AK begrippen Par. 6.2 Flashcards

Blz. 100+101 AK begrippen Par. 6.2

1
Q

hooggebergte

A

Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

eeuwige sneeuw

A

gebied waar altijd sneeuw ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

middelgebergte

A

gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1.500 m zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

heuvelland

A

gebied met een hoogteligging tussen 200 m en 500 m.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

laagland

A

gebied met een laagteligging lager dan 200m.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

reliëf

A

hoogteverschillen in het landschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Schiereiland

A

een stuk land dat aan 3 kanten aan zee grenst, en met de 4e kant wel aan land ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoge breedte

A

de ligging van een plaats ver van de evenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

golfstroom

A

zeestroom die warm water van de Golf van Mexico naar de westkust van Europa brengt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gletsjers

A

enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

aanlandige wind

A

wind vanaf zee. Heet ook zeewind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

klimaat scheiding

A

verschijnsel dat de gebieden aan beide kanten van een berg andere neerslag- en temperatuurkenmerken hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

klimaat

A

het gemiddelde weer in een bepaald gebied over dertig of veertig jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

neerslag

A

water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring op aarde neerslaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

stuwingsregen

A

neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

loefzijde

A

de windkant van een gebergte met veel neerslag

17
Q

lijzijde

A

de kant van de berg die uit de wind ligt; er valt weinig neerslag

18
Q

regenschaduw

A

de lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.