Administratief recht Flashcards

1
Q

Wat houden de beginselen van behoorlijk burgerschap in?

A

Rechtzoekende wordt verwacht op diligente wijze voor zijn rechten en belangen op te komen (fair play en waakzaamheid)

  • Evolutie naar wederkerig bestuursrecht
  • Handvest gebruiker van de openbare diensten 4 december 1992
  • Gevolgen nalatigheid:
  • rechtszoekende kan zich niet meer op gebrek beroepen
  • verval van recht
  • geen sprake van “moeilijk te herstellen ernstig nadeel”

•Heeft invloed op toetsing BBB

ÞBeginselen van behoorlijk burgerschap bakenen grenzen af BBB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn verschillende procedurele beginselen?

A
  1. Hoorplicht
  2. Onpartijdigheid
  3. Motiveringsplicht
  4. Fair Play
  5. Zorgvuldigheidsbeginsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de hoorplicht in?

A

Iemand gelegenheid bieden op nuttige wijze standpunt kenbaar te maken

•Van toepassing indien

  1. overheid zinnens is ernstige (individuele) maatregel te nemen die rechtstoestand betrokkene wijzigt
  2. de maatregel gegrond is op het persoonlijk gedrag van de betrokkene dat hem als een tekortkoming wordt aangerekend

⇒ in recentere rechtspraak wordt deze laatste voorwaarde soms weggelaten
Bv. Intrekking wapenvergunning, marktconcessie, sluiting dancing

  • Niet van toepassing op reglementaire besluiten (wel zorgvuldigheidsplicht!)
  • Afwijking mogelijk indien:
  1. maatregel overwogen op grond van feit dat voor directe, eenvoudige constatering vatbaar is en bestuur gebonden bevoegdheid heeft
  2. Noodzaak om snel op te treden (bv. gevaar voor volksgezondheid)
  3. betrokkene kan niet binnen redelijke termijn worden bereikt
  4. Recht van verdediging in tuchtzaken (absoluut en strenger)

Maar evolutie naar “nuttig” horen (met striktere modaliteiten):

  • vooraf aard van voorgenomen maatregel wordt meegedeeld
  • alsmede de redenen voor het bestuurlijk optreden worden geduid
  • inzage in het dossier wordt verleend (indien aanwezig)
  • voldoende tijd wordt gelaten om een verweer voor te bereiden
  • betrokkene recht heeft op bijstand raadsman
  • betrokkene wordt “gehoord” (kan schriftelijk!)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de onpartijdigheid in?

A

“Nemo judex in sua causa”

“Justice should not only be done, but also be seen to be done”

  • Moet wel worden afgewogen tegen continuïteitsbeginsel (werking overheid mag niet worden verlamd)
  • Beginselen behoorlijk burgerschap: personen tijdig wraken waarvan gevreesd wordt dat ze niet onpartijdig zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt de motiveringsplicht in?

A

Onderscheid tussen materiële en formele motivering

Materiële motivering

Elke bestuursbeslissing geschraagd door motieven die concreet, in feite juist en in rechte pertinent zijn en beslissing verantwoorden

  • Motivering moet evenredig zijn met het belang van de beslissing en de omvang van de beleidsvrijheid van het bestuur
  • Motivering moet de beslissing verantwoorden: draagkrachtvereiste (duidelijk, nauwkeurig en samenhangend: RvS 04/02/1993)
  • Geldt zowel voor individuele als reglementaire bestuurshandelingen
  • Motieven kunnen blijken uit dossier of beslissing zelf

Formele motivering

De materiële motivering dient in de akte zelf te worden opgenomen

  • Laat burger toe met kennis van zaken te beslissen om al dan niet tegen beslissing op te komen
  • Motivering door verwijzing naar andere stukken (betrokkene moet kennis hebben van stukken en motivering moet worden bijgetreden)
  • Specifieke wettelijke basis vereist en bijgevolg niet echt BBB
  • Naast specifieke normen: formele motiveringswet 29 juli 1991

⇒ Van toepassing op (art. 1):

  • administratieve overheden in de zin van art. 14 RvS-wet (ook bestuurs-handelingen wetgevende en rechterlijke organen)
  • met betrekking tot eenzijdige rechtshandelingen met individuele strekking

Draagwijdte van formele motiveringsplicht:

  • juridische en feitelijke gegevens die ten grondslag liggen:
  • motivering moet afdoende zijn: evenredigheid en draagkrachtvereiste.

Uitzondering in het geval de motivering van een handeling (art. 4):

  • de uitwendige veiligheid van de Staat in het gedrang kan brengen;
  • de openbare orde kan verstoren;
  • afbreuk kan doen aan de eerbied voor het privéleven;
  • afbreuk kan doen aan de bepalingen inzake de zwijgplicht.

Geen uitzondering:

  • in geval van noodzakelijkheid (art. 5)
  • wanneer beslissing resultaat is van geheime stemming

Sanctie: nietigheid (wel vereiste van belangenschade!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt Fair Play in?

A

Bestuur mag burger niet hinderen in het uitoefenen van zijn rechten

Bv. geen gegevens achterhouden, geen verkeerde gegevens verstrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt zorgvuldigheidsbeginsel in?

A

ÞHet overkoepelende beginsel (cf. bonus pater familias)

ÞProcessuele en inhoudelijke component

Bv. relevante feiten vergaren, op deskundige wijze onderzoeken, relevante belangen erkennen en afwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de inhoudelijke beginselen?

