actuele criminologie Flashcards
Neerwaartse vergelijking
verklaart waarom criminele horroverhalen aantrekkelijk zijn omdat er een aangenaam gevoel is dat men zelf ebter aan toe is dan het slachtoffer. Dit mechanisme verklaart de grote populariteit vanberichten over sensationele misdrijven en rechtszaken in ochtendbladen, op gespecialiseerde websites en bijreality-tv.
Criminologie :
de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van de aard en achtergronden van menselijke gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld en van de wijze waarop de overheid en de overige maatschappij daarop reageert.
Zagen de mens als homo economicus
een op grond van de vrije wilsbeschikking - de ratio- handelende mensen die voor en nadelenv an gedragsalternatieven afweegt
Cesare Beccaria
italiaanse filosoof 1764: criminaliteit was volgens Beccaria een overtreding van het maatschappelijke contract dat de burgers vrijwillig aangaan tussen de staat en zou dus alleen in de mate van de inbruik op het contract moeten worden bestraft, het zogenoemde proportionaliteitsbeginsel
Positivistische stroming:
denken over misdaad en straf werden sterk beinvloed door de natuurwetenschappen -> meer deterministisch mensbeeld: de vrijheid van handleen van de mensen wordt sterk beperkt door mogelijkheden en omstandigheden
Italiaanse antropologieschool
door systematische observatie probeerde men de medische factoren te vinden die crimineel gedrag veroorzaken
Lombroso
gevangenisarts 1870 die uitelrijke kenmerken van zijn patienten systematisch ging meten met voor zijn tijd geavanceerde apparatuur. -> positivsitshce methode
Socialistische criminologie
Socialistische transformatie van de samenleving zou misdaad laten verdwijnen
Marx en Engels
meer aandacht voor economische (machts-) verhoudingen in de samenleving. Geloof ontstond dat door socialistische transformatie van de samenleving de misdaad zou verdwijnen
Willem bonger UVA 1922
legde zwaar accent op de relatie tussen de ontwikkeling van de criminaliteit en economische condities
Witteboordencriminaliteit
(criminaliteit gepleegd door leiden die tot de maatschappeljke elite behoren)
kritische criminologie
concentreerden zich op vragen over criminaliseringsprocessen: hoe verloopt de totstandkoming van nieuwe wetten en hoe worden de opsporingsprioriteiten van de politie bepaald? Welke belangen van invloedrijke groepen spelen daarbij een rol? Waarom zijn sommige gedragingen elders niet onder de strafwetgeving vallen in het eigen land strafbaar?
Merton 1938 Anomie of strain theorie
volgens merton kwam de toegenomen misdaad in amerikaanse steden voort uit de tegenstelling tussen de officiele ideologie van de american dream- vrijheid en gelijkheid voor iedereen en de werkelijkheid van geringe kansen voor de migranten en zwarten in achterstandswijken. De gedepriveerden zouden weinig kansen hebben om de American dream op legale wijze te verwezenlijken en daarom grijpen naar illegale manieren om carriere te maken
Beschrijvende criminologie/criminografie
bestudeert de statistische verdeling van criminaliteit in tijd en ruimte
Oorzaken van crimineel gedrag en criminaliteit: 2 hoofdstromnigen die tegenover elkaar staan
i. Biologische en psychologische criminolgoie probeert te verklaren waarom individu met kenmerk X crimi gedrag vertonen en individuen met kenmerk Y niet.
ii. Economische en sociologische benadering probeert criminaliteit te verklaren als maatschappelijk verschijnsel: antwoord op de vraag waarom in land A de crimi hoger ligt dan land B
Cybercrime in enge zin
omvat delicten waabrij ICT zowel het instrument sals het doelwit is van de criminaliteit
Cybercriminaliteit in brede zin
omvat delicten waarbij ICT wel onderdeel uitmaakt van de modus operandi maar zelf niet het doelwit is (cyberbulying) (verkoopfraude) “gedigitaliseerde criminaliteit”
Doodslag
met voorbedachten rade is sprake van moord
Moord
(verondersteld dat de dader zijn delict niet heeft gepleegd in een impuls, maar van tevoren heeft beraamd (bijv wapen aangeschaft)
Internationale politiestatistieken
§ Methode om hypothese te toetsen zoals dat criminaliteit samenhangt met armoede, is het vergelijken van het nieau en de ontwikkeling van (vormen van) criminaliteit in verschillende landen.
