuwen worden de speekselklieren geïnnerveerd?
n. facialis (VII) en n. glossopharyngeus (IX)
De innervering van de tong deelt de tong in twee delen. Welke zijn dit en hoe worden deze delen geïnnerveerd?
anterior:
- gevoel: n. lingualis (V2 van n. trigeminus)
- smaak: n. facialis (VII) via chorda tympani
posterior
- smaak en gevoel: n. glossopharyngeus
Welke zenuw zorgt voor beweging en vormverandering?
n. hypoglossus
Welke drie intrinsieke tongspieren zijn er?
m. transversus linguae =
m. verticalis linguae II
m. longitundinalis inf.
zie blz. 10 van Ba1C1.2
Noem de 4 extrinsieke tongspieren.
m. genioglossus
m. hypoglossus
m. platoglossus
m. styloglossus
Wat is de n. lingualis?
Aftakking van de mandibularis (V3), komt samen met de chorda tympani (van VII)
Uit welke drie delen bestaat de pharynx?
nasopharynx
oropharynx
laryngopharynx
Wat sluit de (laryngo)pharynx af van de larynx?
epiglottus
Op welke drie plaatsen wordt de oesophagus vernauwd?
pharynx
arcus aortae
diaphragma
Uit welke vier delen bestaat de maag?
cardia (ingang) fundus (bovenaan) corpus (grootste deel) antrum (pars pylorica (voor pylorus))
Wat zijn de drie spierlagen in de maag?
stratum longitudinale
stratum circulare
fibrae obliquae
Uit welke vier delen bestaat het duodenum?
pars superior (ampulla, bulbus)
pars descendens
pars horizontalis
pars ascendens
Welk deel van de dunne darm komt na het duodenum? En hoe heet het tweede deel?
jejunum, daarna ileum
Noem de verschillen tussen jejunum en ileum. Hoe kunnen deze verschillen verklaard worden?
jejunum:
- dikker
- veel plooien (er moet nog veel opgenomen worden)
- lange vasa recta (vocht moet snel weg)
ileum:
- lymfeknopen (Peyer’s patches) (relatief meer gifstoffen mogelijk)
- meer kronkelende vaatvoorziening
Wat is het devertikel van Meckel?
Uitstekend gedeelte van ileum dat mogelijk nog vast zit aan de umbilicus (navel)
Uit welke vier delen bestaat het colon?
colon ascendens colon transversum colon descendens colon sigmoideum (rectum)
Welke drie hulporganen zijn er voor de tractus digestivus?
hepar (lever)
vesilica biliaris (galblaas)
pancreas (alvleesklier)
Wat is de Latijnse benaming van de galblaas?
vesica biliaris
Wat is de volgorde van de twee ducti vanaf de vesica biliaris naar de alvleesklier
ductus cysticus
ductus choledochus
Welke drie hoofdarteriën komen er van de aorta en gaan richting de buikholte en welke organen voorzien ze van bloed?
truncus coeliacus
maag, duodenum, lever, milt, pancreas, galblaas
a. mesenterica superior
jejunum, ileum, colon ascendens en transversum
a. mesenterica inferior
colon transversum, descendens, sigmoideum, rectum
Welke drie venen komen er samen in de v. porta?
v. splenica
v. mesenterica superior
v. mesenterica inferior
Voor vorming van de buikholte, zie Ba1C1.3 blz 16-17
okay
Welke organen liggen intraperitoneaal?
maag
ileum en jejunum
colon transversum & sigmoideum
lever, milt, staart pancreas
Welke organen liggen (secundair) retroperitoneaal?
duodenum
colon ascendens en descendens
pancreas (behalve staart)
nieren
Welke organen liggen subperitoneaal?
rectum
blaas
baarmoeder en eierstokken / prostaat
Op welke drie manieren kun je de retroperitoneale ruimte benaderen?
