9. Statistieken Flashcards

1
Q

wat is de Absolute frequentie (Ni)

A

het aantal keer dat een waarde uit Xi voorkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

wat zijn de eigenschappen van een lijn diagram

A

gegevens op de horizontale as verticale as Ni of Fi punten zijn verbonden met niets betekende lijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Welke centrummaten zijn er (3)

A

Gemiddelde (x met streepje boven) Modus (Mo) (getal met grootste absolute frequentie) Mediaan (Me) (het middelste getal uit een reeks)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn Discrete gegevens

A

Gegevens die zich beperken tot een aantal waardes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat gebruik je als het aantal verschillende waarden te groot wordt

A

Klassen gebruiken (bv [10, 20[

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kwalitatieve gegevens

A

gegevens met woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de eigenschappen van een Ogief

A

begint met 0 (hoeft niet te eindigen met 0) horizontale as: de klasseneindes Verticale as Cni of CFi punten zijn verbonden met nietbetekende lijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de eigenschappen van een staaf diagram

A

gegevens op de horizontale as verticale as Ni of Fi staafjes staan los van elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de eigenschappen van een cumulatief lijndiagram

A

gegevens op de horizontale as verticale as Cni of CFi Punten zijn verbonden met niets betekende lijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tot welke categorie behoren de nominale gegevens

A

de kwalitatieve gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de Cumulatieve relatieve frequentie (CFi)

A

De som van alle Relatieve frequenties kleiner dan of gelijk aan Xi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de variatiebreedte van een rij waarnemings getallen

A

Het verschil tussen het grootste en het kleinste waarnemings getal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn Continue gegevens

A

reële waarden die binnen een interval liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de eigenschappen van een histogram

A

Horizontale as: de klassen of klassen middens verticale as Ni of Fi staafjes tegen elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de Relatieve frequentie (fi)

A

het aantal keer dat een waarde uit Xi voorkomt in procenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de eigenschappen van een cumulatief staaf diagram

A

gegevens op de horizontale as verticale as CNi of CFi staafjes staan los van elkaar

15
Q

tot welke categorie behoren de discrete gegevens

A

kwantitatieve gegevens

17
Q

Wat zijn kwalitatieve gegevens

A

Gegevens die bestaan uit getallen

18
Q

Wat is de Cumulatieve frequentie (CNi)

A

De som van alle absolute frequenties kleiner of gelijk aan Xi

19
Q

Hoe kunnen we gegroepeerde data voorstellen (3)

A

In een histogram; Een frequentiepolygoon; een ogief

20
Q

Op welke manieren kunnen we niet-gegroepeerde data voorstellen (4)

A

Een staafdiagram; een lijn diagram; Een cumulatief staafdiagram; Een cumulatief lijndiagram

21
Q

wat zijn nominale gegevens

A

gegevens zonder natuurlijke ordening

22
Q

tot welke categorie behoren de ordinale gegvens

A

de kwalitatieve gegevens

24
Q

tot welke categorie behoren de continue gegevens

A

de kwantitatieve

25
Q

Wat zijn de eigenschappen van een frequentiepolygoon

A

Begint en eindigt met 0 horizontale as: klassenmiddens verticale as: Ni of Fi punten zijn verbonden met nietsbetekende lijnen

26
Q

Welke soorten frequenties zijn er (4)

A

Absolute frequentie (Ni); De relatieve frequentie(Fi); de Cumulatieve absolute frequentie(CNi); De cumulatieve relatieve frequentie (Cfi).

27
Q

wat zijn ordinale gegevens

A

gegevens met een natuurlijke ordening