A
  1. Gelijkheidsbeginsel
  2. Motiveringspicht
  3. Redelijkheidsbeginsel
  4. Rechtszekerheid en vertrouwensbeginsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt het gelijkheidsbeginsel?

A

Art. 10 en 11 Gw

  • Principe: gelijke gevallen gelijk behandelen, ongelijke gevallen ongelijk
  • Verschillende behandeling kan mits objectieve en redelijke verantwoording (aanvaardbaar doel, proportionaliteit)

Bv. overheidsopdrachten, gelijkheid burgers voor openbare lasten…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt het rechtszekerheid en vertrouwensbeginsel in?

A

Rechtszekerheidsbeginsel

Recht moet voorzienbaar en toegankelijk zijn zodat burger de gevolgen van zijn handelingen kan voorzien.

Vertrouwensbeginsel

Burger moet kunnen vertrouwen op vaste gedragslijn van de overheid

Gewekte rechtmatige verwachtingen moeten worden gehonoreerd

•Volgens Raad van State schending vertrouwensbeginsel indien er:

  • een vergissing bestaat vanwege het bestuur
  • op basis hiervan aan een rechtszoekende een voordeel is verleend
  • geen gewichtige redenen bestaan om voordeel te ontnemen

•Vertrouwensbeginsel afgewogen tegen dwingende publieke belangen (legaliteitsbeginsel, gelijkheidsbeginsel, veranderlijkheid openbare dienst)

Niet terugwerkende kracht reglementaire/ individuele bestuurshandelingen

Intrekkingsleer

•Opheffing (verdwijnen besluit uit rechtsverkeer ex nunc)

voor reglementen: steeds mogelijk

voor individuele bestuurshandelingen: zie intrekking

•Intrekking (verdwijnen besluit uit rechtsverkeer ex tunc)

Raad van State: rechtsverlenend besluit enkel in te trekken indien:

  • beslissing onwettig is
  • intrekking gebeurt in periode dat uitvoerbaarheid beslissing onzeker is

Hof van Cassatie: art. 159 GW heeft absolute gelding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt redelijkheidsbeginsel in?

A

Discretionaire macht geen vrijbrief voor willekeur

  • Verbod van willekeur
  • Evenredigheidsbeginsel (doeltreffendheid, noodzakelijkheid, proportionaliteit s.s.)
  • Zuinigheidsplicht

ÞMarginale toetsing door rechter (“kennelijke onredelijkheid”)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het begrip openbaarheid van bestuur in?

A

Verhoogt rechtsbescherming (preventief en curatief) en versterkt (deliberatieve) democratie

Onderscheid tussen:

-Actieve openbaarheid

Overheid verstrekt uit eigen beweging informatie

-Passieve openbaarheid

Overheid verstrekt informatie op verzoek van de burger

Art. 32 Grondwet:

“Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in art. 134”

Grondrecht op passieve openbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt de eenzijdige bestuurshandeling in? Wat is het belang?

A

Eenzijdig

Bestuur (zie discussie aflijning administratieve overheid)

Rechtshandeling (rechtsfeit)

  • Handeling die beoogt rechtsgevolgen teweeg te brengen
  • Brengt wijziging aan in bestaande rechtstoestand of belet dat dergelijke wijzigingen tot stand komen

Bestuurshandelingen gekenmerkt door “privilège du préalable” (vermoeden van wettigheid) en “privilège de l’exécution d’office” (uitvoerbare kracht)

Belang

  • Bevoegdheid Raad van State

Let op: uitputten georganiseerd administratief beroep; goedkeuring toezichthoudende overheid; soms bevoegdheid andere bestuursrechter of burgerlijke rechter

  • Hoedanigheid administratieve overheid
  • Toepassingsgebied bepaalde bestuurlijke regelgeving:

Vb. formele motivering en openbaarheid bestuursdocumenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 2 soorten termijnen bestaan?

A
  1. Ordetermijnen
    - geen gevolg (maar art. 14, §3 RvS-wet: impliciete weigeringsbeslissing), wel bindend (aansprakelijk)
  2. Vervaltermijnen
    - overheid verliest bevoegdheid (niet vermoed; rechtszekerheid in het gedrang?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn bestuurlijke sancties?

A

Sancties met een preventieve en repressieve functie

Eenzijdig opgelegd door actief bestuur

Aan burgers of medewerkers van de openbare dienst

Bij schending publiekrechtelijk voorschrift

Krachtens en binnen door de wet bepaalde grenzen

Zonder voorafgaande rechterlijke tussenkomst

  • Niet: sancties van rechtswege; veiligheidsmaatregelen, vrijheidsberoving
  • Ruim toepassingsgebied
  • Uiteenlopende vormen
  • Onaangepastheid van de strafrechtelijke sanctie
  • Straffeloosheid bij bepaalde vormen van overlast
  • Snelheid van optreden tegen bepaald gedrag
  • Ruimere categorie van personen die inbreuken kunnen vaststellen

Rechtsgevolgen kwalificatie bestuurlijke rechtshandeling:

  • Geen vermelding in strafregister
  • Cumulatie administratieve en strafrechtelijke sancties in principe mogelijk

→ Non bis in idem enkel voor straffen van dezelfde aard

Uitzonderingen:

  1. Wettelijk of decretaal verbod bv. GAS (art. 5 GAS-wet)
  2. Administratieve sanctie met strafrechtelijk karakter

In principe aanvechtbaar voor Raad van State (annulatieberoep)

-Toepassing van BBB: Formele motivering + hoorplicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de GAS-wet?

