Aquifer Flashcards

1
Q

Aquifer

A

Waterdragende laag in de ondergrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Atmosfeer

A

De lucht om ons heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bevolkingsexplosie

A

Sterke toename van de bevolking door natuurlijke bevolkingsgroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bevolkingsprognose

A

Berekende voorspelling van het bevolkingsaantal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Biobrandstof

A

Brandstof die is gemaakt uit biomassa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bio industrie

A

Andere naam voor intensieve veeteelt, omdat het dier een machine is en de stal de fabriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Broeikaseffect

A

Het vasthouden van de zonnewarmte door de dampkring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dampkring

A

De lucht om ons heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Demografisch transitiemodel

A

Model dat de overgang laat zien van een samenleving met hoge geboorte en sterftecijfers naar een lage geboorte en sterftecijfers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Draagkracht

A

Het vermogen van de natuur om mensen te voorzien in hun bestaan, zonder dat het natuurlijke evenwicht wordt verstoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Duurzaam

A

Niet meer natuurlijke hulpbronnen gebruiken dan dat er bij komen, zodat mensen er ook in de toekomst nog gebruik van kunnen maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Duurzame energiebron

A

Energiebron die bij het gebruik ervan nooit opraakt en die het broeikaseffect niet versterkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Duurzame landbouw

A

Landbouwvorm waarbij voldoende voedsel wordt verbouwd zonder de bodem uit te putten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ecologische voetafdruk

A

De hoeveelheid ruimte op aarde die wordt gebruikt door één persoonlijke f een heel land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Familie planning

A

Geboortebeperkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fossiele brandstof

A

Brandstof die in miljoenen jaren is gevormd uit resten van afgestorven planten, bomen en dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Gemengd bedrijf

A

Landbouwbedrijf met zowel akkerbouw als veeteelt

18
Q

Groene revolutie

A

De invoering van verbeterde, snelgroeiende soorten in de landbouw, in combinatie met het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen

19
Q

Intensieve akkerbouw

A

Akkerbouw met inzet van veel kapitaal en kennis per hectare om een hoge opbrengst te halen

20
Q

Intensieve landbouw

A

Landbouw met inzet van veel kapitaal en kennis per hectares dier om een hoge opbrengst te halen

21
Q

Intensieve veeteelt

A

Veeteelt met inzet van veel kapitaal en kennis per dier om een hoge opbrengst te halen

22
Q

Intensivering

A

De productie per hectare of per dier vergroten met machines, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en beter zaai of pootgoed

23
Q

Irrigatie

A

Het kunstmatig nathouden van landbouwgronden

24
Q

Koolstofdioxide

A

Broeikasgas die warmte vasthoud op aarde

25
Q

Kringlooplandbouw

A

Vorm van duurzame landbouw waar geen input van buitenaf bij nodig is

26
Q

Leeftijdsopbouw

A

De samenstelling van een bevolking in verschillende leeftijdsgroepen

27
Q

Monocultuur

A

Het verbouwen van een product

28
Q

Natuurlijk broeikaseffect

A

Het broeikaseffect waarvoor de natuur zelf zorgt

29
Q

Natuurlijke hulpbron

A

Product uit de natuur die de mensen goed kunnen gebruiken

30
Q

Ontwikkelingsland

A

Arm land met een laat ontwikkelingspeil

31
Q

Opkomend land

A

Land dat nog niet echt ontwikkeld is maar dat wel een snelle economische groei doormaakt

32
Q

Overbevolking

A

Als er in een gebied meer mensen zijn dan de middelen van bestaan toelaten

33
Q

Ozonlaag

A

Onderdeel van de dampkring waar gevaarlijke ultraviolette straling wordt gefilterd

34
Q

Precisielandbouw

A

Landbouwvorm waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften en omstandigheden van een gewas zodat de productie ervan zo hoog en de impact op het milieu zo laag mogelijk is

35
Q

Schaalvergroting

A

Productie in steeds grotere eenheden om op die manier de productiekosten te verlagen en de opbrengst te vergroten

36
Q

Specialisatie

A

Zich binnen een bedrijf of gebied steeds meer toeleggen op één activiteit of product.

37
Q

De verdamping

A

De overgang van water in waterdamp

38
Q

Vergrijzing

A

Toename van het aandeel 65+ in de totale bevolking

39
Q

Versterkt broeikaseffect

A

De versterking van de natuurlijke broeikaseffect door de toename van CO2 in de lucht

40
Q

Voedselafdruk

A

Het aantal hectare dat nodig is om voedsel te verbouwen per inwoner of per land

41
Q

Vruchtbaarheidscijfer

A

Het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw krijgt

42
Q

Welvaart

A

Mate waarin iemand genoeg geld heeft om in zijn behoeften te kunnen voorzien. Gaat over het inkomen van mensen