- via omentum minus
- bovenlangs colon (onder maag)
- onderlangs colon
Welke ligamenten liggen er in het omentum minus?
lig. hepatogastricum
lig. hepatoduodenale
Waar ligt het lig. Treitz?
tussen overgang duodenum en jejunum en het middenrif (hiatus oesophagi)
Hoe heet het ligament tussen de maag en het colon transversus?
lig. gastrocolico
Wat zijn drie namen voor hetgat achter het omentum minus?
foramen omentale
foramen epiploicum
foramen van winslow
Noem vijf belangen van anatomie voor de patiënt
minder invasieve chirurgie, dus:
- minder pijn
- minder adhesies
- minder littekenbreuken
- minder infecties en complicaties
- cosmetisch
Wat is de Latijnse benaming van de mondholte?
cavum oris
Waarvoor is de opname van moleculen uit voedsel nodig (3 dingen)?
onderhoud, groei en energie
Wat is de algemene structuur van de holle buis?
mucosa
submucosa
muscularis
serosa (adventitia buiten de buikholte)
Welke twee lagen zenuwweefsel zijn er in de holle buis?
Meissner: binnenste laag
(Auerbach:) buitenste laag
Welke delen van de mondholte zijn gekeratiniseerd en welke delen niet-gekeratiniseerd?
gekeratiniseerd: lippen, palatum durum
niet-gekeratiniseerd: palatum molle, wangen
Uit welke drie soorten weefsel bestaat de submucosa?
kleine speekselklieren
diffuus lymfoid weefsel (APCs)
veel kleine perifere zenuwen
Uit welke vier lagen weefsel bestaat de tong?
plaveiselepitheel met papillae
lamina propria
spierweefsel
vet-bindweefsel
Welke vier soorten papillae heeft de tong en wat is hun functie? Hoe herken je deze papillae op een microscopische opname?
smaak:
- fungiformis (paddenstoelachtig)
- circumvallata (heel groot)
- foliata (aan de bovenkant bolvormig)
transport: filiformis (puntig)
Waaruit bestaat de lamina propria van de tong?
zenuwen: neuronen met sensorische vertakkingen
sereuze en mucineuze klieren: vertering
Welke neuronen liggen aan de basis van papillae van de tong?
ganglioncellen
Smaakpapillen –> blz 9 van Ba1C1.4
okay
Hoe ontstaat een plaveiselcelcarcinoom?
Veldjes met plaveiselcellen in het stroma gevormd (die soms ook gaan verhoornen)
Uit welke vier lagen bestaan tanden?
glazuur
dentine
cementum
pulpa (bloedvaten en zenuwen)
Door welke cellen wordt glazuur gemaakt?
ameloblasten
Door welke cellen wordt dentine gemaakt?
ondontoblasten
Wat maken ameloblasten, ondotoblasten en cementoblasten?
resp. glazuur, dentine en cementum
Door welke cellen wordt cementum gemaakt?
cementoblasten
Tot wanneer wordt glazuur en dentine aangemaakt?
glazuur tot vlak voor de eruptie
dentine totdat de tand volgroeid is, wordt wel onderhouden door de ontoblasten
Uit welke cellen ontstaan cementocyten?
mesenchymale cellen rond de wortel
Hoe ontstaan (kerato)cysten / (amelo)blastomen?
cellen blijven zitten bij verwijdering van de tand en blijven stoffen maken.
Welke speekselklieren zijn sereus en welke mucineus?
glandula parotis: sereus
glandula submandibularis: sereus > mucineus
glandula sublingualis: mucineus»_space; sereus
Hoe zie je microscopisch verschil tussen muceuze en sereuze kliercellen?
muceus: licht gekleurd cytoplasma, basaal plat-ovale kern
sereus: donker gekleurd cytoplasma, centraal gelegen, ronde kern
PAS-kleuring: sterk aangekleurde mucineuze kliercellen
Wat produceren muceuze cellen vooral voor eiwitten?
glycoproteïnen
Wat zijn de sikkels van Gianuzzi?
sereuze cellen in een sikkelvorm om muceuze cellen heen
Welke twee vezelnetwerken zijn er in intestinaal weefsel?
plexus myentericus
plexus submucosus
Welke cellen produceren mucus?
