AFP 16 Motorisch systeem Flashcards

1
Q

Wat is animale motoriek?

A

Het bewust handelen en reageren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is vegetatieve motoriek?

A

Het onbewust aansturen bijv hart en borstkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de functies van het skelet(5)?

A

1) Steun
2) Beweging
3) Weefselvorming
4) Bescherming vitale organen
5) Reservoir van minderalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat valt onder het axiale skelet?

A

1) Schedel
2) Borstkas
3) Wervelkolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit welke drie lagen bestaat het bot?

A

1) Periost
2) Substantia compacta
3) Substansia spongiosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van het periost(2)?

A

1) Voorziet het bot van bloed dmv aan- en afvoerende bloedvaten.
2) Is de aanhechtingsplaats van pezen en gewrichtskapsels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar bestaat het periost uit?

A

Een taai vlies dat uit straf bindweefsel bestaat bestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van substancia compacta?

A

In het osteon ligt een centraal kanaal met bloed- en lymfevaten = haverskanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar bestaat het substancia compacta uit?

A

Buitenste laag bestaat uit een aantal lamellen, die het hele oppervlak van het bot volgen en evenwijdig lopen. Binnste gelegen deel bestaat uit lange zuilen = osteon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van substantia spongiosa?

A

De holtes bevatten beenmerg, waarin bloedcelvorming plaatsvind.
Door de bouw geeft het ook een groot mogelijke stevigheid bij een klein mogelijk gewicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waaruit bestaat het substancia spongiosa?

A

De lamellen zijn in een netwerk van beenkelkjes gestructureerd met holtes daartussen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 3 botcellen zijn er?

A

1) Osteoclasten
2) Osteoblasten
3) Osteocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de functie van osteoclasten?

A

Dit zijn grote bindweefselcellen die zuren en enzymen afscheiden. Deze stoffen breken het botweefsel van een osteon af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de functie van osteoblasten?

A

Na afbraak osteon groeit hierin een bloedvat, waarna beenvormende bindweefselcellen tegen de wand van het gat lamellen afzetten. De buis wordt zo geleidelijk opgevuld met concentrische lamellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van osteocyten?

A

Tegen de tijd dat er een nieuw osteon gevormd is, zijn de osteoblasten uitgewerkt en veranderen ze in osteocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verschil bot en kraakbeen; bot (3)?

A

1) Opgebouwd uit osteocyten (=botcellen)
2) Tussenstof zijn collagene vezels en kalkzouten
3) Goed doorbloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Verschil bot en kraakbeen; kraakbeen (3)?

A

1) Opgebouwd uit chondrocyten (=kraakbeencellen)
2) Tussenstof is chondrine
3) Niet doorbloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Botten worden aan de hand van hun vorm in vier soorten verdeeld, welke?

A

1) Pijpbeenderen
2) platte beenderen
3) korte beenderen
4) onregelmatige beenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke vijf pijpbeenderen zitten in de arm/hand?

A

1) Humerus
2) Radius
3) ulna
4) Ossa metacarpi
5) Ossa digitorum manus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke vijf pijpbeenderen zitten in het been/voet?

A

1) Femur
2) Tibia
3) Fibula
4) Ossa metatarsi
5) Ossa digitorum pedis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe zijn pijpbeenderen opgebouwd?

A
  • Diafyse = substantia compacta
  • Epifysen = substantia spongiosa
  • Mergholte = gevuld met geel beenmerg)
  • Epifysaire schijf = substantia compacta
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke vijf platte beenderen zijn er?

A

1) Ossa cranii
2) Scapulae
3) Oss Coxae
4) Costae
5) Sternum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe zijn de platte beenderen opgebouwd?

A

Hoofdzakelijk uit substantia compacta met daartussen een dun laagje substantia spongiosa.

24
Q

Welke twee korte beenderen zijn er?

A

1) Ossa Carpi
2) Ossa Tarsi

25
Q

Hoe zijn de korte beenden opgebouwd?

A

Dunne substancia compacta met daarin substantia spongiosa.

