aardrijkskunde examen december 2022 Flashcards

1
Q

wat onderzoekt aardrijkskunde?

A

de aardrijkskunde onderzoekt alle verschijnselen die zich op aarde voordoen en hoe ze elkaar beïnvloeden. de mens speelt daar een belangrijke rol in: het milieu beïnvloed de menselijke activiteiten en omgekeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het systeem aarde?

A

een gesloten systeem waarin je verschillende sferen kunt onderscheiden. het is onderdeel v.d. kosmos:
- atmosfeer
- hydrosfeer
- cryosfeer
- geosfeer
- biosfeer
- noösfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de atmosfeer?

A

gaslaag tot 400 km boven de aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de hydrosfeer?

A

het water op aarde in oceanen, rivieren, meren, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de cryosfeer?

A

het bevroren water op aarde in gletsjers, ijskappen, zee-ijs,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de biosfeer?

A

alle levende wezens op aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de geosfeer?

A

lithosfeer en andere inwendige sferen van de aarde: mineralen, magma, gesteenten,..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de noösfeer?

A

het menselijke bewustzijn en handelen: de sociale en intelligente processen van de mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de kosmos?

A

alles wat er zich buiten de atmosfeer bevindt en invloed heeft op het systeem aarde: zon, zonlicht, maan, meteorieten,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de functie van duurzaamheidsmodellen?

A

de duurzaamheid van het menselijk handelen nagaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe werkt het PPP-duurzaamheidsmodel?

A
  • People: sociaal aanvaardbaar (niet benadelend voor een bepaalde groep)
  • Planet: ecologisch (niet vervuilend)
  • Profit: economisch haalbaar (met nodige winst)
    (soms worden er 2 extra P’s aan toegevoegd: Peace en Partnership)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom is het correct voorstellen van de aarde niet mogelijk?

A
  • de omvorming van een 3D bol naar een 2D kaart is niet mogelijk. je moet ofwel insnijdingen maken in de kaart, of het aardoppervlak vervormen.
  • de globe is de beste schaalvoorstelling v.d. aarde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke soorten thematische kaarten bestaan er?

A
  • ingekleurd per land: het hele land krijgt dezelfde waarde. je ziet de regionale verschillen binnen een land niet.
  • ingekleurd per regio: je kan de regionale verschillen binnen een land zien.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een GIS?

A

een geografisch informatiesysteem.
het wordt gebruikt het beheer, de analyse en de visualisering van geografische gegevens of data. (daarom is het geschikt om ruimtelijke relaties te onderzoeken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn SDG’s?

A

= Sustanial Development Goals: duurzame ontwikkelingsdoelen opgesteld door de VN
het zijn 17 doelstellingen voor een duurzame ontwikkeling v.d. wereld tot 2030

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een lichtjaar?

A

de afstand die het licht in 1 jaar aflegt met een snelheid van 300000km/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is een nevel?

A

een interstellaire wolk van gas, plasma en stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is een ster?

A

een hemellichaam dat door kernreacties stralen uitzendt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

beschrijf de levensloop van een ster.

A
  • Een ster ontstaat in een nevel waarin door de zwaartekracht na enkele miljoenen jaren een langzaam roterende bol ontstaat.
  • De bol vormt een protoster met protoplaneten
  • Die vormen een planetenstelsel.
  • De ster wordt een rode reus
  • Wanneer de buitenste lagen van de ster worden weggeblazen, ontstaat een planetaire nevel met een witte dwerg. Bij zwarte sterren gaat het wegblazen gepaard met een supernova.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is plasma?

A

geïoniseerd gas

21
Q

waaruit bestaat een planetenstelsel?

A
  • sterren
  • planeten
  • dwergplaneten
  • planetoïden
22
Q

waaruit bestaat een sterrenstelsel/galaxie?

A

miljarden planetenstelsels

23
Q

wat is een supercluster?

A

een groep van clusters (= groepen van sterrenstelsels)

24
Q

wat is een grote muur?

A

een verzameling van superclusters

25
Q

wat zijn de planeten in het zonnestelsel vanaf de zon?

A

Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus

26
Q

wat is een maan?

A

een kleiner hemellichaam dat rond een planeet draait (wordt ook een satelliet genoemd)

27
Q

wat is een heelal?

A

de ruimte met alles wat ze bevat: planeten, manen, sterren, sterrenstelsels, clusters, superclusters, grote muren en verschillende vormen van materie en energie.

28
Q

wat is roodverschuiving?