Goblet cellen
Zijn kleine speekselklieren sereus of mucineus?
mucineus
Uit welke drie delen bestaan speekselklieren?
lobules
tubulo-acinaire klieren
bindweefsel (ducten, bloedvaten, zenuwcellen en vetcellen)
Wat is de structuur van sereuze, mucineuze en gemengde klieren?
sereus: acinair
mucineus: tubulair
gemengd: tubuloacinair
Wat maken sereuze cellen?
meer cellen
Wat produceren mucineuze cellen?
meer slijm
Wat voor stoffen produceert de glandula parotis?
alpha-amylase (hydrolyse van koolhydraten)
prolinerijke eiwitten met antimicrobiele functie
Wat produceert de glandula submandibularis?
alpha-amylase
prolinerijke eiwitten
lysozyme (hydrolyse van bacteri-celwanden)
Wat produceert de glandula sublingualis?
mucus
alpha-amylase
lysozyme
Uit welke twee delen bestaat de m. propria?
circumferentiële spieren
longitudinale spieren
Hoe worden adenocarcinomen veroorzaakt?
reflux van maagsappen –> reflux oesofagitis –> epitheelschade en ontsteking –> metaplasie –> aanmaak van slijmepitheel/klierepitheel
Wat is de naam van een voorstadium van een adenocarcinoom?
Barrett’s oesophagus
Wat is metaplasie?
een soort weefsel wordt een ander soort weefsel
Welke metaplasie vindt plaats in de oesophagus door reflux?
plaveiselepitheel –> klierepitheel/slijmepitheel (omdat de maag dat ook heeft)
Wat is dysplasie?
cellen worden maligne (na metaplasie)
Beheersen afbeelding op blz 5/22 van Ba1C1.4!
okay
Soorten epitheel op blz. 22 van Ba1C1.4
okay
Hoe zijn de maagklieren qua uiterlijk?
kronkelende buisjes (in mucosa)
Hoe heten de muceuze cellen in de maag?
voveolaire epitheelcellen
slijmnap cellen = surface mucous cells
maken mucine, water en maagsurfactant
Noem 6 celtypen die in de maag voorkomen
pariëtale cellen hoofdcellen endocriene cellen muceuze halscellen slijmnapcellen voveolaire epitheelcellen (?)
Welke bacteriën kunnen goed tegen zuur?
tuberculose / helicobacter
Met wat voor soort epitheel is de maag (en het grootste deel van de tr. dig. tot aan het rectum) bekleed?
simple columnar
Wat is pepsine?
een protease, breekt eiwitten af
In welk gedeelte van de maag wordt zuur en pepsine geproduceerd? Wat wordt er in de rest van de maag geproduceerd?
in het corpus, in de rest vooral beschermende factoren
Welke cellen reguleren de zuurproductie?
G- (vooral in maagantrum) en D-cellen (geven feedback aan de pariëtale cellen)
Op welke drie manieren wordt de maag beschermd?
regulatie van zuurproductie
muceuze barrière (epitheliale oppervlaktecellen, apicale membraanresistentie)
acute reparatie (stamcelregeneratie –> mucoïde cap)
Wat maakt welk deel van de maag?
cardia/antrum(/pylorus): mucus (HCl neutralisatie)
fundus/corpus: zuur en pepsine (vertering)
Wat is gastritis?
ontsteking maag, door aanwezigheid helicobacter pylori
Welke cellen zijn aanwezig bij acute ontsteking en welke bij chronische ontsteking?
acuut: eosinofiele en neutrofiele granulocyten
chronisch: lymfocyten en plasmacellen
wat is het gevolg van ontsteking in de maag?
meer gatrine geproduceerd
ontregeling van de muceuze barrière
epitheliale beschadiging
Door welke stoffen wordt maagslijmvlies (naast bacteriën) ook kapot gemaakt?