A

Wet 13 mei 1999 tot invoering GAS: voorheen art. 119 bis, ter N.Gem.W.

Gemeenten bevoegd administratieve sancties te bepalen voor overtreding gemeentelijke reglementen (voordien enkel strafsancties)

Overlastbegrip ingevuld door gemeenten

Keuzemogelijkheid: administratieve sanctie OF strafsanctie

Tenzij hogere regel voor dezelfde overtreding reeds straf of administratieve sanctie bepaalt

ÞUitz. 1: gemengde inbreuken (winkeldiefstal, graffiti, klein vandalisme, nachtlawaai, …): administratieve geldboete enkel indien OM niet optreedt

ÞUitz. 2: uitdrukkelijke machtiging hogere overheid (vb. achterlaten afval)

Recente uitbreiding van het systeem (GAS-wet 24/06/2013)

–schaalvergroting (meergemeentezone): één politieverordening, sanctionerende ambtenaar, vaststelling in meerdere gemeenten

–maximumbedrag geldboete (350 euro, 175 euro)

–minderjarigen vanaf 14 jaar i.p.v. 16 jaar: facultatief; ouderlijke betrokkenheid

–aanpassing lijst gemengde inbreuken

–aanvullende maatregelen (gemeenschapsdienst, bemiddeling)

–tijdelijk plaatsverbod door burgemeester , MAAR: kwalificatie als bestuurlijke politiemaatregel, niet als sanctie

–Meer vaststellers (provinciale, gewestelijke ambtenaren, overheidsbedrijf, intergemeentelijk samenwerkingsverband)

–Parkeerinbreuken (stilstaan en parkeren, verbodsbord C3 – verboden toegang, F103 - voetgangerszone): facultatief

–Protocol met parket voor gemengde inbreuken (verplicht voor parkeerinbreuken)

–Proceduretermijnen (doorgeven vaststelling: 1 of 2 maanden; sanctie: 6 maanden – 12 maanden bij bemiddeling)

–Onmiddellijke betaling buitenlanders

–Uitbreiding onderzoeksbevoegdheid sanctionerend ambtenaar

–Administratief sanctieregister

–Beroepsprocedure (ook gemeente; mogelijke vertegenwoordiging door sanctionerend ambtenaar)

Mogelijke sancties:

–administratieve geldboete, schorsing/ intrekking toestemming of vergunning, sluiting inrichting

–evenredigheid: ernst van de feiten, herhaling (in concreto)

–limitatief

Vaststelling van inbreuken:

–gemengde inbreuken: politieambtenaar of agent van politie (PV); maar voor parkeerinbreuken: ook gemeenteambtenaren

–Inbreuken enkel bestraft met administratieve sanctie: gemeenteambtenaar, ambtenaar van vervoermaatschappij, …

Sanctionerende overheid (administratieve sanctie):

–door gemeenteraad aangewezen ambtenaar: geldboete

–college: schorsing/intrekking vergunning; sluiten inrichting

Beroepsmogelijkheid:

–tegen beslissing ambtenaar: politie- of jeugdrechter (ook maatregel van bewaring, behoeding of opvoeding)

–tegen beslissing college: Raad van State

Bemiddeling met oog op herstel of vergoeding van de schade, bedaren van conflict:

–meerderjarigen: facultatief

–minderjarigen: verplicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat houdt onteigening in?

A

Ontneming eigendomsrecht (roerende en onroerende zaken)

Beperking eigendomsrecht (wat met de facto-onteigening?)

•Artikel 16 GW:

Þten algemene nutte

Þin de gevallen bij wet bepaald

Þop wijze bij wet bepaald (minnelijk/administratief/gerechtelijk)

Þvoorafgaande schadeloosstelling

Þbillijke (= integrale) schadeloosstelling

Annulatieberoep bij Raad van State indien onteigeningsprocedure nog niet werd ingeleid bij burgerlijke rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat houdt opeising in?

A

Bevoegdheid overheid om zich in uitzonderlijke omstandigheden:

  • de medewerking van burgers te verzekeren
  • het bezit van bepaalde zaken toe te eigenen

Bv. bevoegdheid burgemeester om elk gebouw dat meer dan zes maanden verlaten is ter beschikking te stellen van daklozen (art. 134bis N.Gem.W.)

Bv. Opvorderen van geneesheren (art. 4 Wet 8 juli 1964 dringende geneeskundige hulpverlening

Bv. Opeisen van verlaten gebouw voor opvang van asielzoekers (art. 74 Wet 2 januari 2001)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de voorwaarden voor de kwalificatie adminitratieve overheid?

A
  1. Oprichting of de erkenning door de overheid = organiek criterium. Erkenning: voorbeeld: autokeuring of sociale huisvestingsmaatschappijen. Die zijn privaat opgericht, maar worden later erkend door de overheid als een overheid.
  2. Belast zijn met een opdracht van algemeen belang of een openbare dienst = functioneel criterium.

Sommige overheden handelen niet altijd vanuit algemeen belang. Voorbeeld Bpost, stellen ook commerciële zaken of voorbeeld Belgacom.

  1. Controle of het toezicht door de overheid.
  2. De bevoegdheid om eenzijdig bindende beslissingen te nemen die derden binden = imperiumbevoegdheid.
  3. De publiek- of privaatrechtelijke rechtsvorm.

