Art Nouveau Algemeen + Hector Guimard Flashcards

1
Q

Wanneer? Waar? Evolutie?

A

De Art Nouveau had een kortstondige, maar enorme bloei rond 1900. Begin in Engeland, naar België en volgt een grote verspreiding in de rest van Europa. Vanuit Art Nouveau naar meer sobere, strakke en geometrische stijl = voorbode van modernisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verklaar de term Art Nouveau?

A

De term Art Nouveau komt voort vanuit een winkel in Parijs met de eigenaar Samuel Bing. Hij verkocht meubels, etc. geïnspireerd op het Japonisme. Na een tijdje werd “Art Nouveau” een term die werd gebruikt voor een bepaalde stijlstroming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke invloeden ondergaat de Art Nouveau?

A
  1. Engelse Neo – Gotiek: John Ruskin.
    Onvrede met IR -> romantiek, escapisme
    ambachtelijke, natuurlijke, ornament = goed!
    William Morris en de Arts and Crafts movement.
  2. Neo – Gotiek: Viollet – Le –Duc als voorstander van industriële architectuur, Gotische constructie in industrieel ijzer, gotische verhalen in eigentijdse materialen
  3. Japonisme: Sierlijke, golvende, organische en natuurlijke lijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verklaar de term Jugendstil?

A

= Art Nouveau ( in Duitse landen) naam van het tijdschrift. Klein verschil tussen ‘Franse’ Art Nouveau (Belgie & Frankrijk) en Duitse Art Nouveau ( Duitsland & Oostenrijk) = meer gestileerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afbeelding 6 – Ruskin – Geef in enkele lijnen duiding bij deze afbeelding

A

Ruskin = Engels filosoof, socioloog en kunst – en
architectuurcriticus. Pleitte voor een terugkeer naar middeleeuwse, geordende harmonieuze samenleving
Engelse Neo – Gotiek. Ambachtelijk – natuurlijk – ornament

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Afb. 7 – Morris en Arts & Crafts – Geef in enkele lijnen duiding bij deze afbeelding

A

William Morris. Brengt Ruskin’s ideeën in de praktijk
Neo – Gotisch design én herscholen van arbeiders in het ambachtelijke werk.Arts and Crafts Movement volgen zijn initiatief. Hij bouwt fermette.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afb. 8 – Viollet - Le - Duc – Geef in enkele lijnen duiding bij deze afbeelding

A

Viollet – Le – Duc. Voorstander van Industriële Architectuur. Hield vast aan Gotische esthetiek, maar met eigentijdse materialen. Franse kampioen van de ‘harde’ Neo Gotische restauratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Afb.9 – Japonisme – Geef in enkele lijnen duiding bij deze afbeelding

A

Japonisme: Sierlijke, golvende, organische “natuurlijke” lijnvoering. (Oriëntalisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de kenmerken van de Art Nouveau (algemeen)

A
  1. Industriële architectuur: Zichtbaar gebruik van ijzer = einde dilemma 19e – eeuwse architectuur
  2. Sierlijk ornament in organische vormgeving (natuur): Inspiratie bij Arts and Crafts Movement en
    Japanse kunst (Oriëntalisme)
    Dragende architectuur + niet – dragend glaswerk

3.Overdadig ornament, Variatie in materiaal en technieken, Bonte kleur – en textuurcontrasten

4.Gesamtkunstwerk: Totaalkunstwerk,
“kant – en – klaar” (all – in),op maat ontworpen, ambachtelijk uitgevoerd, elitair = peperduur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Afb. 12 – 13 – Duiding naam van de architect + wat is er modern?

A

Architect - Hector Guimard,
Modern? Gietijzer (Industriële fabricage)
Standaardisatie (standaardmodellen + exclusieve types)

Hij kiest voor gietijzer(goedkoper) + industriele productie (machinaal) is gemakkelijker + zicht door ijzer en glas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly