AFP 14 zenuwstelsel begrippen Flashcards

1
Q

Neuron

A

Zenuwcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Neuroloog

A

Specialist voor aandoeningen aan het zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Encephalon

A

Hersenen (letterlijk in het hoofd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cerebrum

A

Grote hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lobus frontalis

A

Voorhoofdskwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lobus parietalis

A

wandbeenkwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Lobus temporalis

A

Slaapbeenkwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Diencephalon

A

Tussenhersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mesencephalon

A

Middenhersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pons

A

Brug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

medulla oblongata

A

Verlengde merg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cerebellum

A

Kleine hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Medulla spinalis

A

Ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Meningen

A

Hersenvliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Canalis vertebralis

A

Wervelkanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cauda equina

A

Paardestaart, streng van zenuwwortels onderin het wervelkanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Motorische banen

A

Zenuwbanen voor bewegingen, dus naar spieren toe

18
Q

Sensibele banen

A

Zenuwbanen voor gevoel dus van sensoren naar de hersenen

19
Q

nn. craniales

A

hersenzenuwen

20
Q

N. facialis

A

aangezichtszenuw

21
Q

n. lingualis

A

zenuw naar de tong

22
Q

n. ulnaris

A

zenuw langs de ellepijp

23
Q

n. radialis

A

zenuw langs het spaakbeen

24
Q

n. medianus

A

middelste zenuw in de onderarm

25
Q

n. ischiadicus

A

heupzenuw

voorloper n. tibialis en n. fibularis

26
Q

n. tibialis

A

scheenbeenzenuw

27
Q

n. fibularis

A

n. peroneus
kuitbeenzenuw

28
Q

n. femoralis

A

bovenbeenzenuw

29
Q

n. saphenus

A

grote (duidelijke) beenzenuw

30
Q

CVA

A

cerebrovasculair accident

aandoening aan hersenvaten

31
Q

polyneuropathie

A

ziekte aan meerdere zenuwen

32
Q

dwarslaesie

A

onderbreking van het ruggenmerg

33
Q

laesie

A

breuk, schade

34
Q

dementie

A

afnemend denkvermogen door vermindering van hersencellen

35
Q

meningitis

A

hersenvliesonsteking

36
Q

encephalitis

A

hersenontseking

37
Q

neuritis

A

zenuwontsteking

38
Q

ALS

A

amyotrofe lateraal sclerose

aandoening aan ruggenmerg en motorische neuronen met toenemende verlamming

39
Q

poliomyelitis

A

kinderverlamming

ontsteking van meerdere zenuwen in ruggenmerg en hersenstam

40
Q

MS

A

multiple sclerose

aandoening op meerdere plekken in het zenuwstelsel, waardoor de functionering achteruit gaat

41
Q

spina bifida

A

open ruggetje

een onvolledig gesloten wervelkolom

42
Q

Lobus occipitalis

A

achterhoofdskwab