Probelmen met vergelijken van cijfers:
□ Wettelijke definities van verschillende soorten misdrijven zijn niet uniform.
□ Aangifte bereidhid van het publiek en registratiebereidheid van d politie verschillen land tot land.
Belangrijkste onderdelen van het strafrechtelijke systeem die bepaalt welke gedragingen strafbaar zijn:
- De strafwetgever (zoewl centrale overheid als lagere overheden)
2. Politie en andere instanties met opsporingsbevoegdheid
3. Openbaar ministerie (officieren van justitie)
4. Zittende magistratuur (rechters, bijgestaan door de griffie)
5. Gevangeniswezen en de forensische-psychiatrische zorg
De recalssering, kinderbescherming en de forensische psychiatrie
Openbaar ministerie belast door het rechtelijke handhaving van de rechtsorde waaron deze taken vallen:
i. OM geeft leiding aan de opsporing door de politie van strafbare feiten
ii. OM belast met de vervolging van verdachten
iii. OM houdt toezicht op de tenuitvoerlegging van straffen, maatregelen en daarbij opgelegde voorwaarden
Rol van aanklager;
vervolging van verdachten (deagvaarden, de zaak en het bewijs ervoor ter terechtzitting uiteenzetten en het eisen van een straf en of maatregel)
Seponeren
zaak terzijde leggen
Technisch sepot:
te weinig bewijs tegen de verdachte
Beleidssepot
zaak terzijde leggen uiit opportuniteitsoverwegingen bijv odmat het om een licht vergrijp gaat
Transactie
Bepaalde voorwaarden stellen aan het niet vervolgen (geldboete of taaktraf)
Strafbeschikking
De strafbeschikking mag alleen worden uitgevaardigd in geval van verdenking van een overtreding of een misdrijf waar niet meer dan 6 jaar gevangenisstraf op is gesteld. OvJs kunnen vastellen en een breed scala aan straffen en maatregelen kunnen opleggen. De verdaht kan hiertegen bezwaar maken bij de rechter die dan alsngo een oordeel velt.
Afdoen in eerste aanleg:
wanneer nieuwe zaken worden behandeld door het OM. Deze zaken worden afgehandeld bij 11 arrondissementspparketten waar de officieren van justitie werken onder leiding van een hoofdofficer van justitie.
Twee landelijke parketten voor de complexere zaken
landelijk parket voor de bestrijding van georganiseerde criminaliteit, terrorisme en internationale misdrijven en het functioneel parket voor de bestrijding van fraude en milieucriminaliteit.
Magistratuur
rechterlijke macht
Magistratelijke rol van de officieren
zijn niet alleen verantwoordelijk voor een effectieve toepassing van het strafrecht als middel tot criminaliteitsbestrijding, maar ook voor het bewaken en waarborgen van de rechten van de verdachten
De rechtspraak:
11 rechtsbanken, 4 gerechtshoven en de Hoge Raad.
Rechter-commissaris
rechter die beslissingen neemt over het vooronderozek in strafzaken. Bijv over het horen van getuigen en aftappen van telefoons en over het in bewaring stellen van verdachten
Reclassering
komt neer op de bevordering van de maatschappelijke reintegratie van verdachten en veroordeelden en de verminderning van hun kan sop recidive.
