B6 woordenschat Flashcards
1
Q
Abrupt
A
Plotseling
2
Q
Draconisch
A
Buitengewoon streng
3
Q
Evident
A
Heel duidelijk
4
Q
Grieven
A
Klachten
5
Q
Hekelen
A
Kritiek hebben
6
Q
Obsessie
A
Ziekelijke gedrevenheid
7
Q
Onbezoldigd
A
Onbetaald
8
Q
Pareren
A
Afweren
9
Q
Plenair
A
Voltallig
10
Q
Polariseren
A
De tegenstellingen verscherpend
11
Q
Provoceren
A
Uitdagen
12
Q
Quotum
A
Aandeel
13
Q
Saillant
A
Opmerkelijk
14
Q
Stigmatiseren
A
Brandmerken
15
Q
Tumultueus
A
Onrustig
16
Q
Unaniem
A
Allemaal
17
Q
Urgent
A
Spoedeisend
18
Q
Valide
A
Betrouwbaar
19
Q
Verifiëren
A
Op waarheid controleren
20
Q
Wrang
A
Zuur