Aard begrippen Flashcards
het verkeersknooppunt
Een plaats waar verkeer uit verschillende richtingen samenkomt.
de fietssnelweg
Een route die bestaat uit wegen speciaal voor fietsers.
de fietsstraat
Een route waarop auto’s en fietsen kunnen rijden, de auto’s mogen de fietsers niet voorsteken en de maximale snelheid is 3Okm/u.
de spits
Een periode s’ochtends of s’avonds met veel verkeer.
de betonstop
Stoppen met bouwen op open ruimtes en dus beginnen met huizen te renoveren.
het ecoduct
Een brug vol met groen waar dier van de ene kant naar de andere veilig over kunnen steken.
de geconcentreerde bebouwing
Heel wat gebouwen zeer dicht bij elkaar.
de horeca
Een plaats waar je kunt blijven slapen, eten en drinken: een hotel, restaurant en café in een.
een landelijke gebied
Een landbouw waar natuur van belang is (wordt ook een platte land genoemd).
de linte bebouwing
Heel wat gebouwen zeer dicht bij elkaar aan beide kanten van de weg.
de openruimte
Een landschaap zonder gebouwen
de stedelijke woonkern
Een zeer dicht gebouwde woonkern met winkels, horeca’s, …
de stedelijke gebied
Een gebied met gebouwen dicht bij mekaar en heel wat voorzieningen.
de verspreide bebouwing
Een landschap waarop huizen een grote afstaand van elkaar hebben.
een verstedelijkte woonkern
Bebouwing dat groter worden door de groei van het volk.
de carpoolparking
Een parking waar de chauffeur zijn auto kan achterlaten en kan gaan opstappen bij iemand anders tijdens het carpoolen.
het gecombineerde transport
Goederen die door meerdere transportmiddelen vervoerd worden.
de modal shift
Verandering van vervoerwijze (bv. auto = bus / trein).
de modal split
Verdeling van vervoerwijze (bv. 19% gaat met de fiets naar zijn werk).
de pendelaar
Iemand die heen en weer van zijn huis naar school / werk reist.
het woon-werkverkeer
Het verkeer van werknemers tussen de woon-werkplaats.
de korteketen
Je product reist niet veel dus het is van dichtbij.
de stadslandbouw
De producten worden dichtbij of in de stad gekweekt, geteelt en afgezet.
de verticale landbouw
Het stapelen van kweeklagen in gebouwen voor laandbouw.
de voedselkilometer
De afstand dat je product aflegt tussen de productieplaats en consument.
arbeidsintensief
Het gebruik van heel veel handarbeid.
de biodiversiteit
Rijkdom van planten en dieren in een bepaald gebied.
het biolabel
Geeft aan of je product op die biologische manier is gekweekt en verwerkt.
de biologische landbouw
Een landbouwvorm die rekening houdt
met milieueffecten en dierenwelzijn.
het bioproduct
een product die op een biologische manier gekweekt is.
de bodem
De bovenste gedeelte van de aardkorst.
de ondergrond
Deel van de aardkorst onder de bodem.
De afzettingsbodem
Een bodem uit losse gesteende die daar is geraakt door de wind of water.
De verweringsbodem
Een bodem uit losse gesteende die daar is geraakt door de wind of water.
humus
verteerde resten vaan dieren en planten die de bodem donker kleuren.
losse-vastegesteende
materiaal waaruit de aardkorst is gebouwd
de verwering
het proces waarbij een gesteente
afgebroken en vergruisd wordt of opgelost
wordt door invloeden van buitenaf