AI en ND Flashcards
1
Q
Virussen kippen
A
- AI
- ND
- IB
- ILT
- aMPV
- Pokken difterie
- Marek
- Adeno
- Leucose
- Lymfoïde tumoren kalkoen
- CIAV
- IBD
- Trilziekte
- Reo
- Viraal enterische infecties
- Avian hepatitis E
2
Q
Influenza algemeen
A
- tropisme AH, SVS, ZS
- alle vogelsoorten vatbaar, niet alle vogels even gevoelig
- watervogels zijn drager
3
Q
influenza etiologie
A
- Type A
- Subtype H en N
- Ernstig steeds H5 of H7 subtype
- Genotypen: subtypen nog onderverdeeld door verschil in nucleotiden.
- LPAI en HPAI
- Resistent
4
Q
HPAI typen
A
- H5N1
- H5N2
- H7N1
- H7N2
- H7N3
- H7N7
5
Q
Klieving hemagglutinine AI
A
- noodzaak voor infectie en vermenigvuldiging
- klieving HA0 naar HA1 en HA2
- klieving door proteasen in hostcel
- replicatie is verschil LPAI en HPAI
6
Q
LPAI klieving
A
- klieving door proteasen van trypsine type
- beperkt tot AH en SVS
7
Q
HPAI klieving
A
- klieving door proteasen furine typen
- alle soorten organen, ook hersenen
8
Q
Aminzouren klievingsplaats AI
A
- verschil sequentie bepaalt pathogeniteit
- virulentie (LPAI wordt HPAI) door basische aminozuren (arginine). Oorzaak: fouten door RNA polymerase
9
Q
Antigene drift AI
A
kleine veranderingen genoom (door fouten bij transcriptie van RNA) leiden door immunologische druk tot veranderingen in subtype HA of NA
10
Q
Antigene shift AI
A
- verschillende soorten influenza’s vormen een nieuwe combinatie bij infectie (recombinatie)
- antigene veranderingen en pathogene veranderingen.
- AI bij mens met andere influenza virus –> recombinatie –> overdraagbaar van mens naar mens
11
Q
Overdracht en infectieweg AI
A
- aërogeen
- mest
- besmet materiaal/persoon
- infectie via oraal of aërogeen
12
Q
Pathogenese AI
A
- spreiding naar vrijwel alle organen
- ernst afh. v. stam
- sec. bact. inf. vnl bij minder virulente influenza stammen
13
Q
Kalkoen en kip AI
A
- meest gevoelig
- meeste symptomen
- kip iets minder
14
Q
Symptomen afh. v. AI
A
- virulentie stam
- SK (Ah, Diarree, ZS)
- acute sterfte tot 100%
15
Q
Symptomen LPAI
A
- AHS mild tot erg
- dik zitten
- kop naar beneden
- open bek ademen
- ogen dicht
- sinusitis
- geen/lage mortaliteit
- eidaling
- soms diarree
- belang sec. bact. compl.
16
Q
Symptomen HPAI
A
- sterfte tot 100%
- AHS
- ZS
- legstop
- significante reductie water en voederopname
17
Q
Autopsie AI
A
- onderhuidse bloedingen (cyanose poten, lellen, kam)
- overal bloedingen en puntbloedingen door hyperacute sepsis
- hemorrhagische tracheïtis
- SC oedeem kop en nek
- stuwing spier
- dehydratatie
- exsudaat neus, bek, trachea
- stuwing conjunctivae, soms puntbloeding
- peritonitis
- splenomegalie
- degeneratie pancreas
- stuwing nier met uraatopstapeling in tubuli.
18
Q
(Punt)Bloedingen in AI
A
- onderhuids
- conjunctivae
- borstbeen binnenzijde
- buikvet
- serosa opp.
- milt
- pancreas
- ovarium
- kliermaagmucosa
- spiermaagmucosa
- lymfoïd weefsel darmmucosa
19
Q
Levend staal AI
A
- bloed
- tracheaswab
- cloacaswab
20
Q
Dood staal AI
A
- trachea
- einddarm
- organen