NSAIDs
alcohol
Wat is een gatric ulcer?
maagzweer door verlies van mucosa (en muscularis mucosae) door ontsteking –> geen slijmvlies meer, dus gat gebrand
Wat is het langetermijneffect van h. pylori?
atrofische gatritis –> verlies van maagklieren door inflammatie –> minder zuur (hyperchlorhydrie –> diarree) en minder intrinsieke factor ( –> anemie)
In welke organen van het maagdarmkanaal zijn er villi?
jejunum en ileum
Hoe wordt het oppervlakte vergroot in de dunne darm?
plicae –> villi –> microvilli op enterocyten
Waaruit bestaat de mucosa van de dunne darm (endoscopisch)?
villi en crypten
Wat zijn Brunner klieren?
klieren in de submucosa van het duodenum, maken beschermende stoffen die zorgen voor neutralisatie van het maagzuur door bicarbonaatsecretie (glycoproteines), lijken op de muceuze klieren in de pylorus van de maag (en het antrum)
Wat zijn Peyer’s patches?
een verzameling lymfefollikels in de submucosa van het ileum
Wat is de opbouw van het colon?
glad met crypten (geen villi!)
goblet cells
absorptive cells
lamina propria (stroma, soort steunweefsel)
Hoe vindt (stamcel)regeneratie plaats in het colon en de dunne darm?
vanuit de crypten
Wat is IBD?
inflammatory bowel disease
Welke twee ziektes zijn IBD’s en wat is het verschil?
morbus Crohn
colitis ulcerosa
Wat is M. Crohn?
focaal, transmuraal
gedeelte van de darm is aangedaan (smal en stenotisch), doet de hele dikte/diepte van de wand aan –> fibrose
Wat is colitis ulcerosa?
continue, distaal, oppervlakkig
hobbelig en rood slijmvlies door ontsteking
ontsteking continu, distaal gedeelte van darm aangedaan
diffuse/continue inflammatie van de mucosa (submucosa niet aangedaan)
crypten onregelmatig door chronische ontsteking –> meer weefsel tussen crypten (lamina propria)
Zie blz 36 van Ba1C1.5 voor verschil colitis ulcerosa en M. Crohn
okay
Welke 4 soorten cellen kent de mucosa van de dunne darm en wat heeft het ileum extra?
enterocyten Paneth cellen slijmbekercellen (Goblet cellen) M-cellen ileum: Peyer’s patches
Welke 3/4 cellen kent de mucosa van het colon?
slijmbekercellen (Goblet cellen)
absorptieve cellen
(enterocyten)
stamcellen
Schema op blz 2 van Ba1C1.6
okay
Bij welke BMI is er sprake van ondergewicht?
BMI<18,5 kg/m2
Wat is een orale factor die zorgt voor voedselopname?
kauwen en slikken –> genot/beloning (hedonisme)
Waar komt het verzadigingsgevoel vandaan?
maag
Wat betekenen orexigeen en anorexigeen?
orexigeen: hongergevoel
anorexigeen: verzadigd gevoel
welke vier anorexigene factoren geven feedback vanuit het maagdarmkanaal?
rekken maagdarmkanaal
cholecystokinine (CCK)
glucose, alvleesklier: insuline, glucagon
leptine (vetweefsel)
welke orexigene factor geeft feedback vanuit het maagdarmkanaal?
ghreline
welke twee orexigene factoren geven feedback vanuit het CZS?
orexine/hypecretine (hypothalamus): hedonisme neuropeptide Y (NPY)
Wat doet cholecystokinine (CCK)?
geeft signaal om pylorus te sluiten
geeft stopsignaal naar de hypothalamus
via welke twee zenuwen komt informatie binnen over het maagdarmkanaal?
n. vagus –> info rekken
n. splanchnic –> info voedingsstof
Uit hoeveel kernen bestaat de hypothalamus?
