Argo tekst 3 Flashcards
1
Q
βιος
A
leven
2
Q
αει
A
altijd
3
Q
ηλιος
A
zon
4
Q
νοεω
A
waarnemen, opmerken
5
Q
μεν…δε
A
- (weliswaar)… maar
- … en
6
Q
πεδιον
A
vlakte
7
Q
θηριον
A
(wild) dier
8
Q
φερω
A
dragen, brengen
9
Q
κατα
A
(verspreid) over
10
Q
ιππος
A
paard
11
Q
αλλα
A
maar
12
Q
αγω
A
leiden, brengen
13
Q
λεγω
A
zeggen, spreken
14
Q
νυν
A
nu, op dit moment
15
Q
αυτικα
A
meteen