Selectiviteit in de strafrechtspleging
het verschijnsel dat systematische, (niet toevallige) factoren bepalen welke natuurlijke of rechtspersonen uit het totaal van wetsovertreders in aanraking komen met de politie en/of justitie.
Bij toepassing van het strafrecht treden 3 verschillende vormen van selectiviteit op
a) Selectiviteit door capaciteitsgebrek: onvermogen van politie en justitie om alle zaken die aan hen worden voorgelegd, optimaal te behandelen
b) selectiviteit door regionale beleidsverschillen : nationale politie moet dit tegengaan
c) selectiviteit op basis van groepskenmerken van de justitiabelen:Selectiviteit in het politieoptreden
c) selectiviteit op basis van groepskenmerken van de justitiabelen:
◊ Klassenjustitie: de systematische benadeling van potentiele justitiabelen met geringe economische hulpbronnenm incl allochtonen, in alle onderdelen van de strafrechtsketen (wetgeving, opspoirng, vervolging, berechting en executie). De benadeling heeft betrekking op de kansen van personen o in de strafrechtsketen terecht te komen, de kans om er op enig moment weer uit te komen en de behandleing tijdens het verblijf in de keten.
Selectiviteit in de staftoemeting door de rechter
wordt voornamelijk gekeen naar de factoren die en rol spelen bij het bepalen van de strafmaat zoals : type en ersnt van het gepleegde feit, extrinsieke factoren voor het misdrijf (leeftijd sekse burgerijke staat, strafrechterlijk verlede en sociale status)
□ Ongelijkheid in veroordelen van vrouwen (zelden hechtenis) in verg met mannen. Mogelijke verklarignen:
a) Het kan zo zijn dat vrouwen vaker dan mannen vanwege minder ernstige delicten met het OM en de rechter te maken krijgen.
Kan dat meisjes en vrouwen structureel een lagere straf krijgen voor dezelfde delicten dan jongens en mannen
Normering van discretionaire bevoegdheden
is de vrijheid om op basis van het eigen inzicht een beslissing te nemen (beslissingsvrijheid) (Hierdoor neemt de trechterwerking toe)
Riskant gedrag
niet per see crimineel gedrag, maar risicovol zoals roken en alcoholmisbruik
○ Antisociaal gedrag: brede categorie met van allerlei gedragingen:
i. Riskant gedrag: niet per see crimineel gedrag, maar risicovol zoals roken en alcoholmisbruik
ii. Problematisch gedrag bij minderjarigen zoals weglopen van huis of spijbelen.
iii. Slachtofferloze delicten zoals drugsgebruik of prostiutie, feiten die in bepaalde landen stafbaar zijn gesteld a) om individuen tegen zichzelf te besdchermen of b) op morele gronden
Criminaliteit in al zijn facetten
Reactieve agressie
wordet vertoond in reactie op ene bedreiging of belediging. Wordt doorgaans gemotiveerd door gevoelens van angst woede of jaloezie, wordt aangeduid als frustratieagressie
Proactieve/spontane agressie
uit zijn op confrontaties, zijn berekenend van aard en worden relaitef koelbloedig uitgeoverd
tweelingsonderzoek
vergelijking monozygotische (eeneiige) tweeling met dizygotische (twee-eiige) tweelingen. Het erfelijke materiaal van monozygotische tweelingen, afgezien van mutaties, identiek en daarom kunnen verschillen tussen twee leden van een dergelijke tweeling worden toegeschreven aan omgevingsinvloeden. Dizygotische tweelingen verschillen wel genetisch van elkaar, evenveel als gewone broers en zussen, en zij ondergaan eveneens verschillende ogmevingsinvloeden.
Men verwacht wanneer er een erfelijke factor in het spel is (tweelingenonderzoek)
bij mono-zygotische tweelingen meer gelijkheid van gedrag dan bij dizygotische.
