Academische Woorden 1 Flashcards
Wat is een adagium?
Een kernachtige spreuk of wijsheid.
Wat is een aforisme?
Een korte, krachtige uitspraak met een levenswijsheid.
Wat betekent assimileren?
Je aanpassen aan een nieuwe cultuur en gewoonten overnemen.
Wat is een biografie?
Het levensverhaal van iemand, vaak in boekvorm.
Wat is conformisme?
Aanpassen aan de heersende normen en verwachtingen.
Wat is een declaratie?
Officiële verklaring of bekendmaking.
Wat betekent denigrerend?
Neerbuigend, minachtend of beledigend.
Wat is differentiatie?
Het maken van verschillen of onderscheid tussen dingen of mensen.
Wat is een discrepantie?
Verschil of tegenstrijdigheid tussen 2 dingen.
Wat betekent etische?
Betrekking hebbend op wat goed of slecht is in morele zin.
Wat betekent homogeen?
Gelijksoortig of van dezelfde aard.
Wat betekent inferieur?
Minder waard of van lagere kwaliteit.
Wat is inferioriteit?
Minderwaardigheid of het gevoel minder te zijn dan andere.
Wat betekent integreren?
Opgaan in een nieuwe omgeving of samenleving en daar volledig aan meedoen.
Wat betekent inventief?
Vindingrijk, goed in het bedenken van nieuwe oplossingen.
Wat betekent kosmopolitisch?
Werelds, openstaand voor invloeden van andere culturen.
Wat betekent legitiem?
Wettig, rechtmatig of aanvaardbaar.
Wat betekent marginaal?
Aan de rand of grens, vaak met weinig invloed of belang.
Wat is periferie?
De buitenste rand of het gebied ver van het centrum.
Wat betekent recalcitrant?
Dwars en moeilijk, zich verzetten tegen regels of gezag.
Wat is segregatie?
Scheiding van groepen mensen, bijvoorbeeld op basis van ras of geloof.
Wat betekent suprematie?
Opperheerschappij of overheersende positie.
Wat betekent territorial?
Betrekking hebbend op een gebied of grondgebied.