16
Welke vijf functies heeft de hypothalamus?
regulatie dag- en nachtritme regulatie van temperatuur regulatie van voortplanting regulatie van hartslag/bloeddruk regulatie van eet- en drinkgedrag
Wat houdt het centrum concept van de hypothalamus in?
specifieke delen van de hypothalamus zijn verantwoordelijk voor één specifiek gedrag
Hoe kun je te weten komen hoe de hypothalamus werkt?
elektrische stimulatie
lesie experimenten
elektrische afleidingen
genetische technieken
Welke twee centra zijn er voor de regulatie van voedselopname in de hypothalamus en waar zitten ze?
verzadigingscentrum –> ventromediaal
hongercentrum –> lateraal
Wat is hyperfagie?
veel honger –> doodeten
Wat is afagie?
niet eten –> verhongeren
Welke twee eiwitten remmen MC4R?
AgRP: agouti-related protein
NPY: neuropeptide Y
deze eiwitten werken orexigeen
Welke twee eiwitten stimuleren MC4R?
POMC: pro-opiomelanocortin
CART: amphetamine related transcript
deze eiwitten werken anorexigeen (dus in het verzadigingscentrum)
Wat doet MC4R?
remt voedselopname
Welke twee ordes van nuclei zijn er in de hypothalamus voor controle van de voedselopname en voor welke eiwitten zijn de neuronen daar positief?
arcuate nucleus (1e orde): AgRP, NPY (hongercentrum) POMC en CART (verzadigingscentrum) paraventriculaire nucleus (2e orde) MC4R
Hoe wordt leptine gemaakt en wat is de functie ervan?
gemaakt en afgescheiden door vetcellen (adipocyten)
leptine is dus een maat voor de hoeveelheid opgeslagen vet
stimuleert expressie van CART (anorexigeen)
remt afgifte van NPY (orexigeen)
leptine werkt dus anorexigeen
Wat is parabiosis?
twee dieren/personen samen laten leven, waardoor het gedrag aangepast wordt
neuronen en NPY/POMC in wild type of ob/ob muizen –> blz 14/15 van Ba1C1.6
okay
Leg uit: hoe snel iemand obees of diabeet wordt, kan zowel van nature als nurture afhangen
nature: bijvoorbeeld genetische afwijking is mogelijk
nurture: lifestyle keuze –> bij Pima Indianen in Mexico en Arizona (met dezelfde genetische achtergrond) is een ander percentage diabeten en obese mensen, komt door de leefwijze, het dieet (fat/carb), het werk (zwaar/sessiel) en het leptine niveau
Welke twee processen zijn betrokken bij het opslaan van vet?
hyperplasie van adipocyten (op jonge leeftijd, wordt niet afgebouwd)
hypertrofie van adipocyten (reversibel door eet en gewicht)
In hoorcollege 6 werd vetzucht bij muizen behandeld. Welke vier oorzaken kunnen er zijn?
afwijking in hypothalamus
erfelijke afwijking in het Ob gen
lifestyle keuze
ontwikkelingsstoornis/hyperplasie
Wat zijn de drie hoofdkenmerken van anorexia nervosa?
aanhoudend te geringe voedselinname
intense angst om aan te komen (dik te worden) of gedrag dat gewichtstoename tegengaat
verstoring van het lichaamsbeeld (gewicht of vorm)
Welke twee types anorexia nervosa zijn er?
restrictieve type: vasten i.c.m. overmatige lichaamsbeweging
eetbuien / purgerende type: eetbuien afgewisseld met pureergedrag (braken, gebruik van laxantia, diuretica of klysma’s)
Wat zijn de gevolgen van een geritualiseerd eetschema bij een anorexia nervosa patiënt?
paniek bij doorbreken
buitenshuis eten niet meer mogelijk
Noem een aantal lichamelijke gevolgen van anorexia nervosa.
obstipatie en darmklachten
(secundaire) amenorroe
droge huid, soms bedekt met lanugo, brokkelige nagels, haaruitval
dalend basaalmetabolisme en vertraagde bloedsomloop
vertraagde botrijping, osteoporose
koude-intolerantie
cyanose
hypotensie en bradycarie
ventriculaire ritmestoornissen, decompensatio cordis en plotselinge hartdood
Welke lichamelijke gevolgen heeft anorexia nervosa ook als er sprake is van braken/laxeren?
