Aristoteles, Metafysica, Boek IV Flashcards

1
Q

Wat bedoelt Aristoteles met het zijnde als zijnde (being qua being)?

A

Alleen al de de intrinsieke eigenschap van iets dat ‘is’, heeft waarde/is een deugd (virtue)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe verschilt being qua being van de studie van de specifieke wetenschappen?

A

Specifieke wetenschappen bestuderen een deel van de kennis (de elementen), maar bij being qua being, zijn de delen van kennis ‘zijnde’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoezo trekt Aristoteles een analogie tussen de medische wetenschap en de wetenschap die zijnde qua zijnde bestudeert?

A

De medische wetenschap is terug te leiden tot een enkel beginsel: ‘gezondheid’ en ‘medicijnen’.

Het zijnde is net zo een enkel beginsel, waar alles op is gebouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe helpt deze analogie de eenheid van being qua being in te zien?

A

Het bakent het domein van de being qua being wetenschap af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het onderwerp van deze wetenschap en hoe krijgen we daar kennis van?

A

Dingen die ‘zijn;

door de beginselen en oorzaken van de substantie van het zijn te onderzoeken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly