Aristoteles, Metafysica, Boek IV Flashcards
Wat bedoelt Aristoteles met het zijnde als zijnde (being qua being)?
Alleen al de de intrinsieke eigenschap van iets dat ‘is’, heeft waarde/is een deugd (virtue)
Hoe verschilt being qua being van de studie van de specifieke wetenschappen?
Specifieke wetenschappen bestuderen een deel van de kennis (de elementen), maar bij being qua being, zijn de delen van kennis ‘zijnde’.
Hoezo trekt Aristoteles een analogie tussen de medische wetenschap en de wetenschap die zijnde qua zijnde bestudeert?
De medische wetenschap is terug te leiden tot een enkel beginsel: ‘gezondheid’ en ‘medicijnen’.
Het zijnde is net zo een enkel beginsel, waar alles op is gebouwd.
Hoe helpt deze analogie de eenheid van being qua being in te zien?
Het bakent het domein van de being qua being wetenschap af.
Wat is het onderwerp van deze wetenschap en hoe krijgen we daar kennis van?
Dingen die ‘zijn;
door de beginselen en oorzaken van de substantie van het zijn te onderzoeken.