Afwijkingen Flashcards
stoothoornen
staan teveel naar boven en naar voor en dus gevaarlijk
slofhoornen
teveel naar beneden gericht
houten tong
verdikt en verhard wegens een schimmelinfectie, meestal niet te genezen
gladde tong
een erfelijk gebreik waarbij te kleine en schaarse aanwezigheid verhoornde tongpapillen
> bemoeilijkt het grazen
melksleuf of gespleten schoft
melktypisch
te weinig gespierdheid tussen de schouderbladen
hazenleger
deuk achter de bovenste hoek van het schouderblad
zadelrug
soms door te snelle jeugdgroei
karperrug
bij dikbillen samengaand met afhangend kruis en bijna inherent aan het type
> bij melkkoeien wijst het meer op achterbeenletsels en dus slijtage
opgetrokken buik
navelstreek is iets minder ontwikkeld en de schaamstreek is duidelijk onvoldoende ontwikkeld
hangbuik
hangt diep door n is onvoldoende breed,
trommelzucht
pensovervulling
door gasophoping sterk opgezette linkerflank
heupigheid
wanneer de heupbeenuitsteeksels sterk uitsteken
teken van grofheid
spits kruis
versmalt te snel thv de dijbeenderen en de zitbeenderen
dakvormig kruis
te smal
koekoeksgaten
beiderzijds van staart een holte tussen zitbeenkbobbels kruis en staartinplanting
hellend kruis
te weinig ruimte voor de uier
leidt gemakkelijk tot ongewenste standen
varkenskruis
helt sterk af en is ook te smal tussen de zitbeenderen
rond kruis
is smal vooraan en achteraan en breder in het midder met daarop een goede gespierdheid
wilduier
klein, weinig klierweefsel, meestal lange grove haren
vet- of vleesuier
groot genoeg, maar de uier is te ver of bevat te veel bindweefsel
tgv langdurige uierontsteking; de hoeveelheid klierweefsel is dus te beperkt
spitse uier
hangt laag door maar is te kort
hanguier
goed ontwikkelde uier die echter te diep doorhangt wegens verzwakkingen van de ophangbanden,