Als het echter publiek is, is het niet nodig om te kijken naar de bevoegdheid om eenzijdig bindende beslissing te nemen. Dit is een criterium voor privaatrechtelijke rechtsvormen.

De wetgevende, uitvoerende en rechterlijke zijn geen administratieve overheiden à kan nooit!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe voeren de uitvoerende macht en gedecentraliseerde besturen hun taken uit?

A

Uitvoerende macht en gedecentraliseerde besturen oefenen taken uit via:

-Reglementen/ Verordeningen

Besluiten die een rechtsregel formuleren en dus een algemene draagwijdte hebben (wetten in materiële zin)

-Organieke besluiten

Besluiten die een openbare dienst organiseren (institutioneel)

-Individuele besluiten

Besluiten die een rechtsregel toepassen op concrete situatie

  • Koninklijke Besluiten/ Besluiten van de gemeenschaps- en gewestregeringen

–Toegewezen aard van de verordenende bevoegdheid (art. 105, 108 Grondwet respectievelijk 20 en 78 BWHI)

–Medeondertekening door een minister (art. 106 Grondwet)

–Reglementair, organiek, individueel

Ministeriële besluiten en besluiten van de individuele leden van de regeringen van de deelstaten

–Bv. Ministerieel Besluit houdende vaststelling van de verboden lijst (Vl.) (27 november 2012)

–eenheid van verordenende bevoegdheid (art. 33 + 108 GW), maar aanvaard voor bijkomende, aanvullende detailmaatregelen

Besluiten van territoriaal gedecentraliseerde besturen

–Art. 41, 1ste lid GW:

“De uitsluitend gemeentelijke of provinciale belangen worden door de gemeenteraden of provincieraden geregeld volgens de beginselen bij de Grondwet vastgesteld.”

Besluiten van functioneel gedecentraliseerde besturen

–Bevoegdheid niet afgeleid uit de Grondwet

–CREG, FSMA, RIZIV, …

21
Q

Wat houden omzendbrieven en dienstnota’s in?

A
  • Ook wel pseudo-wetgeving genoemd
  • Voorschriften niet uitgevaardigd krachtens reglementaire bevoegdheid
  • Niettemin lijken ze op wetgeving/ reglementen
  • Voor ambtenaren bindend op basis van het hiërarchisch beginsel

1. Interpretatieve omzendbrieven

Instructies met betrekking tot hoe wetten en besluiten dienen te worden geïnterpreteerd

2. Indicatieve omzendbrieven

Richtlijnen die de overheid voor zichzelf opstelt als leidraad voor het invullen van discretionaire bevoegdheden

3. Verordende omzendbrieven

Nieuwe rechtsregel in de vorm van een omzendbrief

Aanvechtbaar voor de Raad van State

Een omzendbrief is verordenend wanneer:

  1. nieuwe rechtsregels aan de bestaande worden toegevoegd;
  2. de overheid deze regels verplichtend wil stellen;
  3. zij is uitgevaardigd en bekendgemaakt door de overheid die in de betrokken materie over verordenende bevoegdheid beschikt
  4. en die de middelen bezit om de handhaving af te dwingen.
22
Q

Wat houdt deconcentratie in?

A

In beperkte zin overdragen van beslissingsmacht, mits behoud van hiërarchische band

In beginsel binnen een zelfde rechtspersoon

Interne en externe deconcentratie

Bevoegdheidsoverdracht via:

–delegatie

–toewijzing van bevoegdheid

Delegatie:

Quid art. 33 Grondwet: zijn aan een overheid toegekende bevoegdheden onoverdraagbaar en onvervreemdbaar?

•Sinds Cass. 4 mei 1920 is delegatie mogelijk zonder expliciete machtiging, voor zover:

  1. De delegatie wordt verleend aan een onder toezicht staand orgaan;
  2. De delegatie ad nutum kan worden herroepen;
  3. De gedelegeerde beslissingen onderworpen zijn aan de uitdrukkelijke of stilzwijgende goedkeuring van de delegant;
  4. De delegatie betrekking heeft op bijkomstige of aanvullende detailmaatregelen.

Toewijzing

(Grond)wetgever vertrouwt “eigen” bevoegdheid toe aan een instelling (ó gedelegeerde bevoegdheid)

Bv. gemachtigde ambtenaar inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening; povinciale directeur der belastingen, …

  • Bij de uitoefening van toegewezen bevoegdheden niet altijd onderworpen aan het hiërarchisch gezag
  • Wel kan wetgever voorzien in administratief beroep

Mengvorm deconcentratie en decentralisatie

23
Q

Wat houdt decentralisatie in?

A

Decentralisatie (territoriale en functionele)

ÞToekenning van ruime zelfstandige (beslissings)bevoegdheid aan diensten buiten eigen organisatie

•Deze diensten

  • handelen in eigen naam
  • zijn onttrokken aan hiërarchisch beginsel
  • hebben een eigen rechtspersoonlijkheid
  • zijn in beginsel onderworpen aan bestuurlijk toezicht
  • Bevoegdheidsoverdracht via toewijzing van bevoegdheid
  • Terughoudendheid

Functionele decentralisatie

Toekenning van specifieke bevoegdheden in een welbepaald domein aan organiek zelfstandige diensten

Onderscheid naar gelang wijze van oprichting:

-Door stichting (eenzijdige beslissing openbare overheid)

Bv. EVA, economische overheidsbedrijven

-Bij wijze van vereniging (betrokkenheid verschillende publieke en private rechtspersonen)

Bv. Intercommunales, gemengde economische verenigingen

•Externe verzelfstandiging op elk bestuursniveau

–Federaal Voedselagentschap, NMBS, …

–Vlaamse Regulator voor de Media, …

–OCMW, autonoom gemeente- of provinciebedrijf, …

Rechtsgrondslag:

–op federaal niveau: geen grondwettelijke verankering

–op niveau gemeenschappen/ gewesten: art. 9 BWHI

–op lokale niveau: toepasselijke organieke regelgeving

•Privaatrechtelijk vormgegeven overheidsrechtspersonen!

