Abdomen/Liezen/Okselklieren Flashcards

1
Q

Inspectie
1. Zwellingen (patiënt staat rechtop)
● na Valsalva manoeuvre (laat een broekspijp optillen na de eerste keer, zowel li als re).
Algemeen (patiënt ligt plat)
2. buikademhaling
3. vorm + symmetrie (vanaf voeteneinde kijken)
4. huidafwijkingen zoals litteken, striae, vaattekening.
Zichtbare bewegingen (patiënt ligt plat)
5. peristaltiek + pulsaties abdominale aorta
Zwellingen (patiënt ligt plat)
6. diffuus of lokaal

A
  1. “Geen zichtbare zwellingen.”
  2. “Geen zichtbare peristaltiek. Normale buikademhaling. Zichtbare pulsaties aorta.”
  3. “Symmetrische buik.”
  4. “Geen huidafwijkingen” (zoals: littekens, striae, vaattekening, tekenen van PH (caput medusae,
    spider naevi)).
  5. “Geen zichtbare peristaltiek, wel zichtbare pulsaties v/d aorta abdominalis.”
  6. “Geen zichtbare zwellingen.”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Auscultatie (patiënt ligt plat)
1. peristaltiek + vaatgeruisen (luister op twee plekken, rond de navel en ~10 cm boven de navel).

A
  1. “Hoogklinkende/normale/gootsteengeruis-klinkende en spaarzaam/normale/levendige
    peristaltiek.”
    “Geen souffles over de abdominale aorta.”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Percussie (patiënt ligt plat)
1. Oriënterend (percuteer in de 9 regio’s)
● in 9 regio’s
● benoem bevindingen
● oogcontact met patiënt
2. Leverspan (percuteer MCL van onder naar boven en dan van boven naar onder)
● percussie in MCL
● percussie naar demping toe
● leverspan meten en benoemen
3. Kleine bekken (percuteer vanaf de navel naar onder)
● percussie in mediaanlijn tot symfyse
● percussie naar demping toe
● geen percussie over onderbroekrand
● benoem bevindingen

A
  1. “Wisselende tympanie, geen abnormale dempingen.”
  2. “Leverspan is… cm.”
  3. “Geen aanwijzingen voor een volle blaas.”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Palpatie (patiënt ligt plat)
1. Oppervlakkig
● in 9 regio’s (niet over onderbroek rand)
● 1 vlakke hand
● oogcontact met patiënt
● let op en benoem hardop:
○ soepele buik of defence musculaire
○ pijn
○ evt. palpabele afwijkingen
2. Diep
● met 2 handen (palpatie met dominante hand)
● geleidelijke beweging (niet prikkend)
● oogcontact met patiënt
● let op en benoem hardop:
○ soepele buik of defence musculaire
○ pijn
○ evt. palpabele afwijkingen
3. Lever
4. Milt
5. Liezen (patiënt ligt) **zowel li als re onderzoeken
Lymfeklieren
● beiderzijds inguinale klieren
6. Aa. Femorales
● palpeer eerst voor lokalisatie
● aa fem ausculteren → souffle?
● bdz
7. Overig **zowel li als re onderzoeken
Okselklieren
● bdz
● oksel top
● langs thoraxwand en mm pectoralis major
● langs randen mm latissimus dorsi

A
  1. “Soepele buik, geen actief of passief spierverzet, geen drukpijn, geen weerstanden.”
  2. “Geen drukpijn, geen loslaatpijn, geen weerstanden.”
  3. “Niet palpabel/Rand palpabel: scherp begrensd, niet pijnlijk, regelmatig oppervlak.”
  4. “Niet palpabel.”
  5. “Lymfeklieren niet palpabel.”
  6. “Aa. femorales beiderzijds palpabel.”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly