Aardrijkskunde toetsweek 1 deel 2 Flashcards
stollingsgesteente dat gekenmerkt wordt door vlekjes
graniet
gebied met een hoogte tussen 200 en 500 meter of meer boven zeeniveau
heuvelland
gebied met een hoogte van 1500 meter of meer boven zeeniveau
hooggebergte
vlak gebied met een hoogte onder de 200 meter
laagland
gebied met een hoogte tussen 500 en 1500 meter of meer boven zeeniveau
middelgebergte
gesteente dat ontstaat wanneer lagen sediment worden samengeperst
sedimentgesteente
gesteente dat ontstaat wanneer vloeibaar magma stolt
stollingsgesteente
sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperst zand
zandsteen
verwering waarbij de samenstelling van gesteente verandert als gevolg van de werking door zuurstof en vocht
chemische verwering
gesteente dat ontstaat door het samenpersen van kalkhoudende resten van zeedieren
kalksteen
verwering waarbij gesteente verbrokkelt, bijvoorbeeld door werking van planten en bomen, zonder dat de samenstelling veranderd
mechanische verwering
hoogteverschillen in het landschap
reliëf
het verbrokkelen van gesteente
verwering
verwering waarbij gesteente breekt doordat water in de spleten van het gesteente bevriest en weer ontdooit
vorstverwering
het begin van een rivier , oftewel het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt
bovenloop
de uitscheurende werking van stromend water, wind of ijs
erosie
microscopisch kleine korreltjes die ontstaat als gevolg van verwering
klei
het langs een heling naar beneden bewegen van gesteente onder invloed van zwaartekracht
massabeweging
helling die bestaat uit gebrokkeld gesteente
puinhelling
de kleine korreltje gesteente die nog met het blote oog te zien zijn en ontstaan door verwering
zand
het laagste deel van een rivier, net voordat het water de zee instroomt
benedenloop
nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie op de plek waar een rivier in zee uitmond
delta
door de wind opgewaaide zandheuvel
duin
trechtervormige riviermonding ontstaan als gevolg van een sterke getijdenwerking
estuarium
vlak gebied met een hoogteligging onder de 500 meter
laagvlakte
het middelste deel van de rivier(tussen de bovenloop en benedenloop)
middenloop
sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperste klei
schalie
het blijven liggen van verbrokkeld gesteente
sedimentatie
de grens tussen land en water waar zand zich ophoopt
strand
ondiepe plaats in zee
zandbank