24
Q

Wat houden de overheidsbedrijven in?

A
  • Wet 21 maart 1991
  • Onderscheid tussen twee verschillende regimes:

1.Gewone autonome overheidsbedrijven

Þgeen (volledige) vennootschapsstructuur

Bv. Belgocontrol

2.NV van publiek recht

behoudens afwijking vennootschapsrecht van toepassing

Bv. Belgacom, Bpost, NMBS

  • Onderscheid taken van openbare dienst en andere taken
  • Aansturing via een beheersovereenkomst (art.4-6)
  • Verregaande autonomie (art. 7-14)
  • Administratief toezicht via regeringscommissaris: bij miskenning wetten, statuut, beheerscontract (art. 23-24)
  • Financiële controlemechanismen (art. 25)
25
Q

Wat houdt hiërarchisch toezicht in?

A

•Elke gecentraliseerde dienst hiërarchisch gestructureerd

vb. Federale Overheidsdienst

Hiërarchische overste heeft:

1.Instructiebevoegdheid
= Mag instructies geven die bindend zijn.

2.Substitutiebevoegdheid
= Mag de beslissing vernietigen en zelf maken zolang dit nog rechtsgeldig kan.

26
Q

Wat houdt administratief toezicht in?

A

•Gedecentraliseerde besturen hebben ruime autonome bevoegdheid

Onverenigbaar met hiërarchisch toezicht

•Autonomie is niet absoluut

Autonomie begrensd door administratief (bestuurlijk) toezicht

•Draagwijdte hangt volledig af van de wet

= Geheel van preventieve, repressieve en dwangmaatregelen waarover toezichthoudende overheid beschikt om ervoor te zorgen dat gedecentraliseerde besturen het recht en het algemeen belang respecteren

Toezicht heeft dus betrekking op:

  • naleving recht
  • eerbiediging algemeen belang
  • Afwezigheid administratief toezicht niet perse strijdig met de Grondwet (GWH 18 november 2010, nr. 130/2010)

Gewoon toezicht (geen indeplaatsstelling)

  • Algemeen toezicht
  • Bijzonder toezicht

Buitengewoon toezicht (wél indeplaatsstelling)

  • Dwangtoezicht
  • Hervormingsrecht
27
Q

Wat houdt bijzonder toezicht in?

A

Geen indeplaatsstelling (ex ante)

1.Goedkeuring

Beslissing gedecentraliseerde bestuur pas uitvoerbaar na goedkeuring toezichthoudende overheid

Bv. beslissing tot oprichting gemeentelijk verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm (art. 245, §3 Gem.Decr.)

  • Beslissing voorheen wel bindend, niet uitvoerbaar
  • Goedkeuringsbesluit op zich een voor vernietiging vatbare administratieve rechtshandeling

2.Machtiging

Beslissing gedecentraliseerd bestuur kan pas worden genomen nadat machtiging is verleend

bv. onteigening door autonoom gemeentebedrijf (art. 242, §2 Gem.Decr.)

3.Voorafgaand advies

Gedecentraliseerd bestuur kan pas handeling stellen na hierover advies te hebben ingewonnen bij andere overheidÞ

  • hetzij de toezichthoudende overheid (komt bijna niet meer voor)
  • hetzij een andere (lagere) overheid

Bv. advies college burgemeester en schepenen aan Vlaamse Regering voor onteigening door OCMW (art. 194 OCMW-decreet)

  • Advies in de regel niet bindend (mogelijk wel substantieel)
  • Indien wel bindend vormt advies een voor vernietiging vatbare administratieve rechtshandeling
28
Q

Wat houdt algemeen toezicht in?

A

Geen indeplaatstelling (ex post)

Bevoegdheid toezichthoudende overheid rechtshandelingen gedecentraliseerd bestuur te schorsen of te vernietigen

Voor zover niet onderworpen aan (onverzoenbare) vorm van bijzonder toezicht of georganiseerd bestuurlijk beroep

Ambtshalve of na klacht

-Schorsing (= voorbereidende maatregel)

Rechtshandeling waarbij toezichthoudende overheid zich verzet tegen uitvoering beslissing gedecentraliseerd bestuur

Bv. toezicht provinciegouverneur op besluiten gemeenteraad

(art. 255, §1 Gem.Decr.)
- Nietigverklaring

Rechtshandeling waarbij toezichthoudende overheid beslissing gedecentraliseerd bestuur tenietdoet.

Bv. toezicht Vlaamse Regering op besluiten gemeenteraad

(art. 256 Gem.Decr.)

Rechtshandeling verdwijnt ab initio uit rechtsverkeer

29
Q

Wat houdt dwangtoezicht in?

