afwijkingen bij ontwikkeling

Question 1

Anencefalie

Answer 1

Geen brein

Question 2

Holoprosencefalie

Answer 2

Geen hersenhelften

Question 3

Lissencefalie

Answer 3

Vormen geen gyri en sulci (Smooth brain)

Question 4

polymicrogyrie

Answer 4

Meer gyri dan normaal en kleiner en onderontwikkeld

Question 5

Macrogyrie

Answer 5

minder gyri dan normaal en veel breder

Question 6

Microcefalie

Answer 6

onderontwikkeling hersenen, persoon heeft lage intelligentie

Question 7

Porencefalie

Answer 7

(pores) cortex heeft gaten waar witte stof zou moeten zitten

Question 8

Heterotopie

Answer 8

Veel grijze stof in ventricles of in de witte stof. Komt door afgebroken celmigratie

Question 9

Corpus callosum (hersendeel)

Answer 9

Een grote baan van witte stof die de twee hersenhelften verbindt

Question 10

Corpus callosum agenesie (callosal agenesis)

Answer 10

Het gehele corpus callosum of een deel ervan ontbreekt

Question 11

Cerebellaire agenesie

Answer 11

Delen van het cerebellum, basale ganglia of ruggengraat ontbreken of zijn misvormd.

Question 12

meet de ‘white matter’ tussen verschillende hersengebieden door de opgesloten watermoleculen in axonen te meten.

Answer 12

dti (diffusion tension imaging)

Question 13

de mogelijkheid van structurele MRI om verschillen tussen grijze en witte stof op te sporen.

Answer 13

Voxel-based morphometry (VBM)