Adoptiestudies
en probeert daarbij vast te stellen in welke mate gedrag zoals vertoodn door een geadopteerd persoon, eveneens voorkomt bij enerzijds de biologische ouders en hun verwanten en anderzijds bij de adoptieouder en hun verwanten
ombineren van adoptieonderzoek en tweelingenonderzoek
® In deze opzet worden tweelingen onderzocht die kort na de geboorte geadopteerd zijn door verschillende adoptieouders. Gelijkenissen in gedrag van tweelingen kunnen zo dus aan genetische invloeden worden toegeschreven
Epigenetica
processen die invloed hebben op de activiteit van genen. Onder de invloed van omgeving kunnen geven aan of uit worden gezet.
patente trek
dimensie op een model. De positie die een persoon inneemt op een specifieke dimensie is afhankelijkn van genetische invloeden en/of ervaringen inde vroege jeugd. Persoonlijkheidsdimensies zijn stabiel door de tijd heen en ze voorpsellen gedrag in verschillende situaties (cross-situational consistency
Zuckerman persoonlijkheidstheorie
waarin de behoefte aan spanning centraal staat. ® Spanningsbehoefte wordt onderverdeeld in 4 subschalen/kenmerken: xrisicobereidheid, ervaringsgerichtheid, behoefte aan verandering, ontremming.
Risicobereidheid
neiging om activiteiten te ondernmene die een ffysiek gevaar met zich meebrengen
Ervaringsgerichtheid
neiging tot een onvoncentionele manier van leven, waarbij men gericht is op het opdoen van nieuwe ervaringen
Behoefte aan verandering:
de behoefte aan voortdurende afwisseling zowel qua omgeving als in contacten met mensen
Ontremming
de behoefte om zich in sociale situaties uit te leven door onder meer het drinken van alcohol
® Vijffactorenmdoel: Big 5 persoonlijkheidstest:
Neuroticisme, extraversie-inttroversie, vriendleijkheid, zorgvuldigheid en openstaan voor nieuwe ervaringen
Parent-c hild interaction therapy
spelen ouder en kind samen in een spelkamer en coacht de therapeut de ouder vanachter een one-way screen middels een microfoontje in het oor van de ouder. De behandeling richt zich op twee basale interacites:
Oudergericht interactie
waarbij ouders specifieke gedragstechnieken leren om met negatief gedrag van hun kind om te gaan als zij ermee aan het spelen zijn
Group think
gewoonte van criminele groepen om in onderlinge gesprekken angst verhogende informatie niet toe te laten.
Online disinhibition:
mensen op internet kunnen gemakkelijker overgaan tot het vertonen van antisociaal en deviant gedrag dat zij in real life niet zouden vertonen
Differentiele associatie
theorie gaat ervan uit dat crimineel gedrag niet, zoals in die tijd nog door velen werd gemeend, berust op erfelijke aanleg, maar wordt aangeleerd in contact met anderen. Het is volledig afhankelijk van met wat voor personen men zich associeert. Het leren van nieuw gedrag is observeren, imiteren, en internaliseren
Beccaria (1738-1794) klassieke ideeen
stelde dat alle individuen van nature eigen rechten op virjheid hebben en dat die rechten in principe belangrijker zijn dan de rechten van de overheid. § Hij gaf voorstellen zoals; straffen zouden gerelateerd moeten zijn aan de ernst van het delict dat gepleegd wordt (proportionaliteitsprincipe)
§ Straffen zouden sneller opgelegd moetn worden en met zekerheid ten uitvoer worden gelegd.
Bentham (1970)
. Hij stelde dat straffen net hoog genoeg moeten zijn om (potentiele) daders ervan te weerhouden een delict (opnieuw) te plegen.
Gary Becker ‘an Economic approach’ (1968):
legde uit dat de economische weteenschap methoden kan aanreiken die de samenleving kunnen helpen om de strafrechtspleginge effectiever en efficienter te maken
Economische theorieen:
veronderstellen dat het plegen van strafbare feiten het resultaat is van een afweging door de dader van de voor-en nadelken, van de baten en kosten.