26
Q

Welke zeven onregelmatige beenderen zijn er?

A

1) Schedelbasisbeenderen
2) Maxilla
3) Madibula
4) Gebitselementen
5) Vertebrae
6) Os hyoideum
7) Sesambeenderen

27
Q

Hoe zijn de onregelmatige beenderen opgebouwd?

A

Veelal een dunne substantia compacta en gevuld met substantia spongiosa.

28
Q

Welke drie botverbindingen zijn er?

A

1) Bindweefselverbindingen,
2) Kraakbeenverbindingen,
3) Gewrichten.

29
Q

Wat is een junctura fibrosa?

A

Bij een junctura fibrosa zijn de botten met elkaar verbonden door stevige netwerken van collagene en elastische vezels.

30
Q

Hoe heet het vliesvormige bindweefsel verbinding tussen Radius & Ulna en ook tussen Tibia & Fibula?

A

Membrana interossea

31
Q

Platte beenderen die tegen elkaar aan zijn gegroeid heten?

A

Suturae

32
Q

Wat is een junctura cartilaginae?

A

Verbinding met een kraakbeen zone tussen de botten.

33
Q

Kraakbeenverbinding tussen rib en borstbeen, wat voor type kraakbeen?

A

Hyalien kraakbeen

34
Q

Verbinding tusen de beide schaambeenderen

A

Symphysis pubica

35
Q

Tussenwervelschijven?

A

Disci intervertebrales

36
Q

Wat is een articulatio?

A

Is een botverbinding die een grote bewegelijkheid tussen de botten mogelijk maakt.

37
Q

Het soepel bewegen wordt bevorderd door een smerende vloeistof, hoe heet dat?

A

Synovia

38
Q

Door het synoviaal vocht worden om die reden een gewricht ook genoemd?

A

Junctura synovialis

39
Q

Het is aan het periost van beide botten vastgehecht en houdt de botuiteinden bij elkaar?

A

Capsula articularis

40
Q

Het gewrichtskapsel is in 2 lagen te onderscheiden, welke?

A

1) Membrana synovialis
2) Membrana fibrosa

41
Q

In veel gewrichten zit in de membrana fibrosa extra veel collagene vezels in dezelfde richting lopen, wat zijn dit?

A

Ligamenten

42
Q

Wat bevind zich in gewrichtskapsels en ligamenten?

A

Gewrichtssensoren.

43
Q

Een schijf bestaande uit vezelig kraakbeen?

A

Discus articularis

44
Q

Kraakbeen schijven hebben uiteenlopende functies, welke (3)?

A

1) Gewricht passend maken
2) Vergroten stabiliteit
3) vergroten bewegingsmogelijkheden

45
Q

Twee halvemaanvormige kraakbeenschijven in het art. genus?

A

Mensci

46
Q

Een plat, met synvia gevuld zakje dat meestal in verbinding staat met de gewrichtsholte?

A

Bursae synovialis

47
Q

Wat is de functie van de bursae synovialis?

A

Opheffen van wrijving tussen botten en weke delen.

48
Q

Welke zeven type gewrichten zijn er?

A

1) Kogel
2) Ellips
3) Zadel
4) Scharnier
5) Rol
6) Vlak
7) Straf

49
Q

Gewricht heeft een diepe kom en een bolle kop, de botten kunnen in alle richting bewegen?

A

Kogelgewricht

50
Q

Bewegingen rond de sagittale en transversale as?

A

Ellipsvormig gewricht

51
Q

De botten kunnen rond twee loodrecht op elkaar staande assen bewogen worden?

A

Zadelgewricht

52
Q

Botten kunnen alleen rond de transversale as bewogen worden?

A

Scharniergewricht

53
Q

De kop is een ronde schijf waardoor de beide botten in hun lengte as ten opzichte van elkaar kunnen bewegen?

A

Rolgewricht

54
Q

In dit gewricht is geringe schuifbewegingen mogelijk?

A

Vlak gewricht

55
Q

In dit gewricht passen beide gewrichtsvlakken maar op een manier in of op elkaar?

A

Straf gewricht