A

het verschuiven van de spectraallijnen naar de rode kant van het spectrum, wat erop wijst dat sterren zich van ons verwijderen (= döpplereffect)
- het bewijst dat sterrenstelsels zich van ons en van elkaar verwijderen. het heelal wordt dus groter.

29
Q

Wat is de Big Chill?

A

een mogelijkheid bij het versneld of lineair uitdijen van het heelal. (open heelal)
het heelal koelt af tot 0°K (ongeveer - 274°C) waardoor leven niet meer mogelijk is.
er moet donkere energie aanwezig zijn in het heelal.

30
Q

Wat is de Big Rip?

A

een mogelijkheid bij het erg versneld uitdijen (open heelal)
het heelal wordt zo groot dat sterrenstelsels, sterren, planeten en atomen uiteen zullen vallen.
er moet heel veel donkere energie aanwezig zijn in het heelal.

31
Q

Wat is de Big Crunch?

A

een mogelijkheid bij het eerst nog uitdijend, daarna krimpend heelal (gesloten heelal)
het omgekeerde van de oerknal/Big Bang: de ineenstorting van het heelal
er moeten grote hoeveelheden donkere materie en weinig donkere energie aanwezig zijn in het heelal.

32
Q

wat is een planetaire nevel?

A

de gasschil die uitgestoten is door een ster die aan het einde van haar leven is gekomen. de ster staat centraal in de nevel.

33
Q

wat is een reflectienevel?

A

een nevel die dicht bij een ster ligt. deze ster weerkaatst licht naar ons, waardoor wij de nevel kunnen zien.

34
Q

wat is een emissienevel?

A

de nevel absorbeert licht van de sterren en begint te gloeien. hier worden nieuwe sterren geboren.

35
Q

wat zijn nova- en supernovarestanten?

A

de energie v.e. (super)nova die in de ruimte blijft rondzweven, vrijgekomen als licht

36
Q

wat is een donkere nevel?

A

een stofwolk die het licht van andere bronnen blokkeert.

37
Q

hoe is het heelal ontstaan?

A

het heelal is 13,8 miljard jaar geleden ontstaan tijdens de Oerknal of de Big Bang.

38
Q

wat is de koolstofkringloop?

A

de koolstofkringloop beschrijft alle processen waarmee het element koolstof door het systeem Aarde circuleert.

39
Q

wat zijn de kenmerken van de koolstofkringloop?

A
  • er is uitwisseling van koolstof tussen de verschillende sferen.
  • koolstof wordt opgeslagen/koolstof wordt vrijgegeven
40
Q

wat is de menselijke invloed op de koolstofkringloop?

A
  • uitstoot van CO2 door uitademing, industrie, auto’s,…
  • indirecte uitstoot van CO2 door vleesconsumptie en landbouwproductie
41
Q

welke factoren hebben invloed op de bodemvorming?

A
  • aard van het gesteente
  • het reliëf
  • het klimaat
  • plantengroei
  • dieren
  • neerslag
  • mens
  • tijd
42
Q

welke klimatologische factoren hebben invloed op de bodemvorming?

A

neerslag en temperatuurkenmerken: neerslag en temperatuur bepalen de plantengroei, en dus de hoeveelheid humus
- insijpelend regenwater zorgt voor transportatie van humus en mineralen

43
Q

wat is de invloed van biologische verwering op de bodem?

A
  • bv zorgt voor afbraak van het vaste gesteente zodat er los materiaal ontstaat
  • door de groei van wortels worden vaste gesteenten verdeeld in stukken
  • planten en dieren scheiden zure verbindingen af die het oorspronkelijke gesteente aantasten
44
Q

wat is de f(x) van fotosynthese bij de bodemvorming?

A
  • planten groeien door fotosynthese, de takken en bladeren vallen op de grond, verteren en worden humus dat door regen in de bodem gaat
45
Q

wat is de rol van de bodem in de koolstofkringloop?

A
  • humuslaag die tot stand komt bevat veel C, van de planten en opgeslagen tijdens fotosynthese
  • stoffen die vrijkomen uit humus worden opnieuw opgenomen door de planten via de wortels
46
Q

wat zijn oorzaken van erosie?

A
  • hevige regenval
  • oppervlakkige afspoeling van water
  • landbouwactiviteiten
47
Q

wat zijn gevolgen van erosie

A
  • vruschtbaar bodemmateriaal verdwijnt v.d. akkers en kan elders modderoverlast veroorzaken
48
Q

wat zijn oorzaken van degradatie?

A
  • vermindering v. vegetatie
  • boskap
  • mono landbouw
49
Q

wat zijn gevolgen van degradatie?

A

landbouwgronden raken onbruikbaar en verwoestijning