Strafrisicio
Het inschatten van kosten en sancties die de regerlovertreder akn verwachten als gevolg van het optreden van politie en justitie. -> wordt gezien als product van de pakkans en de strafmaat.
Pakkans
gemiddelde kans dat een regelovertreder een sanctie wordt opgelegd
Strafmaat
zwaarte van de sanctie
Afschrikkingstheorie Becker 1968
Per delictstype berekenen welke strafbedreigingen nodig zijn om criminelen van hun activiteiten te laten afzien//de overheid zou per delictstype moeten berekenen welke strafbedreigingen nodig zijn om criminelen van hun activiteiten te laten afzien, zodat door de bank genomen de kosten de baten gaan overtreffen
De strafdreiging hangt af van:
1) Strafsoort (geldboetes taakstraffen etc)
2) Omvang van de straf (hoogte van de boetes of duur gevangenisstraffen)
3) Wijze van tenuitvoerlegging (wat voor soort taakstraf moet worden uitgevoerd, welke penitentaire inrichting en onder welk regime de gevangenisstraf moet worden uitgezeten)
Preventieve maatregelen
aaname dat de delinquent zich bij de planning en uitvoering van de criminele intenties laat leiden door een afweging van de kosten en baten van activiteiten met betrekking tot concrete doelwitten.
Gelegenheidstheorie: Marcus Felson 1997 noemde hij ‘routine activities theory RAT
het nivieau van de criminaliteit wordt bepaald door de aanwezigheid van potentiele daders, de aanwezigheid van geschikte doelwitten en de afwezigheid van voldoende sociale bewaking
Situational crime prevention theory
niveau van inbraken of diefstallen wrodt bepaald door de beschikbaarheid van geschikte doelwitten en ook door de mate van bewaking/beveiligiging (guardianship)
Het sociologisch perspectief;
het criminologische gedrag van mensen wordt bepaald doo rhun sociale omgeving in brede zin
Anomie theorie
de bestaande sociale tegenstellingen die gemanifesteerd izjn op materieel gebied waardoor beapalde groepen als gedepriveerden worden beschouwd.//Anomie ontstaat als in een maatschappij de culturele doeleinden gaaan botsen met de legitieme middelen die het individu ter beschikking staan om die doeleinden te bereiken.
Durkheim 1858-1917:
snelle en ingrijpende sociale veranderingen (verstedelijking en industriele revolutie) grote invloed hebben op allerlei groepen in de samenleving. Het gevolg kan zijn dat mensen zich gaan iznetten voor nieuwe doelen die in strijd zijn met vroegere doelen
Mertons instrumentele anomietheorie
de westerse samenleving legt overmatig veel nadruk op het bereiken van materiele welvaart en een hoge sociale status.
Reactie patronenn op strain (innerlijke spanning die veroorzaakt wordt door de ervaring dat men de gekozezn succesdoelen niet kan bereiken):
conformiteit vernieuwing ritualisme terugtrekgedrag rebellie of verzet
confromiteit
het zich confromeren aan de wet is in een stabiele maatschappij het normale gedragspatroon van de burgers
Vernieuwing
deviantie of criminaliteit: illegatieme middelen aanwenden om gestelde doelen toch te realiseren
Ritualisme
blijkt na reeks maatschappelijke mislukkelingen het nastreven van de culturele doeleinden op te geven. Niettemin blijven izijd e voorgeschreven middelen bijna ndwangmatig hanteren.
Terugtrekgedrag
geven de middelen op. Plaatsen zich als outcasts buiten de maatschappij. Drugsverslaafden, acoholisten, zwervers
Rebellie of verzet
zullen de schuld van de door hen beleefde strain aan de verkeerde structuur van de samenleving geven
Agnew 1992
betoogt dat individuen in tal van stiuaties en met tamelijk grote frequentie te maken hebben met maatschappelijke frustraties.