elektrolytstoornissen (hypokaliëmie –> hartritmestoornissen)
tandbederf en zwelling van de parotis
keelpijn en heesheid
beschadiging slokdarm door maagzuur en hoge druk
Wat zijn de psychische gevolgen van ondergewicht?
rigide/dwangmatige kenmerken somberheid/depressieve symptomen concentratieproblemen snel geïrriteerd (kunnen verdwijnen na gewichtstoename)
Welke drie factoren hebben invloed op het ontstaan van anorexia nervosa?
predisponerende factoren: genetische kwetsbaarheid, socioculturele eisen
luxerende factoren: gering zelfgevoel, problemen, ziekte, socioculturele eisen
onderhoudende factoren: effecten van uithongeren
Hoe wordt anorexia nervosa behandeld?
psychiatrisch therapeutisch:
psycho-educatie/motivatiebewerking/veranderingsinductie (met het gezin en ervaringsdeskundigen)
internistisch/diëtistisch: fysieke bewaking en voedingsadvies
Welke vorm heeft de behandeling?
ambulant (poliklinisch) centraal
opname:
- kindergeneeskunde: somatisch
- jeugdpsychiatrie: multi family therapie / individueel
Wanneer is de prognose van anorexia nervosa gunstig?
snelle start van behandeling
goede ouder-kind relatie
hoge sociaal economische klasse
hoog opleidingsniveau
Wanneer is de prognose van anorexia nervosa ongunstig?
braken
eetbuien
chroniciteit
premorbide psychiatrische stoornissen
Welke twee enzymen zitten er vooral in speeksel?
lipase en amylase
Wanneer verlies je smaak en geur?
als het steunweefsel van de n. olfactorius wordt aangetast
Welke richting lopen de spieren in de twee spierlagen in de slokdarm? wat voor soort spierweefsel is het?
binnen: circulair
buiten: longitudinaal (bovenste 1/3 deel dwarsgestreept, onderste 1/3 deel glad spierweefsel)
Wat is de Z-line?
de overgang tussen slokdarm en maag, daar zit ook de onderste slokdarmsfincter en het diafragma
Welk soort weefsel verandert in welk soort weefsel bij een Barrett oesophagus?
plaveiselepitheel –> cilindrisch epitheel
Wat zijn het honger- en verzadigingshormoon?
hongerhormoon: ghreline
verzadigingshormoon: leptine (door adipocyten gemaakt)
Noem vijf eetstoornissen
anorexia nervosa bulimia nervosa (te veel eetlust) cachexie overeten binge eten
Noem een aantal onderliggende aandoeningen die anorexie tot gevolg kunnen hebben
infectie maligniteit inflammatoire darmziekte nierinsufficiëntie cirrose kauw- of slikproblemen hyperthyreoïdie medicatie stress depressie anorexia nervosa
Noem vijf gevolgen van ondervoeding/hypocirculatie
ritmestoornissen (hypokaliaemie, verlenging QTc) cardiomyopathie nierinsufficiëntie pancytopenie osteoporose
op welke vier manieren kun je een ideaal gewicht berekenen?
BMI of Quetelet-index
meten van buikomvang
meten van vetpercentage
huidplooimeter
Wat is xerostomie en hoe wordt het veroorzaakt?
droge mond (gebrek aan productie van speeksel) medicatie veroudering sjögren syndroom diabetes roken en alcohol methamphetamine en marihuana
Welke vier functies heeft speeksel?
voorkomt tandbederf (neutraliseren zuren)
verhoogt smaak, maakt kauwen en slikken makkelijker
antibacterieel (IgA en lysozoom)
vertering (amylase en lipase)
Wat is de inhoud van speeksel?
water, elektrolyten, mucus, enzymen, antimicrobiële stoffen, leukocyten
Wat is het rapunzelsyndroom?
compulsief eten van eigen haar, onderliggende emotionele of psychiatrische stoornis