AARD: Bio zkt boer Flashcards

1
Q

de korte keten

A

Bij de korte keten koopt de consument
rechtstreeks bij de producent; je voedsel
passeert weinig of geen tussenschakels en
komt dus via de kortste weg van bij de boer
op je bord terecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de stadslandbouw

A

het telen, oogsten en afzetten van voedsel
in of in de nabijheid van een stad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de verticale landbouw

A

een vorm van landbouw waarbij gebruik
wordt gemaakt van gestapelde kweeklagen
in een fabriekshal, kantoor of winkel of in
steden gebouwde hoogbouw, zogenaamde
verticale boerderijtorens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de voedselkilometer

A

de afstand die voedsel aflegt tussen de
productieplaats en de consument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

arbeidsintensief

A

wat veel (handen)arbeid vraagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de biodiversiteit

A

de rijkdom aan verschillende planten- en
diersoorten in een bepaald gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het biolabel

A

een label dat aangeeft dat een product op
biologische wijze gekweekt en verwerkt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de biologische landbouw

A

een landbouwvorm die rekening houdt
met milieueffecten en dierenwelzijn.
De biologische landbouw gebruikt geen
chemische bestrijdingsmiddelen of
kunstmest. Dieren krijgen meer ruimte en
kunnen in een natuurlijke omgeving worden
gehouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het bioproduct

A

een product dat op biologische wijze
gekweekt en verwerkt is. Voor een
voedingsproduct ‘biologisch’ mag genoemd
worden, moet het voldoen aan de normen
van de Europese biowetgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de bodem

A

het bovenste gedeelte van de aardkorst,
waarin planten kunnen groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de ondergrond

A

het deel van de aardkorst onder de bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de afzettingsbodem

A

het deel van de aardkorst onder de bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de verweringsbodem

A

een bodem die ontstaan is door los
materiaal dat gevormd werd door
verwering van vast gesteente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de humus

A

verteerde resten van planten en dieren die
de bodem donker kleuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het gesteente

A

het materiaal waaruit de aardkorst is
opgebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de verwering

A

het proces waarbij een gesteente
afgebroken en vergruisd wordt of opgelost
wordt door invloeden van buitenaf

17
Q

het losse gesteente

A

Losse gesteenten zijn gesteenten die uit
korrels bestaan.

18
Q

het vaste gesteente

A

het vaste materiaal in de bodem en
ondergrond

19
Q

de arme bodem

A

een bodem die niet veel voedingsstoffen
bevat om gewassen te kunnen laten
groeien

20
Q
A