B1 woordenschat Flashcards
1
Q
Affiniteit
A
Natuurlijke interesse
2
Q
Arbitrair
A
Willekeurig
3
Q
Bejegenen
A
Tegemoet treden
4
Q
Commotie
A
Beroering
5
Q
Consequentie
A
Gevolg
6
Q
Controversieel
A
Omstreden
7
Q
Cruciaal
A
Beslissend
8
Q
Expliciet
A
Uitdrukkelijk
9
Q
Intentie
A
Bedoeling
10
Q
Nopen
A
Dwingen
11
Q
Ongewis
A
Onzeker
12
Q
Plausibel
A
Geloofwaardig
13
Q
Preventief
A
Uit voorzorg
14
Q
Prominent
A
Vooraanstaand
15
Q
Rigoureus
A
Radicaal