Algemeen onderzoek Flashcards

1
Q

Op welke 5 punten wordt gelet bij hygiëne?

A
  • Handen wassen vooraf
  • Geen sieraden + haren vast
  • Geen contact met kleding/haren/prullenbak na handen wassen
  • Papier van onderzoeksbank verschonen na onderzoek
  • Handen wassen/ handen alcohol na onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke 2 punten wordt gelet bij instructies patiënt?

A
  • Eenduidig
  • Beleefd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke 5 algemene punten beoordeel je de patiënt?

A
  • Geslacht
  • Biologische leeftijd
  • Afkomst
  • Uiterlijke verzorging
  • Lichaamsgeur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke 3 punten beoordel je brein?

A
  • Bewustzijn
  • Oriëntatie
  • Gemoedstoestand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke 3 punten beoordeel je mate van?

A
  • Ziek zijn
  • Pijn
  • Kortademigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke 4 punten beoordeel je lichaamsbouw en houding?

A
  • Houding en symmetrie
  • Vorm thorax
  • Verhouding lengte/gewicht
  • Vetverdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Naar welke 2 dingen kijk je bij ogen?

A
  • Witte sclerae
  • Rode conjuctivae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Naar welke 6 dingen kijk je bij huid en slijmvliezen?

A
  • Kleur
  • Pigmentatie
  • Littekens
  • Oneffenheden
  • Huidturgor
  • Beharingspatroon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Naar welke 4 dingen kijk je bij handen en voeten?

A
  • Nagelafwijkingen (horlogeglas nagels)
  • Trommelstokvingers
  • Cappilary refill
  • Oedeem enkels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly