AK Begrippen Par. 6.3 Flashcards

Blz. 100+101 AK begrippen Par 6.3

1
Q

Zeeklimaat

A

klimaat met het hele jaar neerslag, ‘s zomers koel en ‘s winters niet heel koud (gemiddelde dag temperatuur noot lager dan -3°C).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Middellandse Zeeklimaat (mediterraan klimaat)

A

Klimaat met hete, droge zomers en vochtige, zachte winters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

droog klimaat

A

klimaat met weinig of geen neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aanlandige wind

A

wind vanaf zee. Heet ook zeewind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

landklimaat

A

klimaat waarbij de gemiddeld temperatuur in de koudste maand lager is dan -3°C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

boomgrens

A

Grens tussen een gebied waar nog wel bomen kunnen groeien en waar geen bomen meer kunnen groeien door de lage temperatuur (kouder dan 10°C in de zomer).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

toendraklimaat

A

Koud klimaat met ‘s zomers een gemiddelde dag temperatuur die lager is dan 10°C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

toendra

A

Boomloos gebied in de poolstreken met begroeiing van grassen, mossen en lage struikjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

poolstreken

A

Het gebied ten noorden van 66½° N.B en ten zuiden van 66½°C Z.B.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hooggebergte klimaat

A

Koud en nat klimaat. De temperatuur in de zomer is gemiddeld lager dan 10°C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly