Academische Woordenschat 5.2 Flashcards

1
Q

Commotie

A

Opschudding, dramatische reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Compensatie

A

Vereffening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Competent

A

Bekwaam, ter zake kundig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Compromis

A

Een overeenkomst waarbij beide partijen iets toegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Concept

A

Eerste ontwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Concessie

A

Een toegeving aan de eisen van de tegenpartij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Confessioneel

A

Met een bepaalde geloofsbelijdenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Confidentieel

A

Vertrouwelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Debuut

A

Eerste optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Decennium

A

Een periode van 10 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Declameren

A

Voordragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Declareren

A

Een vergoeding indienen, spenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Defensief

A

Verdedigend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Degradatie

A

Verlaging in rang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dekmantel

A

Figuurlijk masker waarachter men zich verschuilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Delegeren

A

Overdragen van een bepaalde bevoegdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Delicaat

A

Gevoelig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Demagogie

A

Volksmisleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Denigrerend

A

Kleinerend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Deposito

A

In bewaring (beschermen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Derivaat

A

Afleiding of geïnspireerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Desastreus

A

Rampzalig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Design

A

Ontwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Determinisme

A

De leer dat alles voorbestemd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Egocentrisch

A

Zichzelf altijd als het middelpunt zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Egoïstisch

A

Alleen aan jezelf denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Elasticiteit

A

Rekbaarheid

28
Q

Electoraal

A

Alles wat met de verkiezingen heeft te maken

29
Q

Elimineren

A

Uitschakelen

30
Q

Elitair

A

Voor een kleine bevoorrechte groep

31
Q

Embargo

A

Verhindering van de handel

32
Q

Emissie

A

Uitstoot (meestal van stoffen)

33
Q

Empathie

A

Inlevingsvermogen

34
Q

En bloc

A

Iedereen, met z’n allen

35
Q

Enclave

A

Een stuk land door vreemd grondgebied ingeloten

36
Q

Enerverend

A

Zenuwachtig, opwindend

Dat spel moet wel enerverend geweest zijn.

37
Q

Ensceneren

A

In scène zetten

38
Q

Omgeving

A

Entourage

39
Q

Entrepot

A

Pakhuis voor ingeklaarde goederen

40
Q

Epigoon

A

Iemand zonder eigen ideeën, die zijn voorgangers navolgt

41
Q

Epiloog

A

Nawoord

42
Q

Equivalent

A

Gelijkwaardig aan

43
Q

Erkentelijk

A

Dankbaar

44
Q

Erratum

A

Lijst met drukfouten

45
Q

Escaleren

A

Uit de hand lopen

46
Q

Escapade

A

Uitstapje, moreel ongeoorloofde streek

47
Q

Façade

A

De uiterlijke schijn ophouden, voorgevel

48
Q

Facet

A

Aspect

49
Q

Facultatief

A

Niet verplicht

50
Q

Fatalistisch

A

In zijn lot berustend

51
Q

Fenomeen

A

Verschijnsel

52
Q

Fictief

A

Denkbeeldig

53
Q

Flexibel

A

Plooibaar

54
Q

Geavanceerd

A

Ver ontwikkeld, modern

55
Q

Gefingeerd

A

Verzonnen

56
Q

Generaliseren

A

Veralgemenen

57
Q

Genre

A

Bepaalde soort of stijl

58
Q

Gepeupel

A

Het laagste volk

59
Q

Gepikeerd

A

Op zijn tenen getrapt, boos

60
Q

Gepokt en gemazeld

A

Het allemaal al meegemaakt hebben, ervaring hebben

61
Q

Geprefabriceerd

A

Van tervoren pasklaar gemaakt

62
Q

Geprivilegieerd

A

Bevoorrecht

63
Q

Gepromoveerd

A

Tot graad van dokter bevorderd

64
Q

Geprononceerd

A

Duidelijk aanwezig, sprekend, uitkomend

65
Q

Handvest

A

Stuk wat door handtekeningen bevestigd is

66
Q

Hautain

A

Hooghartig (hc)

67
Q

Hedonisme

A

De leer die genot tot het belangrijkste in het leven verheft