A

Toezichthoudende overheid stelt zich in de plaats van gedecentraliseerd bestuur dat verzuimt wet na te leven

•In gebreke blijvende bestuur vervangen door:

  • toezichthoudende overheid zelf
  • persoon die door toezichthoudende overheid is aangesteld

-

Bv. Mogelijkheid voor toezichthoudende overheid commissaris aan te

stellen wanneer gemeenteoverheid in gebreke blijft (art. 261 Gem.Decr.)

•Enkel tot doel om naleving van de wet af te dwingen! Geen opportuniteitstoets!

30
Q

Wat houden bestuurlijke beroepen in?

A

= Door de wetgever voorziene mogelijkheid voor belanghebbenden om bestuurlijk beroep in te stellen bij een bestuurlijke overheid met oog op intrekking, vernietiging of wijziging beslissing gedecentraliseerd bestuur

Wet regelt wie beroep kan instellen tegen welke rechtshandelingen, termijnen, voorschriften, …

Beroepsinstantie kan bestuur zijn dat betwiste rechtshandeling heeft gesteld (georganiseerd willig beroep)

Doorgaans echter ander bestuur

In principe hervormingsbevoegdheid, tenzij uitdrukkelijk andersluidende bepaling.

Bevoegdheid beroepsorgaan kan verschillen, gaande van adviesverlening tot hervormingsbevoegdheid

Bv. Hervormingsbevoegdheid beroepsinstantie openbaarheid bestuursdocumenten (art. 24, §2, decreet 26/3/2004)

Bestuurlijk beroep kan niet ambtshalve worden uitgeoefend

Georganiseerd bestuurlijk beroep moet worden uitgeput alvorens vordering kan worden ingesteld bij een administratief rechtscollege.

  • Beroepsinstantie is verplicht het beroep te behandelen en uitspraak te doen
  • Ook “gewone” bestuurlijke beroepen (zonder specifieke wettelijke regeling):
  • Klacht bij toezichthoudende overheid
  • Verzoek tot wijziging, intrekking of opheffing aan bestuur dat bestreden beslissing heeft genomen (willig beroep)
  • Verzoek tot wijziging, intrekking of opheffing aan hiërarchisch hogere overheid (hiërarchisch beroep)
31
Q

Hoe zit het met toezicht op de territoriaal gedecentraliseerde besturen?

A

Wat territoriaal gedecentraliseerde besturen betreft:

Art. 7 BWHI

  • Gewoon administratief toezicht (omvat elke hogervermelde vorm van toezicht)
  • Bevoegdheid gewesten
  • Specifiek administratief toezicht

ÞFederale staat en gemeenschappen bevoegd administratief toezicht te organiseren met betrekking tot aangelegenheden binnen hun bevoegdheidssfeer

32
Q

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen administratief en jurisdictioneel beroep?

A
  • Opportuniteitstoets mag enkel bij het administratief beroep. De rechter kan de opportuniteit niet controleren. Dit volgt uit de scheiding der machten.
  • Vonnis heeft gezag en kracht van gewijsde, de rechter kan niet terugkomen op zijn eigen beslissing. Je kan wel een beroep aantekenen binnen een bepaalde termijn, daarna is het pas geldig en bindend.

Administratief beroep kan steeds worden teruggenomen een beslissing zolang er geen rechten zijn toegegeven. Kracht van gewijsde bestaat hier niet.

Procedurele waarborgen: Meer bij de rechter dan bij administratief. Bij de rechter vloeit dit voort uit EVRM (artikel 6). Bij administratief: beginselen van behoorlijk bestuur geldt (in mindere mate dan bij de rechterlijke procedure).

33
Q

Wat zijn de gevolgen van onderscheid reglementaire en individuele bestuurshandeling?

A

Verplicht advies

  • Enkel bij de reglementaire bestuurshandeling van de federale of gemeenschap en gewestregering is er verplicht advies bij de wetgevende afdeling van de Raad van State.
  • Bij individuele bestuurshandeling moet er nooit advies worden ingewonnen bij RvSt

Beginsel patere legem quam ipse fecisti:

  • Letterlijk: de wet die je zelf hebt gemaakt, moet je respecteren.
  • Je kan een individuele beslissing dus niet in strijd maken met een eigen reglement. à geval van horizontale hiërarchie.

Verzachting hierop: theorie van de onbestaande rechtshandeling. Als er een manifest onwettig reglement is, mag je daar wel in strijd mee handelen.

Bekendmaking of kennisgeving

  • Kennisgeving bij individuele bestuurshandeling, een reglementaire moet bekendgemaakt worden in het Belgisch Staatsblad.

Intrekking en opheffing

  • Zie schema Toledo
  • Verschil hierin: intrekking werkt retroactief en opheffing niet. Intrekking is dus problematischer. Dit is vooral bij individuele bestuurshandeling die een voordeel verleent, bv. Een vergunning. Deze mag niet worden ingetrokken, het mag wel voor een periode van 60 dagen waarbij een beroep wordt aangesteld bij RvSt, indien onwettig.
  • Wettige bestuurshandeling kan niet worden ingetrokken
  • Reglementaire mag enkel worden opgehoffen, niet ingetrokken.
34
Q

Wat zijn de procedures bij overheidsopdrachten?

A

1) aanbesteding : laagste prijs
2) offerteaanvraag : economisch meest voordelige offerte

à gunningscriteria

* kwaliteit

* dienst na verkoop

* betrouwbaarheid

* levertermijn

3) onderhandelingsprocedure : economisch meest voordelige offerte

à gunningscriteria (zie hierboven )

35
Q

Wat is een domeincessie?

