Adolescent 12-22j Flashcards

1
Q

Fasen adolescentie

A

Vroege adolescentie: 12-15j
Midden adolescentie: 15-18j
- puberteit: 12-16j
Late adolescentie: 18-22j

Eind fase als je alle rechten en plichten hebt van een volwassene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Seksuele rijping en het acceleratieverschijnsel

A

Seksuele rijping bij meisjes 2j vroeger dan jongens

Acceleratieverschijnsel: doorheen de jaren is de groei versneld, de seksuele rijping begint vroeger en we groeien ook meer
Oorzaken:
- betere voeding
- vervuiling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Psychische gevolgen v/d lichaamsveranderingen

A
Vermoeidheidsverschijnselen
Emotionele labiliteit 
Invloed op zelfbeeld:
 - ontevredenheid over uiterlijk
Invloeden uit sociale omgeving:
 - verwachtingen
 - blootstelling aan zaken waar men cognitief nog niet klaar voor is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dynamisch affectief
Freud
Erikson

A

Seksualiteit komt op gang:

  • masturbatie
  • zoenen, betasten, seks
  • risico’s
  • homoseksualiteit

Erikson: identiteit vs identiteitsverwarring

  • wie ben ik?, wie wil ik zijn?, hoe ervaren anderen mij?
  • experimenteergedrag (drugs, alcohol, agressie, diefstal, vandalisme…)
  • laag zelfbeeld, depressie, angsten…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Formeel operationeel denken

A

Op wetenschappelijke manier denken

  • propositioneel denken
  • hypothetisch- deductief denken
  • experimenteel denken
  • combinatorisch denken
Gevolgen:
 - intellectuele vooruitgang 
 - kritische houding
 - invloed op zelfbeeld: eenzaamheid
 - metafysisch of intellectueel egocentrisme
    Imaginair publiek
    Persoonlijke legende
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Propositioneel denken

A

= logisch redeneren waardoor afzonderlijke beweringen worden betrokken bij elkaar en dat er nieuwe inzichten ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hypothetisch- deductief denken

A

Hypothese inschakelen als tussenstop om tot een waarheidsgetrouw resultaat komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Experimenteel denken

A

Bepaalde zaken veranderen en andere gelijk laten om te zien of er veranderingen optreden en welke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Combinatorisch denken

A

Nadenken in overleg de volgende stappen zoeken om tot een goed resultaat te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Imaginair publiek

A

Idee dat het allemaal rond jou draait, dat iedereen je bekijkt, dat iedereen op je zal letten als je van jezelf vind dat je er niet goed uitziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Persoonlijke legende

A

Denken dat je de enige bent die iets doormaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Relatie met ouders

(opvoedingsstijlen)

A

2de separatie- individuatieproces = losmakingsproces

Opvoedingsstijlen:

  • autoritair ❌
  • gezaghebbend/ democratisch: ✅
  • toegeeflijk/ permissief: ❌
  • ongeïnteresseerd/ verwaarlozend: ❌
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Relatie leeftijdsgenoten

A

Vriendengroepen
Individuele vriendschappen
Eerste verliefdheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Generatiekloof

A

Vooral op oppervlakkige zaken zijn er grote verschillen
Voor belangrijke levensvragen zijn er vrijwel geen verschillen tussen generaties: hebben ongeveer dezelfde ideeën over het leven en de toekomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly