Algemene regels Flashcards

1
Q

Geen knik in de grafiek

A

linkerlimiet van f’(x) = rechterlimiet van f’(x)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

o<g<1 bij positief oneindige limiet

A

g^x = o, dus alles in deze vorm gelijk stellen aan 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

g>1 bij positief oneindige limiet

A

alles delen door de hoogste macht en dit vervolgens gelijkstellen aan 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

0<g<1 bij negatief oneindige limiet

A

alles delen door de hoogste macht en dit vervolgens gelijkstellen aan 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

g>1 bij negatief oneindige limiet

A

g^x = o, dus alles in deze vorm gelijk stellen aan 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2^3=8

A

^2log(8)=3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

p . ^R log(a)

A

^ R log (a^P)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ln(A)

A

^e log(A)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

^ R log(A)

A

N log(A) : N log(R)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

e^P x e^q

A

e^P+q

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

(e^P)^q

A

e^Pxq

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Afgeleide van g^x

A

g^x . Ln(g) . afgeleide van x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Translatie:
1. verschuiving van (0,A)

A

f(x) ± a (omhoog = +a, omlaag = -a)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Translatie:
2. verschuiving van (b,0)

A

(x±b)
Naar rechts: -b
Naar links: +b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Translatie
1. vermenigvuldiging t.o.v. x-as met c

A

c . x + de rest van de functie

Dus bijvoorbeeld:
f(x) = 3x +4
Vermenigvuldigen t.o.v. x-as met c levert -> f(x) = 3 . c . x +4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Translatie
2. Vermenigvuldiging t.o.v. y-as met d

A

1/d . x + de rest van de functie

Dus bijvoorbeeld
ƒ(x) = 2x + 3 -> ƒ(x) = 2:d .x + 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ln(a^R)

A

R x Ln(a)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

g^1/n =

A

n√g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

logaritme omschrijven naar log in een breuk

A

log(a) = (^n log(a)) : (^n log(10))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

afgeleide van sin(x)

A

cos(x)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

afgeleiden van cos(x)

A

-sin(x)

22
Q

afgeleiden van -sin(x)

A

-cos(x)

23
Q

afgeleide van -cos(x)

A

sin(x)

24
Q

sin(A) = sin(B)

A
  1. A = B + 2πk
  2. A = π - B + 2πk

Bij -1, 0, 1 heb je één oplossing
Bij 0 krijg je + πk ipv + 2πk

25
Q

cos(A) = cos(B)

A
  1. A = B + 2πk
  2. A = -B + 2πk

Bij -1, 0, 1 heb je één oplossing
Bij 0 krijg je + πk ipv + 2πk

26
Q

tan(A) = tan(B)

A

A = B + πk

27
Q

cos(A) omschrijven naar sinus

A

sin( A + 0,5π)

28
Q

sin(A) omschrijven naar cosinus

A

cos(A - 0,5π)

29
Q

-sin(A) naar sin omschrijven

A

sin(A + π)

30
Q

sin(-A) en cos(-A)

A

-sin(A) en -cos(A)

31
Q

-cos(A) omschrijven naar cos

A

cos(A + π)

32
Q

tan(A)

A

sin(A) : cos(A)

33
Q

cos^2(A) + sin^2(A) =

A

1

34
Q

Hoe bereken je knikpunt bij een formule met absoluutstrepen erin?

A

Knik zit op het punt waar geldt dat alles tussen de absoluut strepen gelijk is aan 0

Vb: |2x-4| = 0
2x - 4 = 0
2x = 4
x = 2
De x-coördinaat vul je vervolgens in de formule in om de y-coördinaat te berekenen van het kniepunt

35
Q

Linkerlimiet en rechterlimiet

A

Bij een functie met absoluutstrepen los je eerst de vergelijking alles tussen de absoluutstrepen is gelijk aan 0 op

|2x-4|
x = 2
Het linkerlimiet is < 2
Het rechterlimiet is in dit geval groter dan of gelijk aan 2

Het linkerlimiet is ⬆️
Het rechterlimiet is ⬇️

36
Q

Wat geldt er als grafieken elkaar raken

A
  1. ƒ(x) = g(x)
  2. ƒ’(x) = g’(x)
37
Q

e^x positief oneindig

A

delen door de hoogste macht en dan de overige dingen gelijk stellen aan 0

38
Q

e^x negatief oneindig

A

de grafiek nadert bijna 0, dus alles met e^x erin gelijkstellen aan 0

39
Q

de limiet van Ln(x)

A

Ln(x) heeft geen negatief limiet alleen een positief oneindig limiet. In dat geval moet je delen door Ln(x).

Negatieve Ln(x) kan niet!

40
Q

Als bij het berekenen van een hoek groter is dan 90 graden

A

180 - … =

41
Q

Loodrecht

A

Rc1 x Rc 2 = -1

42
Q

x^2 bij limieten

A

Positief oneindig: +
Negatief oneindig: +

43
Q

x^3 bij limieten

A

Positief oneindig: +
Negatief oneindig: -

44
Q

Log(x) bij limieten

A

Positief oneindig: +
Negatief oneindig: bestaat niet

45
Q

x bij limieten

A

Positief oneindig: +
Negatief oneindig: -

46
Q

g^x bij limieten

A

< 1 bij positief oneindig = 0
< 1 bij negatief oneindig = +, dus delen door de hoogste macht

> 1 bij positief oneindig = +, dus delen door de hoogste macht
1 bij negatief oneindig = 0

47
Q

Hoe leidt je e af?
1. e^6

  1. e^x
  2. e^3x
A
  1. Heeft geen afgeleide, want e^6 is een getal
  2. e^x
  3. e^3x . 3 (dus neem e^iets x over en voeg daar achter de afgeleiden van ^ iets toe)
48
Q

horizontale asymptoot

A

lim x-> positief oneindig
en lim x-> negatief oneindig

48
Q

verticale asymptoot

A

noemer = 0

Daarna altijd checken op perforaties = situatie waarin 0:0 ontstaat!

49
Q

scheve asymptoot

A

In de vorm y=ax+b

a: lim x-> positief oneindig ƒ(x) . 1/x

b: lim x-> positief oneindig ƒ(x) -ax

50
Q

Berekenen van a

A
  1. ƒ’(x-coördinaat raakpunt)
  2. Als er twee punten gegeven zijn: ▵y : ▵x