Cohens 1955:
beperkt zich tot delinquente gedragingen die in groepsverband (gangs) worden gepleegd. Cohen zegt dat de waarde van de middenklasse als succes en welvaart voor jongeren uitz wakkere milieus onbereikbaar zijn. Zij zijn ook minder toegerust o de heersende culturele doeleinden te verwezenlijken dan jongeren uit de middenklasse.
Cloward en Ohlin 1961
betogen dat delinquent gedrag moet worden gezien als een reactie op het gebrek aan mogelijkheden om succes in de vorm van matierele welvaart te bereiken door arbeid of andere legitieme middelen.
Onderschijden 3 typen subculturen:
criminele cultuur, conflict cultuur, afzonderingssubcultuur
criminele subcultuur
aangetroffen in die wijken waar de cirminaliteit van volwassen in aanzien staat
Conflict subcultuur
gekenmerkt door gebruik van geweld in allerlei vormen. Ontstaat in buurten zonder omvangrijke volwassenencriminaliteit die de jongeren tot voorbeeld kan dienen om door vermogenscriminaliteit frustraties te boven te komen
Afzonderingssubcultuur
aanzienlijk zwakker gestructureerd en minder stabiel van samenstelling.
Hirschi 1969
stelt dat de mens van nature hedonistisch is en streeft naar de bevrediging van eigen behoeften en naar plezier. Mensen worden volgens hirschi alleen sociale wezens wanneer hun sociale omgeving dat afdwingt. Kwaliteit van de binding met de omgeving beslissend omdat het niet plegen van criminaliteit ewordt gezien als het gevolg van de bindingen van individuen met hun omgeving
Hirschi 1969 onderscheidt 4 elementen:
gehechtheid, betrokkenhied in verband met eigenbelang
gebondenheid
normen en waarden
Sociale desorganisatietheorrien
geeft aan dat er in wijken met hoge crimnaliteit een geringe mate van stabiliteit is (veel verhuizingen) en een lage sociale cohesie
Broken windows theory
potentiele criminelen zouden de fysieken kenmerken van verloedering interpreteren als een vrijbrief om ook ernstiger delicten te plegen. Potentiele slachtoffers zouden in zo’n omgeving bij voorbaat weerloos en onbeschermd voelen en zich daar ook naar gedragen
Collective efficacy
bereidheid van wijkbewoners om tegen criminele incidenten op te treden
Socialelabelingtheorieen
het sociale gedrag van mensen wordt sterk bepaald door de sociale rollen die men krijgt opgelegd of zelf aanneemt.
Secundaire deviantie:
het verschijnsle dat weetsovertreders die hen door de ogmgeving opgelegde rol van crimineel als een identiteit gaan beschouwen, waarnaar zij zich vervolgens ook gaan gedragen
Deviance amplification
versterking en verbreiding van afwijkend gedrag
Synthetische theorieen:
veronderstelt een dynamische interactie tusssen de keuzes van potentiele dader sen potentiee slachtoffers van criminaliteit.
