Aardrijkskunde thema th2 h3 de gevolgen van het versterkte broeikaseffect Flashcards
Leg uit hoe het klimaat verandert:
gemiddelde temperatuur op aarde neemt toe in N-Azië, Z-Amerika en N-Amerika. De neerslagpatronen en neerslaghoeveelheden veranderen. er is en toename van neerslag in delen van Azië, Australië, N-Amerika en het noorden van Europa en een daling van de neerslaghoeveelheden in delen van Afrika, het zuiden van Europa en Z-Amerika
welke gevolgen heeft het versterkte broeikaseffect op de hydrosfeer (gletsjers, permafrostbodems,..)
- er komen vaker extremere vormen van neerslag, het valt soms intens met grote hoeveelheden in een korte periode
- door verharding en verstedelijking kan de neerslag niet in de bodem dringen, het water kan niet in de ondergrond worden opgeslagen => overstromingen
- in andere gebieden wordt het net droger, langere droge periode zorgen voor problemen in de landbouw: productieverlies wat de voedselvoorziening in gevaar kan brengen, er kunnen ook bosbranden ontstaan
- in sommige gebieden komen er gletsjers voor, door de stijging van de temperatuur smelten gletsjers sneller. Hun zoete water verlaat sneller het grondgebied waardoor de dorpen die afhankelijk zijn van het water in de problemen komen
- de ijskappen en permafrostbodems smelten door de temperatuurstijging. Het smeltwater veroorzaakt een stijging van het zeeniveau over de hele wereld. Enkele laaggelegen gebieden zullen overstromen, het woongebied gaat verloren en mensen worden gedwongen te verhuizen = klimaatmigranten
welke gevolgen heeft de klimaatverandering op de biosfeer?
- plant- en diersoorten moet zich aanpassen aan veranderde omgeving. leefgebieden staan onder druk en schuiven op, dieren die in het noorden leven (vuurlibel, wespspin), andere verschuiven zuidwaarts (kabeljauw, heilbot)
- uitheemse plant-en diersoorten hebben vaker minder natuurlijke vijanden waardoor ze onbeheersbaar toenemen in aantal ten koste van de inheemse soorten. Verschillende organisaties proberen deze soort te beschermen
- door klimaatverandering lijden akkers meer onder ziektes en plagen die vroeger in het zuiden voor kwamen. De opbrengsten nemen af en landbouwers moeten overschakelen naar nieuwe teelten.
- mensen met allergieën vinden langer problemen omdat het pollenseizoen langer duurt, of ze krijgen nieuwe allergieën.
Leg de koppelingen uit met een voorbeeld
negatieve terugkoppeling: vertraagt opwarmen aarde bv. fotosyntheseterugkoppeling: fotosynthese is een onderdeel van de koolstofcyclus. Er is meer CO2 in de lucht planten kunnen beter aan fotosynthese doen. Ze halen meer CO2 uit de lucht
positieve terugkoppeling: versnelt opwarming aarde bv. warmtedampterugkoppeling: warme lucht kan meer waterdamp vasthouden. Er is meer waterdamp in de atmosfeer