Art Nouveau Algemeen + Hector Guimard Flashcards
Wanneer? Waar? Evolutie?
De Art Nouveau had een kortstondige, maar enorme bloei rond 1900. Begin in Engeland, naar België en volgt een grote verspreiding in de rest van Europa. Vanuit Art Nouveau naar meer sobere, strakke en geometrische stijl = voorbode van modernisme.
Verklaar de term Art Nouveau?
De term Art Nouveau komt voort vanuit een winkel in Parijs met de eigenaar Samuel Bing. Hij verkocht meubels, etc. geïnspireerd op het Japonisme. Na een tijdje werd “Art Nouveau” een term die werd gebruikt voor een bepaalde stijlstroming.
Welke invloeden ondergaat de Art Nouveau?
- Engelse Neo – Gotiek: John Ruskin.
Onvrede met IR -> romantiek, escapisme
ambachtelijke, natuurlijke, ornament = goed!
William Morris en de Arts and Crafts movement. - Neo – Gotiek: Viollet – Le –Duc als voorstander van industriële architectuur, Gotische constructie in industrieel ijzer, gotische verhalen in eigentijdse materialen
- Japonisme: Sierlijke, golvende, organische en natuurlijke lijn.
Verklaar de term Jugendstil?
= Art Nouveau ( in Duitse landen) naam van het tijdschrift. Klein verschil tussen ‘Franse’ Art Nouveau (Belgie & Frankrijk) en Duitse Art Nouveau ( Duitsland & Oostenrijk) = meer gestileerd
Afbeelding 6 – Ruskin – Geef in enkele lijnen duiding bij deze afbeelding
Ruskin = Engels filosoof, socioloog en kunst – en
architectuurcriticus. Pleitte voor een terugkeer naar middeleeuwse, geordende harmonieuze samenleving
Engelse Neo – Gotiek. Ambachtelijk – natuurlijk – ornament
Afb. 7 – Morris en Arts & Crafts – Geef in enkele lijnen duiding bij deze afbeelding
William Morris. Brengt Ruskin’s ideeën in de praktijk
Neo – Gotisch design én herscholen van arbeiders in het ambachtelijke werk.Arts and Crafts Movement volgen zijn initiatief. Hij bouwt fermette.
Afb. 8 – Viollet - Le - Duc – Geef in enkele lijnen duiding bij deze afbeelding
Viollet – Le – Duc. Voorstander van Industriële Architectuur. Hield vast aan Gotische esthetiek, maar met eigentijdse materialen. Franse kampioen van de ‘harde’ Neo Gotische restauratie.
Afb.9 – Japonisme – Geef in enkele lijnen duiding bij deze afbeelding
Japonisme: Sierlijke, golvende, organische “natuurlijke” lijnvoering. (Oriëntalisme)
Geef de kenmerken van de Art Nouveau (algemeen)
- Industriële architectuur: Zichtbaar gebruik van ijzer = einde dilemma 19e – eeuwse architectuur
- Sierlijk ornament in organische vormgeving (natuur): Inspiratie bij Arts and Crafts Movement en
Japanse kunst (Oriëntalisme)
Dragende architectuur + niet – dragend glaswerk
3.Overdadig ornament, Variatie in materiaal en technieken, Bonte kleur – en textuurcontrasten
4.Gesamtkunstwerk: Totaalkunstwerk,
“kant – en – klaar” (all – in),op maat ontworpen, ambachtelijk uitgevoerd, elitair = peperduur
Afb. 12 – 13 – Duiding naam van de architect + wat is er modern?
Architect - Hector Guimard,
Modern? Gietijzer (Industriële fabricage)
Standaardisatie (standaardmodellen + exclusieve types)
Hij kiest voor gietijzer(goedkoper) + industriele productie (machinaal) is gemakkelijker + zicht door ijzer en glas