A

De domaniale concessie is een overeenkomst waarbij het bestuur tijdelijk en mits betaling van een vergoeding aan een prvé-persoon de toelating geeft om exclusief en voor een welbpaald doel het openbaar domein te bezetten. Dit is geen doelstelling van algemeen belang. bv. horeca uitbater mag een terras plaatsen.

36
Q

Wat is een concessie van openbare dienst?

A

Een concessie van openbare dienst wordtgekenmerkt door:

  • openbare dienst
  • uitbating wordt toevertrouwd aan een derde
  • gebruiker van de openbare dienst betaalt voor het gebruik ervan
  • de werking van de openbare dienst wordt reglementair bepaald.
37
Q

Wat is een concessie van openbare werken?

A

Concessie van openbare werken = GEEN overeenkomst maar overheidsopdracht. Bv : liefkeshoektunnel ; infrastructuur à exploiteren

38
Q

Verschillende soorten administratieve beroepen

A
  1. Georganiseerd:
    wordt geregeld in een wet of een besluit, waar/hoe/wanneer kan je beroep aantekenen. Als dit er is, wordt de niet-georganiseerde beroepen uitgesloten!
  2. Niet-georganiseerde beroepen:
  3. Willig beroep: ze veranderen hun eigen beslissing = oneigelijk.

Een genomen beslissing

  1. Beroep bij toezichthoudende overheid.

Verschillende soorten jurisdictioneel beroep

  • Bij een rechtsprekende: Vaak Raad van State dus de administratieve rechtscolleges).
  • Ook de hoven en de rechtbanken.
39
Q

Wat is een bestek?

A

= Het opdrachtdocument: hierin staat dus de gunningsprocedure, maar ook wat ze willen (hier elke computers), en ook een deel van de contractvoorwaarden.

Het bestek vormt samen met de offerte het contract.

In dit bestek staan heel veel voorwaarden, er is maar weinig marge.

40
Q

Kunnen voorwaarden bij een overheidsopdracht worden gewijzigd, zoals de prijs?

A

Voorwaarden (zoals imprevisieleer):

  1. Bij onvoorzienbare omstandigheden die leiden tot een groot nadeel.
  2. Het moet onvoorzienbaar en onontwijkbaar zijn.
41
Q

Voorwaarden kort geding?

A

Raad van State: art. 17 RvSt

Voorwaarden:

  1. Ernstig middel
  2. Spoedeisendheid (vroeger moeilijk te herstellen ernstig nadeel)
  • *Gewone rechter:** art. 584 Ger.W
  • *Voorwaarden:**
  1. Ernstige bedreiging subjectief recht
  2. Spoedeisendheid
42
Q

Leg het stappenplan uit voor oefeningen openbaarheid bestuur?

A
  1. Welke regelgeving is van toepassing?
    = Procedureregeling
    Wordt bepaald door de organieke wetgever van het bestuur dat het document in zijn bezit heeft. ⇒ Waar bevindt het document zich? Federaal niveau: wet, Gewesten/gemeenschappen = decreet.
  2. Kan … inzage weigeren?
    = beperkingen op de openbaarheid.
    Wordt vastgelegd door wetgever die bevoegd is voor materie van beheerscontract.
    ⇒ Op welke materie heeft het betrekking? –> BWHI controleren.
43
Q

Naar wat verwijst centralisatie?

A
  1. Gezagsstructuur binnen een staat, met concentratie van de bevoegdheden bij 1 of meer centrale organen.
  2. Organisatiebeginsel binnen 1 bestuurslaag van de gedecentraliseerde staats.
44
Q

Wat zijn de uitzonderingen op de openbaarheid?

A
  1. Facultatief
    De overheid heeft keuze om, na belangenafweging, al dan niet tot openbaarmaking over te gaan (beoordelingsvrijheid).
  2. Imperatief
    Overheid heeft geen beoordelingsbevoegdheid en moet de openbaarheid afwijzen, al dan niet op basis can belangenafweging.
    a) Relatieve uitzondering
    Overheid maakt belangenafweging en wijst verzoek verplicht af indien openbaarheid niet opgeweegt tegen het ander belang
    b) Absolute uitzondering
    In principe geen belangenafweging, openbaarheid automatisch geweigerd: bv openbaarheid doet afbreuk aan de persoonlijke levenssfeer.
45
Q

In welke deelgebieden valt de rechtsbescherming tav overheidsoptreden uiteen?

A
  1. Preventie rechtsbescherming
    Mechanismen die voorafgaan aan bestuursbeslissing en die moeten leiden tot zorgvuldige besluitvorming. bv. procuderele BBB, openbaarheid
  2. Repressieve (curatieve) rechtsbescherming
    Controle op bestuursbeslissing ex post via administratief beroep of jurisdictioneel beroep.
46
Q

Hoe gebeurt de rechtsmachtverdeling in Belgie?

A

Rechtsmachtverdeling niet zozeer afhankelijk van aard van de partijven, maar van voorwerp geschil.