Reintegrative shaming: Braithwaite 1989:
Primaire oorzaken crimineel gedrag liggen bij sociale deprivatie die wordt ondervonden, en de minder sterke bindingen aan de conventionele maatschappij die daardoor ontstaan. Leidt tot experimenteren met crimineel gedragIs alleen het begin als maatschappij, politie en justitie, hierop reageert met stigmatisering en uitstoting (uche-uche VS). Als sociale omgeving het vertoonde gedrag afwijzen, zonder dat persoon zich afgewezen voelt, kan de criminele carrière in de kiem gesmoord worde
Situationele actie theorie SAT:
criminaliteit is het overtreden van morele regels. De onmiddelijke oorzake n van dergelijk regelbrekend gedrag te bepalen in plaats van de achterliggende maatschappelijke oorzaken of psychische disposities
· Tweedimensionale typologie van preventiestrategieën:
○ Maatreglen die zijn gericht op bijv alle ouders vna schoolgaande kinderen (pedagogische adviezen)
○ Maatregelen gericht op typische risicojongeren (opvoedingsondersteuning)
○ Maatregelen gericht op ex-delinquenten (reclasseringswerk)
Aan de meeste criminaliteitsproblemen zitten drie kanten
potentiele daders, risicoscheppende situaties en potentiele slachtoffers
○ Primaire dadergerichte preventie
§ Opvoeding en voorlichting: kinderen op jonge leeftijd terechtgewezen worden ontwikkelen een gewetensfunctie die op latere eleeftijd blijft bestaana
□ Lesprogramma’s voor voorlichting
□ Preventiecampagnes
Secundaire dadergerichte preventie
voorzieningen voor de opvang en begeleiding van risicojongeren (aparte jeugdhonken en straathoekwerk projecten)
§ Vaak werden dat voorzieningen voor delinquente bezigheden
Early interventions:
programma’s waarbij risicojongeren op zeer jeugdige leeftijd worden gesignaleerd en vervolgens professioneel begeleid
○ Tertiaire dadergerichte preventie:
§ Traditionele reclasseringswerk: geven van hulp en steun aan gedetineerden en ex-gedetineerden.
primaire situationele preventie
impliceert de invoering van elementaire beveiligingsmaatregelen onder de gehele bevolking: wet bescherming persoongsgegevens. Stuurslot in auto’s
secundaire situationele preventie
gericht op de verbetering van de beveiligiing of bewaking door inworners van wijken of andere doelgroepen met verhoogde risico’s.
Technopreventie
toepassing van tehcnische middleene bij de versterkign van factoren die een belemmering vormen voor het plegen van criminaliteit.
§ Preventie door environemnetal design:
□ Defensible space creeren: overzichtelijkheid en het markeren van de gerenzen tussen particuliere en pubieke ruimten zouden flaatgebouwen beter ‘weerbaar’ kunnen maken tegen criminele dreigingen
§ Tertiaire, ofwel geindiceerde situationele preventie:
□ Hotspots policing leidt tot minder criminaliteit, zowel op de hotspots zelf alsook inde omringende gebieden. Er treedt dus geen verplaatsing (dispalcement) op maar juist een uitstraling naar de omgeving (diffusion of benefits)
primaire slachtoffer gericht einterventie
voorlichtingsmiddelen als advertenties, folders, stickers en tv spots wordt geprobeerd verandering te brengne in de attitudes en gedragingen van potentiele slachtoffers
§ Weerbaarheidstraining
secundaire slachtoffer gerichte preventie
trainingen over hoe om te gaan met roofovervallen. Inoculagie: voorbereiden van personen op een mogelijk slachtofferschap van een delict in de toekomst
Tertiarire slachtoffergerichte preventie
voorlichting aan slachtoffers hoe zij herhaald slachtofferschap kunnen voorkomen. Personen die recent slachotffer zijn geworden, lopen statistisch gezien sterk verhoofde risico’s opnieuw slachtoffer te worden.
3 insturmenten om de stedelijke omgeving te herordenen met het oog op meer veiligheid:
1) Klassieke
2) Voorspellende :
3. Psycho-politieke instrumenten:
penologie
bestudeert de doelstellingen van wettelijke straffen, de toepassing ervan in de praktijk en de uitwerking ervan op de gestraften zelf of op andere groepen zoals potentiele plegers van delicten
vergelding
D0or middel van straf wordt de schuld van de dader aan de maatschappij vereffend en/of wordt genoegdoening aan slachtoffers/nabestaanden geboden
Kant (1724-1804
de strafwetgeving is een categorische imperatief, dat wil zeggen een van alle doelgerichtheid vrij gebod van de gerechtigheid.