  1. Subjectief beroep
    Beroep heeft subjectief recht tot voorwerp

ÞWanneer norm van het objectieve recht een verplichting aan de overheid oplegt waardoor bevoegdheid volledig gebonden is

ÞOverheid heeft geen appreciatieruimte en kan enkel het bestaan van het subjectief recht vaststellen (declaratieve beslissing)

ÞIn principe: bevoegdheid gewone rechter (art. 144 en 145 GW)

  1. Objectief beroep

•Niet over subjectieve rechten, wel over belangen (herstel van de wettigheid)

ÞWanneer norm van het objectieve recht de overheid een beleidsruimte laat (discretionaire bevoegdheid)

ÞSubjectief recht ontstaat door uitoefening beoordelingsvrijheid overheid (constitutieve beslissing)

ÞBevoegdheid Raad van State (art. 160 GW) of specifieke administratieve colleges (art. 146 GW)

Nuance

ÞWetgever kan gewone rechter bevoegdheid geven in bepaalde materie ondanks discretionaire bevoegdheid van de administratie

Bv. sociaal contentieux, fiscaal contentieux, eenzijdige beslissingen federale regulatoren in nutssectoren

47
Q

Wat houdt het statuut van een ambtenaar in?

A

•Statuut:

-bindend en eenzijdig wijzigbaar ó contract (bindend, maar wilsovereenstemming)

-

-uitdrukking beginsel van de veranderlijkheid van de openbare dienst

-

-betrekking op diverse aspecten tewerkstelling

-

Bv. Art. 105, §2 Gem.Decr.: bezoldiging, arbeidsduur, evaluatie…

-

•Zowel benoeming, wijziging van het statuut, als toepassing van het statuut zijn eenzijdige rechtshandelingen

Þsoms wel aanvaarding vereist bv. benoeming

Þwel inspraak representatieve overheidsvakbonden bij vaststelling en wijziging arbeidsregeling personeel

  • Vastheid van betrekking (statuut legt einde van tewerkstelling vast)
  • Sociale zekerheid: eigen regeling (pensioen, ziekte, …)

•Rechtsbescherming

  • Eenzijdige rechtshandeling: Raad van State
  • Contract: burgerlijke rechtbanken (art. 578, 1° Ger.W.)

Maar:

Þburgerlijke rechtbanken bevoegd voor burgerlijke rechten bv. wedde

ÞRaad van State bevoegd voor afsplitsbare rechtshandelingen bv. beslissing om persoon contractueel aan te nemen

48
Q

Hoe wordt het statuut vastgesteld?

A

§Federale Staat en deelstaten:

•Vaststelling statuut bevoegdheid van de Koning (art. 37 & 107 GW)

Þonder voorbehoud van:

  • ambtenaren met (grond)wettelijk statuut bv. magistraten, politie
  • bevoegdheden voorbehouden aan federale wetgever bv. pensioenen

•Gemeenschappen en Gewesten: de Regering (art. 87 BWHI)

Þonder voorbehoud van:

  • federale materies: pensioenen, taalgebruik en syndicaal statuut
  • personeel tewerkgesteld in officieel onderwijs (24 GW): decreetgever

§Gedecentraliseerde instellingen

Bevoegde wetgever bepaalt wie bevoegd is om statuut vast te stellen

Bv. art. 105 Gem.Decr.: gemeenteraad; art. 29 Overheidsbedrijvenwet: raad van bestuur

•Wetgever kan ook bepaalde elementen zelf vastleggen

Bv. art. 104 Gem.Decr (statutair/ contractueel dienstverband)

Vaak niet alle aspecten geregeld bv. geen procedures voor benoemingen en bevorderingen

ÞTeruggrijpen naar “algemene beginselen inzake statutaire tewerkstelling”

49
Q

Wat is het tuchtrecht?

A

•Doel: “eer en waardigheid van ambt”

Toepasselijke regels in statuut en algemene beginselen

Finaliteit fundamenteel verschillend van strafrecht, maar wel correlatie:

Þzelfde feit kan misdrijf en tuchtfeit zijn

Þin voorkomend geval: tuchtoverheid niet gebonden door kwalificatie van strafrechter/ vervolging

Þals feiten niet bewezen worden geacht: wel bindend voor tuchtoverheid

Þschorsing hangende de strafvordering (ordemaatregel)

Beginselen van tuchtrecht

  1. Non bis in idem: enkel voor sancties van dezelfde aard

Þin beginsel cumul straf en tuchtmaatregel mogelijk

  1. Nullum crimen sine lege: niet van toepassing

tuchtfeiten ruim omschreven: “waardigheid ambt”

  1. Nulla poena sine lege: wel van toepassing bv. art. 14, §2 APKB
  2. Evenredigheid
  3. Termijn: hetzij uitdrukkelijk, hetzij “redelijke termijn” (mogelijk

schorsing in geval van strafvordering)

Þstraf kan verlies hoedanigheid ambtenaar meebrengen

  1. Rechten van verdediging
    - essentie is horen
    - statuut bepaalt wie hoort (niet noodzakelijk beslissende instantie)
    - strenger dan de hoorplicht
  2. Onpartijdigheid

Þmaar afwegen tegen continuïteitsbeginsel (werking overheid niet lamleggen)

8.Motiveringsplicht: formele motivering (statuut, wet 29 juli 1991)

•Ordemaatregel ó tuchtmaatregel

Þtucht beoogt te straffen wegens deontologische fout

ordemaatregel beoogt goede werking openbare dienst

Ordemaatregel kan nadeel berokkenen (ó maatregelen van inwendige orde)

Mogelijkheid van “verkapte tuchtstraffen”

Wordt doorprikt door Raad van State

•Ordemaatregel kan kaderen in tucht, bv. voorlopige schorsing